Klas 2 week 26 les 2 dinsdag

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Bienvenu(e)s! Wat wordt van je verwacht bij binnenkomst?

- Kom rustig binnen en ga direct naar je werkplek (klasopstelling).

-> Jas en mobiel zijn in jouw kluisje

- Alle werkspullen liggen op de hoek van de tafel

- Start met het lezen  van de lesopdracht.

Lesdoelen (buts):

Je leert zinnen/woorden 

zodat je dingen/voorwerpen kunt omschrijven.

Werkvorm: individueel

Geluidsniveau: STIL

Wat ga je doen?

Je gaat zinnen en woorden leren om dingen/voorwerpen te omschrijven met behulp van het werkblad.

Dit is handig als je de vertaling van een woord niet weet/kent.

Lesdoelen/buts

Aan het eind van de les:

- Weet ik hoe ik dingen/woorden kan omschrijven

- Heb ik een opdracht SPV met een klasgenoot geoefend

- Heb ik gewerkt aan het doen/maken/leren van de weektaak

Qu'est-ce qu'on va faire?

Je gaat een opdracht SPV doen met een klasgenoot, waarbij je dingen gaat omschrijven. Dit is een handige strategie die je vooral ook gebruikt bij spreekvaardigheid

.

Décrire un mot en français

1. Het is een ding/dier/persoon

2. Het is groot/klein/rond/vierkant/cilinder...

3. Het is gemaakt van hout/stof/metaal/plastic/ papier/goud/zilver

4. Het is geel/groen/blauw/rood/zwart/wit/grijs

5. Het is om te schrijven/kijken/rekenen/bellen/ voetballen/tekenen

Voorbeelden

1. Un crayon (potlood) ça sert à ...

2. Une serviette (handdoek), c’est un truc pour ...

3. Une clé (sleutel), c’est un objet pour ...

4. Un parapluie, c’est pratique quand ..

Voorbeeldsituaties

Boven de lijst met taalfuncties staat een situatieschets.

Bedenk nu zelf een situatie waarbij het toepassen van deze strategie handig is.

Omschrijven in duo

Noteer 5 dingen op een blaadje. Omschrijf om de beurt een ding in het Frans. 

SPV opdracht in duo's

1. Wat moet je doen? Je omschrijft om de beurt een voorwerp in het Frans. De ander probeert te raden welk voorwerp je bedoelt (in het Nederlands).

2. Hoe moet je dat aanpakken? Gebruik het werkblad

3. Hulp, bij wie en waar? Bij de klasgenoot die naast je zit of je steekt je hand op dan komt de docent: geluidsniveau: fluisteren

4. Tijd, hoeveel krijg je? Tot 5 minuten voor het eind van de les

5. Uitkomst, wat doen we ermee? Toepassen bij SPV + weektaak volg. week

6. Klaar, wat ga je doen? Doen/maken/leren weektaak.

Klaar? Ga zelfstandig aan de slag met de weektaak

In stilte werken zolang de timer loopt.

Evaluatie/reflectie les

Klassikaal door docent:

* Zijn er nog vragen?

* Wat ging goed/wat kan beter?

* Lesopdracht nog niet (helemaal) afgerond? Noteer dit in jouw agenda/planner en/of kom langs in een Daltonuur Frans om dit af te ronden.