NN basis Hf4 tv: verwijswoorden, tt,vt,vtt,mwvw, verkleinwoord

Welkom!
Wat ligt er op je tafel?








           
           Zet je camera aan en               geluid uit. 
           Zeg even gedag.


1
WELKOM! 
2
werkboek
   Pen
Laptop
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Wat ligt er op je tafel?








           
           Zet je camera aan en               geluid uit. 
           Zeg even gedag.


1
WELKOM! 
2
werkboek
   Pen
Laptop

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


  • Check in
  • toets check
  • toets extra maken.
  • Maken huiswerk
  • Check out
Vandaag
§ taalverzorging 'verwijswoorden"
 Huiswerk:
Programma:

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check huiswerk
onderdeel lezen blijft lastig.

Slide 3 - Tekstslide

Samen leertekst lezen
Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag!
Maken Hf 4§ tv verwijswoorden
Wat?
Met wie?
Hulp?

Eerder klaar?


alleen
timer
8:00
mag vraag stellen
Basis: Ga verder met § tt.vt, voltooide tijd.
Kader: meewerkend voorwerp

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Ik kan verwijswoorden op goede manier 
  • gebruiken.
  • Ik kan werkwoorden tegenwoordige tijd goed spellen.
  • Ik kan werkwoorden verleden tijd (sterke en zwakke) goed spellen.
  • Ik kan werkenwoorden in de voltooide tijd goed spellen.
  • Ik kan verkleinwoorden goed spellen en de moeilijke woorden goed spellen.
  • Kader: ik kan meewerkend voorwerp vinden in een zin.


Lesdoel

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwijswoorden

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verwijswoorden

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen van lesdoel hf 3 verwijswoorden 1

Slide 8 - Tekstslide

Samen leertekst lezen

Slide 9 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Hij, deze, die zijn verwijswoorden. Ze verwijzen naar:
A
de-woorden
B
het-woorden

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

verwijswoord dat verwijst naar iets dat dichtbij is?
A
deze
B
die

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag!
Maken extra leestoets 
Wat?
Met wie?
Hulp?

Eerder klaar?


alleen
timer
8:00
geen
§ verwijswoorden afmaken

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jouw en jou?
Verschil tussen mij en mijn
De woorden
Begrippen Hf 4 checkout
Het woorden

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Schrijf op wat je nog moet doen.

  • Zeg aan het einde even gedag.
Tot ziens!
huiswerk: hf 4 § verwijswoorden

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom!
Wat ligt er op je tafel?








           
           Zet je camera aan en               geluid uit. 
           Zeg even gedag.


1
WELKOM! 
2
werkboek
   Pen
Laptop

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


  • Check in
  • Huiswerk check
  • Maken huiswerk
  • Check out
Vandaag
§ taalverzorging tt,vt,vtt
kader: meewerkend voorwerp.
 Huiswerk:
Programma:

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Ik kan verwijswoorden op goede manier 
  • gebruiken.
  • Ik kan werkwoorden tegenwoordige tijd goed spellen.
  • Ik kan werkwoorden verleden tijd (sterke en zwakke) goed spellen.
  • Ik kan werkenwoorden in de voltooide tijd goed spellen.
  • Ik kan verkleinwoorden goed spellen en de moeilijke woorden goed spellen.
  • Kader: ik kan meewerkend voorwerp vinden in een zin.


Lesdoel

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check huiswerk
Wat was het antwoord van 
vraag?....

Slide 19 - Tekstslide

Samen leertekst lezen
Verwijswoorden

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoordspelling
Tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meewerkend voorwerp
filmpje

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Is dit een meewerkend voorwerp?
Hij laat al zijn geld na aan goede doelen.
A
Wel een meewerkend voorwerp
B
Geen meewerkend voorwerp

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het meewerkend voorwerp?

Sophie doet jou de groeten
A
Geen meewerkend voorwerp
B
jou
C
Sophie
D
de groeten

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft mijn scooter gerepareerd?

mijn scooter =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
werkwoordelijk gezegde

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?
Aan de slag!
Maken Hf 4 basis: § tv tt,vt,vtt tijd.

Kader:  § meewerkend voorwerp
Wat?
Met wie?
Hulp?

Eerder klaar?


alleen
timer
8:00
mag vraag stellen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jouw en jou?
meewerkend voorwerp
spellingsregels 
Begrippen Hf 4 checkout
verschil tussen tt , vt, vtt

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Schrijf op wat je nog moet doen.

  • Zeg aan het einde even gedag.
Tot ziens!
huiswerk: Maken Hf 4 basis: § tv tt,vt,vtt tijd.

Kader: § meewerkend voorwerp

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies