WK20-1 Nederland in de wereld les 18

Nederland in de wereld
Mens & Maatschappij
TC2A
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederland in de wereld
Mens & Maatschappij
TC2A

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Programma van vandaag
  • Presentaties Magid en Yarik
  • Werken in het schrift: cultuur

Leerdoelen: aan het einde van deze les...
  • weet welke geloofsovertuiging(en) er zijn in Nederland en in je gekozen land;
  • weet je welke talen er het meest gesproken worden in Nederland en in je gekozen land;
Wat heb je nodig:
  • Schrift en pen
  • iPad

Slide 2 - Tekstslide

10 min topo
Topo Europa 
Max (hoofdsteden)
Magid (hoofdsteden)
Pinar (hoofdsteden)
Rahaf (landen)

www.topomania.net
Nederland
Basiskaart Nederland
www.seterra.com
timer
15:00
Topo Nederland basiskaart
Provincie, provincie hoofdsteden en steden
Abdul S
Yarik
Sabrin
Abdulrahman
Illia
Hala
Toets Europa 
Diana (hoofdsteden)
Iaroslav (Nederland)


Topo klaar? Vlaggen!

https://world-geography-games.com/nl/vlaggen_wereld.html

https://www.topovoorkinderen.nl/landenvlaggen/

Slide 3 - Tekstslide

Planning presentaties
Datum:
Naam:
Dinsdag 7 mei
Magid
Dinsdag 7 mei
Rahaf
Dinsdag 7 mei
Yarik

Slide 4 - Tekstslide

Werken in schrift: cultuur
Deel geschiedenis en cultuur:

Geschiedenis van het land hebben we gedaan:
   - Nederland: Watersnoodramp
   - Gekozen land: zelf gekozen gebeurtenis en een presentatie

Voor cultuur maken we nog een paar vragen in het schrift. Deze staan op de volgende dia's.

Let op: werk netjes naast elkaar!

Slide 5 - Tekstslide

Werken in schrift: cultuur
4. Welke geloofsovertuiging is er in ieder land? Wanneer er meer dan één voorkomt, schrijf de 2 of 3 meest voorkomende op. Schrijf per land en per geloofsovertuiging in 3-5 zinnen op wat de geloofsovertuiging inhoudt. Dit mag je opzoeken op internet.

5. Schrijf op welke taal/talen er in ieder land het meest gesproken worden. Geef aan wat de officiële taal is, en welke 2-3 talen er nog meer gesproken worden. Dit mag je opzoeken op internet.

Slide 6 - Tekstslide

Werken in schrift: cultuur
6. Schrijf per land 2 of meer tradities op die typisch/specifiek zijn voor dat land. Dit mag je opzoeken op internet.
Een traditie is een bekend gebruik, een gewoonte die vaak al eeuwenlang in een bepaald land, gebied of regio plaatsvindt.

7. Schrijf per land minstens 3 normen/waarden op die daar gebruikelijk zijn. Dit mag je opzoeken op internet.
Normen zijn ongeschreven regels over hoe je je hoort te gedragen. Waarden zijn de achterliggende idealen die als waardevol worden aangeduid; dingen die je belangrijk vindt, als persoon of als groep.

Slide 7 - Tekstslide

Werken in schrift: cultuur
8. Schrijf op welke gerechten / welk eten specifiek zijn voor ieder land. Dit mag je opzoeken op internet.

9. Beschrijf welke dansstijl specifiek is voor ieder land. Dit mag je opzoeken op internet.

10. Welke vervoersmiddelen worden het meest gebruikt in ieder land? Dit mag je opzoeken op internet.

Slide 8 - Tekstslide

Geloofsovertuiging
Geloofsovertuiging: ook wel godsdienst, geloof of religie

Godsdienst is een geloof beleden binnen een bepaalde (kerk)gemeenschap.

De grootste godsdiensten zijn het christendom (2,4 miljard mensen, 30 procent van de wereldbevolking), de islam (24 procent), het hindoeïsme (15 procent) en het boeddhisme (6 procent). Zo’n 15 procent van de wereldbevolking (1,2 miljard mensen) zegt geen godsdienst aan te hangen.

Slide 9 - Tekstslide

Talen
Officiële taal: de taal gebruikt in administratie en wetgeving van het land.
Erkende regionale taal: taal die door de wetgeving enkel erkend is in een deel van het land. 
Minderheidstaal: taal die slechts door een minderheid van de bevolking van het land of regio gesproken wordt, officieel erkend en toegelaten taal voor administratie.
Nationale taal: sommige landen hebben een nationale taal, dat is een taal die volgens de regering de identiteit van het land bepaalt, en dus een beetje belangrijker is dan eventuele andere officiële talen.

Slide 10 - Tekstslide

Normen en waarden
Normen zijn ongeschreven regels over hoe je je hoort te gedragen. 

Waarden zijn de achterliggende idealen die als waardevol worden aangeduid; dingen die je belangrijk vindt, als persoon of als groep.

Slide 11 - Tekstslide

Tradities
Een traditie is een bekend gebruik, een gewoonte die vaak al eeuwenlang in een bepaald land, gebied of regio plaatsvindt.

Bijvoorbeeld Sinterklaas, maar ook bijvoorbeeld het fierljeppen in Friesland, het carnaval en de feesten in het christendom en de islam.

Al deze gebruiken, gewoonten, sporten, feesten noemen we tradities.

De tradities, in combinatie met de godsdienst en de taal van een land bepalen de cultuur in een land. Ze bepalen ook hoe de mensen tegen bepaalde dingen aankijken.

Slide 12 - Tekstslide

Terugblikken
Leerdoelen: aan het einde van deze les...
  • weet welke geloofsovertuiging(en) er zijn in Nederland en in je gekozen land;
  • weet je welke talen er het meest gesproken worden in Nederland en in je gekozen land;

Slide 13 - Tekstslide

Vooruitblikken
Volgende les
  • Verdere werken met vergelijken van de twee landen in je schrift.

Slide 14 - Tekstslide