Begin met: Er was eens…
Elke 5 minuten komt er een woord. Dit woord moeten jullie verwerken in je verhaal. (Je mag ook bijv. een meervoud of een andere vorm gebruiken van dit woord)
Voordat het volgende woord verschijnt, heb je het gegeven woord gebruikt.
ZORG DAT JE HET GEBRUIKTE WOORD DIKGEDRUKT MAAKT!