4.3 Internationale samenwerking

4.3 Internationale samenwerking
bladzijde 132
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.3 Internationale samenwerking
bladzijde 132

Slide 1 - Tekstslide

Maar eerst een herhaling van 4.1 en 4.2

Slide 2 - Tekstslide

Bij welk antwoord staan alleen aslanden
A
Frankrijk, VS en Verenigd Koninkrijk
B
Nederland, Polen en Rusland
C
Duitsland, Hongarije en Italië
D
Spanje, Zweden en Zwitserland

Slide 3 - Quizvraag

De aanleiding van de Tweede Wereldoorlog in Europa was de:
A
Anschluss
B
bezetting Sudetenland
C
aanval op Tsjechië
D
aanval op Polen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het keerpunt in WOII voor Hitler, waarna hij de oorlog gaat verliezen?
A
Slag bij Barbarossa
B
D-Day
C
Slag bij Stalingrad
D
Slag op de Javazee

Slide 5 - Quizvraag

D-Day valt onder een:
A
Aanval
B
Invasie
C
Veldslagen
D
Oorlog

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de NSB?
A
De Nederlandse verzetsorganisatie
B
Het bonnensysteem tijdens de Hongerwinter
C
Een organisatie die het eens was met de nazi's
D
Een organisatie die het eens was met communisten

Slide 7 - Quizvraag

4.3 Internationale samenwerking
Je weet hoe internationale samenwerking in Europa begon.
Je kunt uitleggen hoe de samenwerking in Europa werd uitgebreid.
Je weet waarom landen samenwerken in de VN
Je begrijpt waarom mensenrechten belangrijk zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Zo begon het: de BENELUX
Tekst
GEEN GRENSCONTROLES

GEEN BELASTING OM GOEDEREN OVER DE GRENS TE VERVOEREN

Slide 10 - Tekstslide

Belangrijke stappen:
Benelux  
*
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) 1952
*
Europese Economische Gemeenschap (EEG) 1958
*
Europese Unie (EU)  (1992)

Slide 11 - Tekstslide

DE EUROPESE UNIE GROEIT....

Slide 12 - Tekstslide

Europese Unie 
Europese Commissie, zorgt voor het dagelijkse bestuur.

Raad van ministers, zijn de ministers van alle lidstaten die over een onderwerp praten, wetgeving.

Europees parlement, wordt rechtstreeks gekozen. Zij controleren de Europese Commissie.








Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel landen zitten er momenteel in de Europese Unie?
A
18
B
24
C
27
D
32

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Blauwhelmen. Het vredesleger van de Verenigde Naties.
Unicef. Hulp aan kinderen.

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de goede volgorde?

A
EU, EEG, EGKS, Benelux
B
EGKS, Benelux, EEG, EU
C
Benelux, EGKS, EEG, EU
D
Benelux, EGKS, EU, EEG

Slide 17 - Quizvraag

Welke drie doelen heeft de Verenigde Naties?
A
vrede, gezondheid en veiligheid
B
welvaart, onderwijs en veiligheid
C
onderwijs, veiligheid en vrede
D
vrede, veiligheid en welvaart

Slide 18 - Quizvraag

Welke kleur hebben de helmen van het vredesleger van de Verenigde Naties?
A
zwart
B
groen
C
blauw
D
bruin

Slide 19 - Quizvraag

Wie bestuurt de EU?
A
Europees Parlement
B
Europese Commissie
C
Europees Parlement en Europese Commissie
D
Europese Gemeenschap

Slide 20 - Quizvraag

1948: Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
Vrij en gelijk geboren
Voor iedereen
Recht op leven, vrijheid en veiligheid

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat betekent '' Universeel'' in '' Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens'' uit 1948
A
Voor de hele wereld
B
Voor de Europese landen
C
Voor kinderrechten
D
Voor het oplossen van oorlogen

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de taak van de organisatie Amnesty International?
A
Soldaten sturen naar oorlogsgebieden
B
Controleren of landen zich aan mensenrechten houden.
C
Nieuwe leden voor de VN zoeken
D
Nieuwe mensenrechten bedenken

Slide 24 - Quizvraag