In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
In een kruisingsschema worden de generaties aangegeven
P: Ouders
F1: De eerste generatie nakomelingen (kinderen)
F2: De tweede generatie nakomeningen (keinkinderen)
Bij fruitvliegen is de eigenschap voor rode ogen dominant over dat van witte ogen. Een homozygote vlieg met rode ogen wordt gekruist met een vlieg met witte ogen. De nakomelingen (kinderen) worden onderling gekruist zodat een F2 (kleinkinderen) ontstaat.
Werk deze kruising uit
P: AA x aa
Geslachtscellen: A a
F1: Aa
Aa x Aa
Geslachtscellen: A of a A of a
F2:
Bij cavia's is de eigenschap voor kort haar dominant over dat van lang haar.
Een homozygote kortharige cavia wordt gekruist met een langharige cavia. De nakomelingen kruisen zich onderling voort.
Werk deze kruising uit t/m de F2
Huiswerk:
Maken tm opdracht
Leren tm B4!
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.