Herhaling chapter 1 (have fun)

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Luca
Nouh
Nizar
Rami
Akeem
David
Hajar
Sidona
Sahra
Bineta
Snit
Rihanna
Juenaly
Martha
Romaissa
Kendel
Jia
Soufia
Rayan
docent

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling Chapter 1

Slide 3 - Tekstslide

Aims


  1. Je kent woorden die te maken hebben met de hoofdstuk 1 thema "have fun". 
  2. Je hebt grammatica van chapter 1 herhaald.

Slide 4 - Tekstslide

Grammatica/grammar
Voorzetsels van tijd
De voorzetsels on, in en at kunnen worden gebruikt voor tijd.
  • On wordt gebruikt bij dagen en data. 
  • In wordt gebruikt bij maanden, jaartallen, seizoenen en dagdelen.
  • At wordt gebruikt om te zeggen hoe laat het is en bij een paar vaste uitdrukkingen. Bijvoorbeeld...

Vraag:                                                                                                                                     
I'm going to a concert on friday of the premiere of the film is on 10 april                                                   
I went to Italy in March of you were born in 2004     
I will be home at six o'clock  of We always go to our grandparents at chrismas              

Slide 5 - Tekstslide

Grammatica/grammar
Toekomende tijd.
Bij toekomende tijd gaat het om woorden zoals will, am, are, is en going to.
  • Je gebruikt will om iets aan te bieden en besluiten
  • Je gebruikt am/are/is en going to om aan te geven dat iemand iets in de toekomst van van plan is

Bijvoorbeeld:                                                                                                                                     
I will do the shopping. Tom will take you to the station                                                   
I am going to travel to Canada this spring.  we are going to share a room during the holiday     
            

Slide 6 - Tekstslide

Oefenen met woordjes
  • woorden van Nederlands naar Engels
  • Maak de zinnen af
  • Woorden van Engels naar Nederlands




timer
15:00

Slide 7 - Tekstslide

Is this _________________ (zitplaats) taken?
timer
15:00

Slide 8 - Open vraag

I like sweet _________________ (zowel … als) spicy food.

Slide 9 - Open vraag

Will they _________________ (klaarmaken) the stalls for the fair?

Slide 10 - Open vraag

A. It's not..................... that he always gets better grades than I do.

B. The opening of the Olympic Games is always a huge ..................

C. This potato is ..............my dad's head.

D. Let's .................. I don't want to be late.

E. I'll never climb that tower. I've got a........
 

 

Fair
celebration
shaped as
fear of heights
Hurry

Slide 11 - Sleepvraag

knap
weigeren
uitdaging
afleiden
logisch klinken
vrijgevig
inhalen
generous
handsome
make sense
distract
refuse
catch up on
challenge

Slide 12 - Sleepvraag

Wat is het Engelse woord voor
soothing

Slide 13 - Open vraag

Wat is het Engelse woord voor
entrance fee

Slide 14 - Open vraag

Wat is het Engelse woord voor
deserve

Slide 15 - Open vraag

Wat is het Engelse woord voor
men’s room

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Are you ready for the SO?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll