TV2I - Chapitre 1

TV2 - Chapitre 1
14 septembre
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

TV2 - Chapitre 1
14 septembre

Slide 1 - Tekstslide

Chapitre 1 - Fini l'été 

Slide 2 - Tekstslide

Fini l'été

Slide 3 - Woordweb

Page 11 - texte 4 - 'Vous avez passé de bonnes vacances'?

Slide 4 - Tekstslide

Qui veut lire la part de Julie et qui veut être Clarisse?

Slide 5 - Tekstslide

Julie dit: 'on a fait la fête tous les soirs'
Ça veut dire quoi? (wat wilt dat zeggen?)

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Faire = doen / maken
Soort werkwoord: onregelmatig 
Vervoegen :
 - je fais
- tu fais
- il/elle/on fait
- nous faisons
- vous: faites
- ils/elles: font


Slide 8 - Tekstslide

Parler des activités avec Faire

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Faire + préposition (du - de la - de l' - des)  
faire du surf (het woord dat volgt na 'faire' is mannelijk
faire de la natation (het woord dat volgt na 'faire' is vrouwelijk'
faire de l'équitation (het woord dat volgt na faire begint met een klinker of 'stomme' h
faire des promenades (het woord dat volgt na faire staat in het meervoud)


Slide 11 - Tekstslide

Activités

Slide 12 - Tekstslide

Faire des exercices
Page 12 - A (let op: óók vertalen!!)

Slide 13 - Tekstslide

Jeu de rôle (rollenspel)
- Leerling A vraagt wat leerling B doet in de vakantie 
- Leerling B noemt minimaal 3 activiteiten op
- Wissel van rol 

A: Qu'est-ce que tu fais en vacances? 
B : je fais... etc..

Slide 14 - Tekstslide

Passé composé
- C'est quoi le passé composé?
- C'est quoi la structure du passé composé? 
- exemples 

Faites exercices B et C à la page 13

Slide 15 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on a fait?
-Faire
Passé composé: hulpwerkwoord avoir + "fait" (fait is het voltooid deelwoord)
Par example: Gina a fait un gâteau au chocolat. J'ai fait mes devoirs. Tu as fait du surf, hier.
-Passé Composé
Nu: oefenen op Verbuga.eu, met de volgende werkwoorden:
faire, aimer, chercher, donner, parler, regarder (in présent en passé composé

Slide 16 - Tekstslide

Les devoirs
Apprendre/ leren:
Voca 1-1 op StudyGo
 + oefenen op Verbuga.eu, met de volgende werkwoorden:
faire, aimer, chercher, donner, parler, regarder (in présent en passé composé

Slide 17 - Tekstslide

Quiz
https://quizizz.com/join?gc=76291651

Bonne Chance 

Slide 18 - Tekstslide