H1 Spreekvaardigheid

H1 Spreekvaardigheid
- Je leert welke luisterdoelen er zijn
- Je leert wat actief luisteren is
- Je leert hoe je een pitch moet maken
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1 Spreekvaardigheid
- Je leert welke luisterdoelen er zijn
- Je leert wat actief luisteren is
- Je leert hoe je een pitch moet maken

Slide 1 - Tekstslide

Luisterdoelen
Luisteren doe je met een doel. Je hebt de volgende luisterdoelen:
- Informeren:  Je luistert om iets te weten te komen, om iets te begrijpen of om een mening te vormen;
- Amuseren: Je luistert naar iets leuks of moois;
- Doen: Je luistert omdat je wilt weten wat je moet doen. 

Slide 2 - Tekstslide

Maken opdracht 3 en 4
Bladzijde 60

Slide 3 - Tekstslide

Pitch
Een pitch is een korte presentatie waarin je vertelt wat je product is en waarom mensen het moeten kopen. Pitch is Engels voor verkooppraatje/ verkoopverhaal. Met een pitch maak je mensen nieuwsgierig naar je bedrijf of je product. Je probeert hen enthousiast te maken. Je kunt ze dan makkelijker overhalen om je product te kopen.
Kijk en luister goed naar de video. Je krijgt er een vraag over.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat is volgens de ondernemer in de video belangrijk bij een pitch? Schrijf twee dingen op.

Slide 6 - Open vraag

Waar moet je op letten?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Vragen over het filmpje
• Spreekt hij/zij rustig? Laat hij af en toe een pauze vallen?
• Betrekt hij het publiek erbij? Hoe?
• Hoe is zijn houding?
• Vertelt hij enthousiast?
• Gebruikt hij nog iets speciaals om het boeiend te maken?

Slide 9 - Tekstslide

En nu jullie...
- Bedenk waarover je een pitch wilt houden (dit moet een voorwerp zijn wat voor jou een belangrijke waarde heeft). 
- Schrijf vervolgens kort op welk voorwerp je hebt uitgekozen en waarom je hiervoor hebt gekozen.
- Schrijf kort op waarom dit voorwerp voor jou een belangrijke waarde heeft.
- Verzin een leuke afsluiter. 

Slide 10 - Tekstslide