Thema 7 Ecologie en milieu B5 Kringlopen

Thema 7 Ecologie en milieu



B5
Kringlopen
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 7 Ecologie en milieu



B5
Kringlopen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen B5
5.1.1 Je kunt de koolstofkringloop beschrijven
5.1.2 Je kunt de stikstofkringloop beschrijven

Begrippen: assimilatie, dissimilatie/verbranding, autotroof, heterotroof, fossiele brandstoffen, stikstofassimilatie, ammonificatie, nitrificatie, denitrificatie, stikstofbinding, wortelknolletjes, vlinderbloemigen, knolletjesbacteriën

Slide 2 - Tekstslide

Welke methode kies je?
Uitlegvideo Biologie met Joost
Uitleg van docent a.d.h.v. deze LessonUp

Slide 3 - Poll

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Koolstofkringloop
Opdeling in twee verschillende groepen organismen: autotrofe en heterotrofe organismen.

Autotrofe organismen kunnen uit anorganische stoffen organische stoffen maken. Hierbij maken ze gebruik van chloroplasten en lichtenergie.

Heterotrofe organismen: organische stoffen uit andere organische stoffen. Voor de organische stoffen zijn zij afhankelijk van autotrofe organismen.
Dode resten en andere afvalproducten van organismen heet detritus of afval. Dit wordt afgebroken door dierlijke afvaleters en reducenten tot CO2, dat weer door autotrofe organismen opgenomen kan worden.

Slide 8 - Tekstslide

Koolstofkringloop

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Maak opdracht 30 en 31

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Link

Stikstofkringloop
  • Organisch gebonden stikstof komt vooral voor in eiwit, nucleotiden en nucleïnezuren. Stikstof komt ook voor in afvalproducten als ureum.
  • Producenten nemen stikstof op via NO3- of NH4+. Stikstoffixerende bacteriën kunnen N2 uit de lucht omzetten in bruikbare stikstof voor planten. Dit kan alleen anaeroob. Vandaar dat deze bacteriën in symbiose leven met planten. 
  • Consumenten halen stikstof alleen uit plantaardige eiwitten.
  • Reducenten zetten via ammonificatie stikstofhoudende verbindingen om in ammoniak NH3. De ammoniak (NH3) wordt door nitrificerende bacteriën omgezet in nitriet en vervolgens in nitraat.
  • Bij denitrificatie wordt nitraat door bacteriën omgezet in stikstofgas (N2)

Slide 14 - Tekstslide

Stikstofkringloop

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Groenbemesting
Bij groenbemesting wordt klaver op stikstofarme grond geteeld, waarna deze omgeploegd wordt. Klaver leeft in symbiose met stikstofbindende bacteriën (knolletjesbacteriën), waardoor extra stikstof in de bodem komt. Door om te ploegen, blijft de stikstof beschikbaar voor nieuwe planten. Als planten geoogst worden, wordt de stikstof die als eiwitten aanwezig zijn in de plant onttrokken aan de bodem. De kringloop wordt onderbroken.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Fotochemische stikstofbinding
Bij fotochemische stikstofbinding reageert gasvormige stikstof (N2) met ozon (O3) tot nitraat (NO3-), die zo beschikbaar komt voor planten.

Verder zorgt menselijk toedoen ook voor stikstofbinding. Met name de industrie en het verkeer veroorzaken een grote afgifte van stikstofoxiden (NOx) aan de lucht.

Slide 20 - Tekstslide

Stikstofbinding
  • Bij fotochemische stikstofbinding reageert N2 met ozon (O3) tot nitraat, die zo beschikbaar komt voor planten.
  • Stikstofbinding door stikstofbindende bacteriën

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Maak opdracht 30 t/m 36

Klaar? Oefen de Flitskaarten en maak Test Jezelf

Neem daarna de context 'Vleesetende planten' door en 
maak opdracht 37 en 38




Slide 24 - Tekstslide

Afsluiter B5


6.1.1 Je kunt de koolstofkringloop beschrijven

6.1.2 Je kunt de stikstofkringloop beschrijven 


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

Stukje moeilijker...

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

Aantal oefenvragen
Stikstofkringloop

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Link

Hoeveel procent scoorde je?

Slide 31 - Open vraag