2.1 Organen bij dieren - 25/09

Vandaag
Terugblik vorige week 1.5: Voedsel maken & 1.6 Allemaal anders
2.1 Organen bij dieren
2.2 Organen bij planten
2.3 Weefsels
SO bespreken

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Terugblik vorige week 1.5: Voedsel maken & 1.6 Allemaal anders
2.1 Organen bij dieren
2.2 Organen bij planten
2.3 Weefsels
SO bespreken

Slide 1 - Tekstslide

1.5 Voedsel maken

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heet het proces waarbij planten zelf voedsel maken?

Slide 3 - Open vraag

Wat hebben planten hierbij nodig?

Slide 4 - Woordweb

Welke onderdelen eten we van planten?

Slide 5 - Woordweb

B5: Voedsel maken
Voeding van dieren komt van planten, dieren en schimmels

Planten kunnen zelf voedsel maken!

Slide 6 - Tekstslide

Fotosynthese
  • Energie uit zonlicht
  • Water + CO2 + Energie --> Glucose + Zuurstof
  • Glucose wordt gebruikt om andere stoffen te maken

Slide 7 - Tekstslide

Fotosynthese

Slide 8 - Sleepvraag

De plant heeft energie nodig voor fotosynthese. Waar komt deze energie vandaan?

Slide 9 - Open vraag

's nachts doen planten aan fotosynthese
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrel plaatsvinden.
Als het licht is. In de nacht is het niet licht dus geen fotosynthese
Overdag is er wel licht dus wel fotosynthese
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Jan heeft een plant in zijn kamer. 's Nachts zet hij een lamp aan. Vindt er fotosynthese plaats in de plant?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

1.6 Allemaal anders
  • Je kunt aanpassingen bij planten beschrijven
  • Je kunt aanpassingen bij dieren beschrijven

Slide 12 - Tekstslide


Waarom hebben zebra's strepen?

Waarom horen panda's uit te sterven?

Slide 13 - Tekstslide

2.1 Organen van dieren
- Je kunt organen benoemen in de torso en een dwarsdoorsnede van de mens
- Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen en dieren

Slide 14 - Tekstslide

Orgaan: een deel van een organisme dat een bepaalde taak uitvoert

Bijv. de huid, het hart, etc.

Slide 15 - Tekstslide

Orgaanstelsels
Een groep samenwerkende organen noem je een orgaanstelsel

Bijvoorbeeld:  

Slide 16 - Tekstslide

Organen van dieren
Veel zoogdieren hebben
dezelfde organen als de
mens


Slide 17 - Tekstslide

Organen van dieren
Bij insecten zien de organen er anders uit dan bij mensen, maar organen hebben ze wel

Slide 18 - Tekstslide

Maken opdracht 5 (blz. 90-92)
Klaar? --> maken opdracht 1, 2ac, 3

Slide 19 - Tekstslide

Organen van planten
- Je kunt de bouw en functie van wortels, stengels en bladeren beschrijven
- Je kunt orgaanstelsels van planten noemen met hun functie 

Slide 20 - Tekstslide

Wortels

Slide 21 - Tekstslide

Wortelstels
Drie functies:
- Water en mineralen opnemen uit de bodem
- De plant stevig vastzetten in de bodem
- Reservestoffen opslaan

Slide 22 - Tekstslide

Stengels
Twee functies:
- Transport (=vervoer) van stoffen
- Stevigheid geven aan de plant

Bomen en struiken hebben heel stevige 
stengels: stam en takken

Houtachtige en kruidachtige planten

Slide 23 - Tekstslide

Bladeren
Functie: maken van 
voedsel voor de plant
dmv fotosynthese

Slide 24 - Tekstslide

Vatenstelsel
Functie: transport
- Water en mineralen gaan van de stengel 
naar de andere delen van de plant
- Glucose gaat van de bladeren naar de 
andere delen van de plant

Slide 25 - Tekstslide

Maken opgave 7a+b (blz. 100)
Teruglezen? --> blz 97 onderaan

Klaar? --> maken opgave 1 t/m 4 (blz. 98)

Slide 26 - Tekstslide

2.3 Cellen
Leerdoelen:
  • Je weet dat een organisme uit cellen bestaat
  • Je kunt weefsels van planten en mensen noemen met hun functie

Slide 27 - Tekstslide

Het lichaam van de mens bestaat uit zo'n 30 biljoen cellen

Dat zijn 30.000.000.000.000 cellen
Dat is 3750 keer zoveel als er mensen op de aarde zijn

Onder een microscoop lijken cellen plat, maar dat zijn ze niet; ze kunnen allerlei vormen hebben zoals een kubus

Slide 28 - Tekstslide

Weefsels van mensen
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie noem je een weefsel

Botten bestaan bijvoorbeeld uit botweefsel

Organen bestaan vaak uit meerdere soorten weefsels; je hart bestaat onder andere uit spier- en zenuwweefsel

Slide 29 - Tekstslide

Tussencelstof
In weefsels zit tussen de cellen tussencelstof:
- Soms is het een vloeistof: bijvoorbeeld hersenvloeistof tussen de hersencellen
- Soms is het een harde stof die gemaakt wordt door de cellen van het weefsel: kalkachtige stof tussen botcellen 


Slide 30 - Tekstslide

Botcellen
- Uitsteeksels verbinden
de botcellen

Slide 31 - Tekstslide

Weefsels van planten
Opperhuid

Huidmondjes:
- zuurstof en koolstofdioxide
- verdampen water

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Huiswerk
2.1 Organen bij dieren: Maken opdracht 1, 2ac, 3, 5 (blz. 89)
2.2 Organen bij planten: 1 t/m 4, 8 (blz. 98-101)

Slide 34 - Tekstslide