In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Quiz
Tweede Wereldoorlog
Slide 1 - Tekstslide
In 1914 kwamen veel Europese landen met elkaar in oorlog. Wat is daarvan geen oorzaak?
A
Nationalisme
B
Opkomst van Hitler
C
Militarisme
D
Bondgenootschappen
Slide 2 - Quizvraag
Na de Eerste Wereldoorlog verloren veel Duitse burgers het vertrouwen in hun regering. Kies de antwoorden die uitleggen hoe dat komt.
A
De regering had het voor Duitsland vernederende Verdrag van Versailles getekend. Veel Duitse burgers waren daar kwaad om.
B
De regering legde de bevolking erg strenge wetten op. Toen Duitsland nog een keizer had, had de bevolking veel meer vrijheid.
C
De regering had de Republiek van Weimar veroverd. Dat was volgens veel Duitsers onverstandig, omdat het waarschijnlijk tot wraak van de geallieerden zou leiden.
D
De regering nam weinig effectieve maatregelen tegen de economische crisis.
Slide 3 - Quizvraag
Waarom werd Duitsland extra zwaar getroffen door de wereldwijde economische crisis?
A
Het Dawesplan werd stopgezet.
B
Duitsland had geld uitgeleend aan andere landen om de economie weer op te bouwen.
C
Hitler had enorme schulden gemaakt om het leger weer op te bouwen.
D
De Amerikaanse president had opdracht gegeven om alle Duitse producten uit Amerikaanse winkels te halen.
Slide 4 - Quizvraag
Een vrouw laat haar kachel branden op papiergeld. Waar en wanneer is deze foto gemaakt?
A
in de Verenigde Staten, kort na de beurskrach van 1929
B
in Duitsland, tussen 1921 en 1924, toen de inflatie extreem hoog was
C
in Italië, kort nadat Mussolini aan de macht kwam.
D
in de Republiek van Weimar, direct nadat de keizer naar Nederland was gevlucht
Slide 5 - Quizvraag
De periode van 1918-1939 wordt ook wel het 'interbellum'. Wat zou interbellum beteken?
A
Na de oorlog
B
Tussen de oorlogen
C
Oorlogsvrij
D
Voor de oorlog
Slide 6 - Quizvraag
Wanneer was het Interbellum?
A
1914 - 1940
B
1914 - 1945
C
1918 - 1939
D
1919 - 1940
Slide 7 - Quizvraag
Wat was het gevolg van het Dawesplan?
A
massale werkloosheid
B
opkomst van Hitler en NSDAP
C
verbeterde economische situatie
D
hyperinflatie
Slide 8 - Quizvraag
Bekijk de spotprent. Wat wil de tekenaar hiermee zeggen?
A
Het Verdrag van Versailles was zo groot dat iemand er doorheen kon kruipen
B
De Duitsers zijn ternauwernood ontsnapt aan het Verdrag van Versailles
C
Het Verdrag van Versailles is mede dankzij Hitler's partij tot stand gekomen.
D
Het Verdrag van Versailles is een oorzaak van de opkomst van Hitler en zijn partij.
Slide 9 - Quizvraag
Wat gebeurde er met Hitler na de mislukte staatsgreep in 1923?
A
Hitler kreeg alleen een boete
B
Hitler moest de gevangenis in
C
Hitler werd verbannen naar Oostenrijk
D
Hitler kreeg een taakstraf
Slide 10 - Quizvraag
welke twee leiders van totalitaire regimes zijn dit?
A
Stalin en Mussolini
B
Hitler en Lenin
C
Stalin en Hitler
D
Mussolini en Hitler
Slide 11 - Quizvraag
Waarom was het vreemd dat Hitler en Stalin een niet-aanvalsverdrag sloten?
A
Hitler en Stalin waren beiden dictator
B
Hitler had een hekel aan communisten
C
Stalin had een hekel aan communisten
D
Hitler en Mussolini sloten een verdrag
Slide 12 - Quizvraag
Wat hield de machtigingswet in?
A
Dat Hitler nu mocht regeren zonder parlement
B
Dat Hitler nu het hoofd was van de regering
C
Dat Hitler partijleider werd van de NSDAP
D
Dat Hitler hoofd van het leger werd
Slide 13 - Quizvraag
Hoe heet de politieke partij van Hitler?
A
DAP
B
NSB
C
NSDAP
D
SS
Slide 14 - Quizvraag
In welk jaar wint Hitler de Duitse verkiezingen?
A
1923
B
1929
C
1930
D
1932
Slide 15 - Quizvraag
Waar kennen we Marinus van der Lubbe van?
A
Hij zat met Hitler in de gevangenis
B
Hij stak de Rijksdag in brand
C
Hij was de rechterhand van Hitler
D
Hij was de oorzaak van de Kristallnacht
Slide 16 - Quizvraag
Wie werden 'uitgeschakeld' tijdens de Nacht van de lange messen?
A
Joden
B
Communisten
C
leden van de SA
D
leden van de SS
Slide 17 - Quizvraag
Hoe heette de Duitse jeugdbeweging voor jongens in de jaren '30?
A
Hitlerjugend
B
Hitlerjungs
C
Bund Deutscher Jungens
D
Bund Deutscher Mädchen
Slide 18 - Quizvraag
In welk jaar werden de Neurenberger rassenwetten ingevoerd?
A
1933
B
1935
C
1938
D
1939
Slide 19 - Quizvraag
In welk jaar vond de Kristallnacht plaats?
A
1933
B
1935
C
1938
D
1939
Slide 20 - Quizvraag
Welk land wordt onderling verdeeld door Hitler en Stalin?
A
Oostenrijk
B
Polen
C
Rusland
D
Tsjechoslowakije
Slide 21 - Quizvraag
Van wanneer tot wanneer duurde de Tweede Wereldoorlog?
A
1939-1945
B
1940-1945
C
1941-1944
D
1939-1946
Slide 22 - Quizvraag
Met welke aanval start de Tweede Wereldoorlog in Europa?
A
Anschluss
B
Bezetting Sudetenland
C
Aanval op Tsjechië
D
Aanval op Polen
Slide 23 - Quizvraag
Wanneer begon de Tweede Wereldoorlog in Nederland?
A
1938
B
1940
C
1939
D
1941
Slide 24 - Quizvraag
Welke codenaam kreeg de Duitse aanval op de Sovjet-Unie?
A
Fall Gelb
B
Barbarossa
C
Marker Garden
D
Overlord
Slide 25 - Quizvraag
De Tweede Wereldoorlog eindigde in Nederland op:
A
10 mei 1944
B
10 mei 1945
C
5 mei 1945
D
4 mei 1945
Slide 26 - Quizvraag
Wat wilde Hitler met de tweede wereldoorlog bereiken?
A
Alle joden en zigeuners dood
B
Uitroeiing van alle burgers
C
Werkgelegenheid creëren
D
Een Duits rijk met een zuiver Duitse bevolking
Slide 27 - Quizvraag
Wat is de holocaust?
A
Andere naam voor de Tweede wereldoorlog
B
een massamoord
C
De massamoord op de Joden
D
Het discrimineren van Joden
Slide 28 - Quizvraag
Wat is de grootste slag uit de Tweede Wereldoorlog - die ook meteen het begin van het einde voor Nazi-Duitsland was?