T2 maatwerk proefwerkweek

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Bezit 's s' or ..of..
Aangeven van wie iets is.
Bij enkelvoud: 's             bij meervoud eindigt op s +'
Peter's car                               those girls' pets
Oscar's book                         the students' books
John's letter               onregelmatige meervoud 's:
            of: dingen, plaatsen                      old people's names
The back of the car                           children's room

Slide 2 - Tekstslide

's of s'
de fietsen van mijn zussen
A
my sister's bicycles
B
my sister's bicycle
C
my sisters' bicycles
D
my sisters' bicycle

Slide 3 - Quizvraag

's/s'/...of...?
The girls ... restroom is over there.
A
's
B
s'
C
...of...

Slide 4 - Quizvraag

's/s'/...of...?
This is the first page ... the book.
A
's
B
s'
C
...of...

Slide 5 - Quizvraag

's/s'/...of...?
This is Khalid ... book.
A
's
B
s'
C
...of...

Slide 6 - Quizvraag

Meervoud:
child

Slide 7 - Open vraag

Meervoud:
mouse

Slide 8 - Open vraag

Meervoud:
sheep

Slide 9 - Open vraag

Meervoud:
potato

Slide 10 - Open vraag

Much / Many?
This chair is _____ better than mine.
A
Much
B
Many

Slide 11 - Quizvraag

much/many?
............... love
A
much
B
many

Slide 12 - Quizvraag

Choose from: much – many

.......time
A
much
B
many

Slide 13 - Quizvraag

MUCH/MANY

How .... sugar do you need?
A
much
B
many

Slide 14 - Quizvraag

Choose from: much – many

......students
A
much
B
many

Slide 15 - Quizvraag

Present perfect

Slide 16 - Tekstslide

Present perfect:
A
I have lived in The Hague for 10 years
B
I walk to school everyday

Slide 17 - Quizvraag

PRESENT PERFECT:
in welke zin wordt de present perfect hieronder gebruikt?
A
Have I lived in Purmerend for 13 years.?
B
Did I live in Purmerend?

Slide 18 - Quizvraag

present perfect
A
I have decided
B
I had decided
C
He had decided
D
I did decide

Slide 19 - Quizvraag

Present Perfect:
Which one is a correct present perfect sentence?
A
The school children went to the zoo.
B
The school children go to the zoo.
C
The school children have been to the zoo.
D
The school children doesn't go to the zoo.

Slide 20 - Quizvraag

onregelm. ww: zijn - was - geweest
to be - .... - ...

Slide 21 - Open vraag

onregelm. ww: verlaten - verliet - verlaten
... - ... - ...

Slide 22 - Open vraag

onregelm. ww: zien - zag - gezien
... - ... - ...

Slide 23 - Open vraag

onregelm. ww: doen - deed - gedaan
... - ... - ...

Slide 24 - Open vraag

according to
reply
afraid
personality
to offer
perhaps
volgens
antwoord
bang
karakter
aanbieden
misschien

Slide 25 - Sleepvraag

Sam is een fotograaf met een grijze baard en krullend haar.

Slide 26 - Open vraag

We hebben dezelfde neus en haarkleur.

Slide 27 - Open vraag

Ik draag heel graag kleurrijke kleren.

Slide 28 - Open vraag

Ik zou me ongelukkig voelen zonder mijn vogels.

Slide 29 - Open vraag

Waar kom je vandaan?

Slide 30 - Open vraag

Ze is pas zeven en een echte lastpost.

Slide 31 - Open vraag