alle grammaire onderdelen voor de toets ch 1

Startklaar

Ik ben klaar voor de les:

• Ik zit op mijn plek
• Mijn jas is uit 
• Mijn tas is op de grond/ aan mijn stoel
• Mijn mobiel is in mijn kluis/hoteltas
• Mijn boek en pen zijn op mijn tafel

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

• Wat? Jullie herhalen alle grammaire onderdelen
  
• Hoe? klassikaal en individueel 
• Tijd? 45 minuten
• klaar? Leren toetstof
• Lesdoel?

Aan het eind van de les:

- Weet je wat je goed beheerst voor de toets

- Kun je benoemen welke onderdelen extra aandacht nodig hebben

Avoir = hebben

j'ai = ik heb

tu as = jij hebt

il a = hij heeft

elle a = zij heeft

nous avons = wij hebben

vous avez = jullie hebben, u heeft

ils/elles ont = zij hebben

Elle ... un lapin.

1. as
2. a

J' ... treize ans.

1. ai
2. ont

Nous ... un jardin.

1. avons
2. avez

Martien et Erica ... un château.

1. ont
2. a

Onderdeel 2 =passé composé 

met werkwoorden die op -er eindigen

Uitzonderingen

Onderstaande uitzonderingen moet je leren!

Onderdeel 3=

werkwoord Etre =zijn

Onderdeel 4 = L'adjectif possessif

(het bezittelijk voornaamwoord)

mannelijk	vrouwelijk	meervoud	vertaling
mon	ma	mes	mijn
ton	ta	tes	jouw
son	sa	ses	zijn/haar
notre	notre	nos	ons/onze
votre	votre	vos	jullie/uw
leur	leur	leurs	hun

Les chiffres = getallen p. 164

Les exercices

- Jullie gaan de oefeningen maken die op het bord staan. Na ieder onderdeel kijken we de opdracht na. 

Klaar?  leren toetsstof.