Leren Debatteren: De kunst van overtuigen

Leren Debatteren: De kunst van overtuigen

Leerdoelen

Aan het eind van deze les kun je uitleggen wat debatteren is, de belangrijkste regels van een debat noemen en een overtuigend argument formuleren.

Vertel de leerlingen wat ze zullen leren en waarom debatteren belangrijk kan zijn.

Wat weet jij al over debatteren?

Wat is Debatteren?

Debatteren is een gestructureerd gesprek tussen twee of meer partijen met als doel een standpunt te verdedigen en de ander te overtuigen.

Leg uit wat debatteren is en toon eventueel een kort filmpje van een debat.

Regels van een Debat

Bij een debat houden beide partijen zich aan bepaalde regels, zoals het respecteren van elkaars spreektijd en het vermijden van persoonlijke aanvallen.

Licht de belangrijkste regels van een debat toe en toon eventueel een voorbeeld.

Argumenten

Een argument is een bewering die bedoeld is om de ander te overtuigen. Een goed argument is logisch, onderbouwd en relevant.

Leg uit wat een argument is en geef enkele voorbeelden van goede argumenten.

Voor- en Nadelen

Bij debatteren is het belangrijk om zowel de voor- als de nadelen van een standpunt te kunnen benoemen. Dit helpt om een evenwichtige discussie te voeren.

Leg uit waarom het belangrijk is om beide kanten van een argument te bekijken.

Overtuigend Argument

Een overtuigend argument is een bewering die logisch is opgebouwd, goed onderbouwd en relevant is voor het standpunt dat je wil verdedigen.

Leg uit hoe je een overtuigend argument kunt formuleren en toon enkele voorbeelden.

Oefenen met Debatteren

Laat de leerlingen in kleine groepjes oefenen met debatteren. Geef hen een stelling en laat hen argumenten bedenken voor beide kanten van het standpunt.

Geef instructies voor de oefening en laat de leerlingen in groepjes werken.

Reflectie

Vraag de leerlingen om kort te reflecteren op wat ze hebben geleerd over debatteren. Wat vonden ze interessant en wat was nieuw voor hen?

Laat de leerlingen individueel reflecteren en eventueel hun antwoorden delen met de klas.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.