Thema 6 Ecologie en duurzaamheid oefenvragen
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is ecologie?
A
studie van relaties tussen organismen en hun milieu
B
invloeden van de levende natuur
C
invloeden van de levenloze natuur
D
leefomgeving van een organisme
Slide 2 - Quizvraag
Een regenbui is een biotische factor
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quizvraag
in welk onderdeel van de voedselketen komen carnivoren voor?
A
Producenten
B
Reducenten
C
Consumenten
D
Carnicenten
Slide 4 - Quizvraag
Wat klopt betreft consumenten?
A
Consumenten hebben verschillende ordes
B
Consumenten maken zuurstof
C
Consumenten eten alleen planten
D
Consumenten bestaan uit schimmels.
Slide 5 - Quizvraag
welke foto is geen goed voorbeeld in deze kringloop?
A
de draadalg
B
het kikkervisje
C
de glazenmakersnimf
D
de regenworm
Slide 6 - Quizvraag
Er missen nog wat lijntjes, welke lijntje klopt?
A
Consumenten naar producenten
B
Producenten naar reducenten
C
Producenten naar producenten
Slide 7 - Quizvraag
Hoe heet deze kringloop?
Slide 8 - Open vraag
Wat is biodiversiteit? en waarom is dat zo belangrijk?
Slide 9 - Open vraag
Wat is een goede uitleg betreft een voedselweb
A
Dat zijn verschillende organismen die in een gebied leven
B
Dat zijn meerdere voedselketens in een gebied die onderling ook weer een bepaalde connectie hebben
C
Dat zijn verschillende dieren die met elkaar in relaties staan doordat ze kunnen paren.
D
Dat zijn de organismen in een koolstogkringloop
Slide 10 - Quizvraag
wat zijn de 5 niveaus van de ecologie van klein naar groot?
A
individu, populatie, levensgemeenschap, ecosysteem, biosfeer
B
levensgemeenschap, individu, populatie, ecosysteem, biosfeer
C
populatie, individu, levensgemeenschap, biosfeer, ecosysteem.
D
individu, levensgemeenschap, populatie, ecosysteem, biosfeer.
Slide 11 - Quizvraag
Hoe noem je alle voedselrelaties in een levensgemeenschap?
A
Voedselketen
B
Voedselcirkel
C
Voedselweb
D
Voedselkring
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de juiste naam voor alle voedselketens in een levensgemeenschap?
A
Een schakel
B
Een voedselrelatie
C
Een voedselweb
Slide 13 - Quizvraag
De pijl in een voedselketen/-web betekent.......
A
"heeft gegeten"
B
"gaat eten"
C
"eet"
D
"wordt gegeten door"
Slide 14 - Quizvraag
Afvaleters behoren tot de reducenten
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quizvraag
In een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel groter
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Welk organisme in de afbeelding hiernaast is een consument van de tweede orde?
A
Konijn
B
paardenbloem
C
wezel
Slide 17 - Quizvraag
Tot welke vak behoren bacteriën?
A
vak 1
B
vak 2
C
vak 3
Slide 18 - Quizvraag
Tot welk vak behoren afvaleters die van dode panda's leven?
A
vak 1
B
vak 2
C
vak 3
Slide 19 - Quizvraag
Tot welke cirkel behoort bamboe?
A
cirkel P
B
cirkel Q
C
cirkel R
Slide 20 - Quizvraag
Bij welke pijl(en) is er sprake van fotosynthese?
A
pijl 1, 2, 3, 6
B
pijl 1, 2, 6
C
pijl 1, 2
D
pijl 3
Slide 21 - Quizvraag
Bij welke pijl(en) is er sprake van verbranding?
A
pijl 1, 2, 3, 6
B
pijl 1, 2, 6
C
pijl 1, 2
D
pijl 3
