§ 8.4 Hoe dragen we ons steentje bij?

Paragraaf 8.4
Hoe dragen we ons steentje bij?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 8.4
Hoe dragen we ons steentje bij?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • welke instellingen er zoal zijn die ontwikkelingslanden helpen
  • hoe Nederlandse bedrijven voordeel kunnen hebben van ontwikkelingshulp
  • wat voor gevolgen de productie door bedrijven kan hebben voor arme landen
  • wat de invloed van jouw koopgedrag is op de situatie in ontwikkelingslanden

Slide 2 - Tekstslide

Wat doet NL aan ontwikkelingshulp?
  • De Nederlandse overheid stelt jaarlijks een bedrag beschikbaar voor ontwikkelingssamenwerking.
  • Daarnaast wordt er jaarlijks geld gereserveerd voor noodhulp aan slachtoffers van oorlogsgeweld en natuurrampen.
  • De overheid geeft subsidies aan Nederlandse bedrijven die in ontwikkelingslanden investeren in fabrieken of andere bedrijven.



Slide 3 - Tekstslide

Wie betaalt de prijs?
  • Individueel: lees de tekst op bladzijde 248
  • Beantwoord vraag 6 a/b/c
  •  klassikaal bespreken
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 6A
Het loon van een arbeider is €0,16 per shirt. De verkoopprijs van een shirt is €25. Hoeveel % van de opbrengst komt terecht bij de arbeider?

Slide 5 - Open vraag

Opdracht 6B
Het minimummaandloon is €85 in Bangladesh. Hoeveel t-shirts moet een arbeider maken om dit te kunnen verdienen?
Ga uit van €0,16 per shirt.

Slide 6 - Open vraag

Opdracht 6C
Het sociaal minimum in Bangladesh is €175 per maand.
Hoeveel zou het loon per t-shirt moeten zijn om een leefbaar loon te verdienen? (tip: gebruik het antwoord van B 532 shirts.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Fair Trade
  • samenwerking tussen kleine boeren om een sterkere partij op de wereldmarkt te zijn
  • verbeteren van werkomstandigheden van arbeiders op de plantages --> betere werkomstandigheden en hogere lonen
  • gegarandeerde minimumprijzen
  • bevorderen van milieu vriendelijk produceren.

Slide 9 - Tekstslide

Kritiek Fair Trade
Het systeem van minimumprijzen werkt overproductie in de hand
  • er zullen meer aanbieders komen
  • hierdoor ontstaat overproductie
  • marktprijzen op de wereldmarkt gaan dalen
  • boeren krijgen een lagere prijs voor hun producten.

Slide 10 - Tekstslide

Fairtradeproducenten organiseren vaak samen reclamecampagnes om
Fairtradeproducten te promoten. Dit ondanks het feit dat deze
producenten elkaars concurrenten zijn.
Noem een reden waarom Fairtradeproducenten, die elkaars
concurrenten zijn, toch op deze manier samenwerken.

Slide 11 - Open vraag

De extra winsten door de fairtradehandel hebben een positieve invloed op
de plaatselijke bevolking in ontwikkelingslanden. Zo wordt er bijvoorbeeld meer geld geïnvesteerd in onderwijs.
Geef een argument waarom investeren in onderwijs goed is voor de
economie van ontwikkelingslanden.

Slide 12 - Open vraag

De handel in Fairtrade cacao is in 2020 met 1.500 ton gestegen. Dat is een stijging van 20% ten opzichte van 2019.

Hoe groot was de totale handel in Fairtrade cacao in 2019?
A
1.530 ton
B
7.500 ton
C
9.000 ton
D
30.000 ton

Slide 13 - Quizvraag

nakijken: opdr 3 t/m 10

  • 3a. € 4,51 miljard ÷ 0,55 × 100 = € 820 miljard of € 820.000.000.000
  •  b. 0,7% – 0,52% = 0,18% 
  •   0,0018 × € 875.000.000.000 = € 1.575.000.000

  • 4. subsidie --> werkgelegenheid in ontwikkelingsland (3) --> meer koopkracht (1) --> meer vraag (2)  --> NL'se export stijgt

  • 5a. Heineken kan goedkoop graan laten produceren.
  • b. De boeren in Afrika kunnen hun graan goed verkopen, werkgelegenheid. 
  • c. Het graan kan beter gebruikt worden voor brood (voedsel) in plaats van bier. 

  • 6a. € 0,16 : € 25 x 100 = 0,64%
  •  b. € 85 ÷ € 0,16 = 531,25 --> minimaal 532 T-shirts.
  •  c. € 175 ÷ 532 = € 0,33 per T-shirt.    

Slide 14 - Tekstslide

nakijken: opdr 7 t/m 10

  • 7. Door te investeren in de bouw van ziekenhuizen en scholen, is de bevolking (en dus het personeel van die bedrijven) gezonder en beter opgeleid. Dat zorgt bijvoorbeeld voor een hogere arbeidsproductiviteit bij die bedrijven.


  • 8. Door samen te werken in coöperaties, hebben de boeren een sterkere positie op de markt. Zij kunnen hogere prijzen eisen voor hun producten dan wanneer ze als kleine boer in hun eentje onderhandelen.

  • 9. De fairtrade minimumprijs is bedoeld om kosten te dekken. 
  • Met de fairtradepremie kunnen boeren investeren. 
  • Een fairtrade boer beslist samen met andere boeren wat er met de winst gebeurt.

  • 10. Door fairtradeproducten te kopen weet je als consument dat je boeren in ontwikkelingslanden steunt. Dat geeft een goed gevoel.




Slide 15 - Tekstslide