H4 Talent h4 par 2 les 1

Talent hoofdstuk 4
Paragraaf 2 'verkennen'
tekst 1. blz. 66
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Talent hoofdstuk 4
Paragraaf 2 'verkennen'
tekst 1. blz. 66

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Paragraaf 1
tekststructuren, signaalwoorden, 
functiewoorden, 
functies van tekstgedeelten
feiten, meningen, kritisch beoordelen

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Je kunt twee kenmerken noemen van een beschouwing.
2. Je kunt uit een gegeven rijtje aangeven welke vaste tekststructuren zich goed lenen voor een betoog.
3. Je kunt n.a.v. tekst 1 via verkennend lezen de belangrijkste informatie uit een tekst halen.

Slide 3 - Tekstslide

Paragraaf 2, een verkenning
-Boven tekst 1: kenmerken van een beschouwing
-Vakboek
-De opdrachten


Slide 4 - Tekstslide

Wat is juist?
A
In een beschouwing komen geen meningen voor
B
Het doel van een beschouwing is informeren en overtuigen
C
Het standpunt van een beschouwing vind je aan het einde van de inleiding
D
Het doel van een beschouwing is opiniëren

Slide 5 - Quizvraag

De stijl van een beschouwing is
A
Persoonlijk
B
Zakelijk
C
Persoonlijk óf zakelijk, afhankelijk van het onderwerp
D
Activerend

Slide 6 - Quizvraag

Sla blz. 82/83 op en noem drie tekststructuren die zich goed lenen voor een beschouwing

Slide 7 - Open vraag

Opdracht
Lees tekst 1 gedurende 1,5 minuut verkennend door. Beantwoord daarna de vragen op de volgende slide.

Slide 8 - Tekstslide

Welke vraag zal beantwoord worden in de tekst?

Slide 9 - Open vraag

In welke alinea wordt het probleem geschetst?
A
Alinea 1: 'De instelling ...
B
Alinea 2: 'Jeroen is ...
C
Alinea 3: Ongeveer de ...
D
Alinea 4: 'Wat voor ...

Slide 10 - Quizvraag

Noteer de eerste drie woorden van het tekstgedeelte dat over de oplossing gaat

Slide 11 - Open vraag

Wat is juist?
A
Het slot hoort eigenlijk niet bij de tekst
B
Het slot bevat een conclusie
C
Het slot is activerend, de rest van de tekst is beschouwend
D
Het slot herhaalt het standpunt

Slide 12 - Quizvraag

Opdracht
Lees tekst 1 nu nauwkeurig door en beantwoord meteen vraag 2a. Tel het aantal vragen.
Tijd: 5 minuten

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel vragen heb je onderstreept?

Slide 14 - Open vraag

Verdeel de vragen in drie groepen. De rijtjes worden niet even lang. Welke groepen onderscheid je? Welke vragen horen bij elkaar?

Slide 15 - Open vraag

Tot slot:

Slide 16 - Tekstslide

Welke vaste tekststructuren lenen zich goed voor een beschouwing?
A
Verklaring, probleem-oplossing en voor-nadelen
B
Tijdsstructuur, vraag-antwoordstructuur en stelling-argumentstructuur
C
probleem -oplossing, vraag-antwoordstructuur en verklaringsstructuur
D
Onderzoekssstructuur, verklaringsstructuur en indelingsstructuur

Slide 17 - Quizvraag

Noteer de eerste drie woorden van het tekstgedeelte dat over de oplossing gaat

Slide 18 - Open vraag