All, every, & each maatwerk extra per 3

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

ALL 
alle / allemaal

All children love french fries
He ate all the cookies

Let op: Na all komt altijd een woord in het meervoud

Slide 2 - Tekstslide

EVERY
elke / iedere
(zonder uitzondering)

Every shop in town was closed.
I love every chocolate flavour!

Let op: Na every komt altijd een woord in het enkelvoud




Slide 3 - Tekstslide

EACH
elke / iedere (afzonderlijk/los van elkaar)

These t-shirts cost $7 each.
Each child gets a cookie.
I love each of my parents equally.

Let op: ALS er een woord na each komt, is dat in het enkelvoud

Slide 4 - Tekstslide

Quiz time!
Quiz time!

Slide 5 - Tekstslide

My brother and sister have one child ___.
A
all
B
every
C
each

Slide 6 - Quizvraag

___ season has its own charms.
A
all
B
every
C
each

Slide 7 - Quizvraag

___ people are equal.
A
all
B
every
C
each

Slide 8 - Quizvraag

Kies uit: both/ all/ each/ every/ none
Today, it rained ... day.

Slide 9 - Open vraag

I've read ___ single card they've sent me. (Both, each, all, every, none)

Slide 10 - Open vraag

write a sentence with all, each or every

Slide 11 - Open vraag

Wat weet je nu over de regels van all / every / each?

Slide 12 - Woordweb