Lezen & Luisteren

Examens Nederlands
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Examens Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel examens moet je doen voor Nederlands?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 2 - Quizvraag

Deze examens doe je voor Nederlands:
A
Lezen, Luisteren, Schrijven, Spreken en Gesprekken voeren
B
Lezen & Luisteren, Schrijven, Presenteren en Debatteren
C
Lezen & Luisteren, Schrijven, Spreken en Gesprekken voeren
D
Lezen, Luisteren, Schrijven, Presenteren en Gesprekken voeren

Slide 3 - Quizvraag

Het examen Lezen & Luisteren telt het zwaarste mee
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Wat is intensief lezen?
A
Hoofdzaken vinden
B
De tekst goed begrijpen
C
Belangrijkste informatie onthouden
D
Bruikbare informatie zoeken

Slide 5 - Quizvraag

Moet je de hele tekst lezen bij zoekend lezen?
A
Ja
B
Nee
C
Misschien
D
Een beetje

Slide 6 - Quizvraag

Verkennend lezen =
A
het lezen van de titel, tussenkopjes, de bron en de afbeeldingen
B
bedoeld om de hoofdgedachte te zoeken
C
bedoeld om te voorspellen waar de tekst over gaat
D
de tekst snel doorlezen, zodat men weet wat je moet doen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen verkennend lezen en globaal lezen?
A
Bij globaal lezen lees je de tekst helemaal en bij verkennend lezen niet.
B
Bij verkennend lezen lees je de tekst helemaal en bij globaal lezen niet.
C
Bij globaal lezen bekijk je de tekst: tussenkopjes, titel, plaatjes enz. en bij verkennend lezen niet.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen globaal lezen en intensief lezen?
A
Globaal lezen is lezen zonder begrip, intensief lezen is langzaam lezen.
B
Globaal lezen is voor fictie, intensief lezen is voor non-fictie.
C
Globaal lezen is snel lezen om de hoofdgedachte te begrijpen, intensief lezen is grondig lezen voor details.
D
Globaal lezen is voor kinderen, intensief lezen is voor volwassenen.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is globaal lezen?
A
Hoofdzaken vinden
B
De tekst goed begrijpen
C
Belangrijkste informatie onthouden
D
Bruikbare informatie zoeken

Slide 10 - Quizvraag

Tijdens mijn stage moet ik veel lezen:
A
Ja
B
Nee
C
Soms
D
Wisselt per dag

Slide 11 - Quizvraag

Je bent een luisterboek aan het luisteren.
Het luisterdoel is...
A
informeren
B
activeren
C
amuseren

Slide 12 - Quizvraag

Je probeert tijdens het luisteren een mening te vormen. Hoe luister je?
A
actief luisteren
B
globaal luisteren
C
precies luisteren
D
kritisch luisteren

Slide 13 - Quizvraag

Tijdens mijn stage moet ik veel luisteren:
A
Ja
B
Nee
C
Soms
D
Wisselt per dag

Slide 14 - Quizvraag