Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
voegwoorden les 47
voegwoorden (signaalwoorden)
toen, nadat, voordat, zodat, doordat
Aan het eind van de les weet je wat deze woorden betekenen en kun je ze gebruiken.
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
voegwoorden (signaalwoorden)
toen, nadat, voordat, zodat, doordat
Aan het eind van de les weet je wat deze woorden betekenen en kun je ze gebruiken.
Slide 1 - Tekstslide
toen, nadat, voordat
Woorden die een
tijd
aangeven.
Slide 2 - Tekstslide
We gingen naar huis,
toen
het heel hard begon te regenen.
1 - 2 -3 toen 1 -3- 2a 2b
Slide 3 - Tekstslide
We gingen naar huis,
nadat
de zon helemaal was ondergegaan.
1 -2 - 3 nadat 1 - 3 - 2
Slide 4 - Tekstslide
We gingen naar huis,
voordat
het erg donker werd.
1 - 2 - 3 voordat 1 - 3 - 2
Slide 5 - Tekstslide
Kijk nog eens goed:
We gingen naar huis, toen het hard begon te regenen.
1 - 2 - 3 toen 1 - 3 - 2
Toen het begon te regenen, gingen we naar huis.
Toen 1 - 3 - 2, 2 - 1 - 3
Slide 6 - Tekstslide
We gingen naar huis, nadat de zon helemaal was ondergegaan.
1 - 2 - 3 nadat 1 - 3 - 2a 2b
Nadat de zon helemaal was ondergegaan, gingen we naar huis.
Nadat 1 - 3 - 2 , 2 - 1 - 3
Slide 7 - Tekstslide
We gingen naar huis, voordat het erg donker werd.
1 - 2 - 3 , voordat 1 - 3 -2
Voordat het erg donker werd, gingen we naar huis.
Voordat 1 - 3 - 2, 2 - 1 -3
Slide 8 - Tekstslide
Maak van 2 zinnen 1 zin:
We hebben gezwommen. Ik moet nog een boodschap doen. (nadat)
Slide 9 - Tekstslide
Maak van 2 zinnen 1 zin:
Ik ga huiswerk maken. Ik drink eerst een glaasje water.
(voordat)
Slide 10 - Tekstslide
Maak van 2 zinnen 1
Ga je mee naar de film? Je bent bij de kapper geweest.
(nadat)
Slide 11 - Tekstslide
Maak van 2 zinnen 1
Je kunt beter naar huis gaan. Het gaat regenen.
(voordat)
Slide 12 - Tekstslide
draai om:
Voordat we gaan zwemmen, moet ik nog een boodschap doen.
Slide 13 - Tekstslide
draai om:
Voordat ik huiswerk ga maken, drink ik eerst een glaasje water.
Slide 14 - Tekstslide
draai om:
Je kunt beter naar huis gaan, voordat het gaat regenen.
Slide 15 - Tekstslide
Arie deed de boodschappen ___ hij eten ging maken.
A
nadat
B
voordat
Slide 16 - Quizvraag
________ het ging regenen, werd de voetbalwedstrijd gestopt.
A
nadat
B
voordat
Slide 17 - Quizvraag
Ze gingen op reis, ________ zij hun koffers hadden ingepakt.
A
nadat
B
voordat
Slide 18 - Quizvraag
Jullie moeten je huiswerk maken, ___ je gaat slapen.
A
nadat
B
voordat
Slide 19 - Quizvraag
______ ze naar school gaan, pakken ze hun tas in.
A
nadat
B
voordat
Slide 20 - Quizvraag
Ik heb drie glazen water gedronken, ____ ik 4 km had gerend.
A
nadat
B
voordat
Slide 21 - Quizvraag
zodat, doordat
woorden van oorzaak en gevolg
Slide 22 - Tekstslide
Het heeft hard gevroren,
zodat
ijs op de sloten ligt.
1 - 2 3 zodat (3) - 1 - 3 - 2
Slide 23 - Tekstslide
Doordat
het hard gevroren heeft, ligt ijs op de sloten.
Doordat 1 - 3 - 2, 2 - 1 - 3
Slide 24 - Tekstslide
kijk nog eens goed:
Het heeft hard gevroren,
zodat
er overal ijs op de sloten ligt.
zodat > gevolg
(zin kan er niet mee beginnen!)
Doordat
het hard gevroren heeft, ligt er overal ijs op de sloten.
doordat > oorzaak
Slide 25 - Tekstslide
______ ik mijn les goed had geleerd, kreeg ik een goed cijfer.
A
zodat
B
doordat
Slide 26 - Quizvraag
De jongen op de e-bike lette niet goed op, ______ hij tegen een boom reed.
A
zodat
B
doordat
Slide 27 - Quizvraag
Ik ben mijn paraplu vergeten, ____ ik nat ben geregend.
A
zodat
B
doordat
Slide 28 - Quizvraag
_________ ik mijn paraplu ben vergeten, ben ik natgeregend.
A
zodat
B
doordat
Slide 29 - Quizvraag
Ik kwam te laat, _____ de bus vertraging had.
A
zodat
B
doordat
Slide 30 - Quizvraag
Ik ben ziek, _____ ik niet naar het feest kan komen.
A
zodat
B
doordat
Slide 31 - Quizvraag
Ik viel van mijn fiets. De weg was glad.
(maak 1 zin door een voegwoord in de zin te gebruiken)
Slide 32 - Open vraag
Welke woorden vind je nog moeilijk om te gebruiken?
toen
nadat
voordat
zodat
doordat
Slide 33 - Poll
zelfstandig werken
Klare taal maken les 47
Toen, nadat, voordat, zodat , doordat
bladzijde 126
Slide 34 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
voegwoorden (signaalwoorden)
Juni 2023
- Les met
33 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
1G2 - di 4 juni 24 - 1e, 2e, 3e uur - Stil lezen, nadat/voordat/toen, schrijf een verjaardagskaart, taak disk thema 5
Juni 2024
- Les met
40 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
onderschikkende voegwoorden en verbindende bijwoorden.
Februari 2024
- Les met
17 slides
NT2
ISK
Dierenrechten 1
April 2022
- Les met
13 slides
Filosofie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
voegwoorden 2
Juli 2023
- Les met
24 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
IJsbereiding - Productieproces
April 2021
- Les met
32 slides
Voeding
MBO
Studiejaar 3
Skills les ijs
April 2024
- Les met
22 slides
Voeding
MBO
Studiejaar 1
onderschikkende voegwoorden en verbindende bijwoorden.
Maart 2024
- Les met
27 slides
NT2
ISK