les 7 thema 2 m1a

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop opstarten en inloggen bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeld naar mij.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.
timer
1:00
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop opstarten en inloggen bij lessonup.
Daarna je laptop omdraaien met het beeld naar mij.
Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Terugblik doelen vorige week.   
Uitleg nieuwe doelen.   
Opdrachten maken.   
Afsluiten; hoe is het deze les gegaan? 

Slide 2 - Tekstslide

Vorige week.
De tekeningen, wat viel me op en hoe zijn ze nagekeken?

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog/al?
Vijf vragen over de leerdoelen van vorige week:
"De verschillen in cellen van een plant en van een dier."


Slide 4 - Tekstslide

Bladgroenkorrels zitten in de kern van een plantencel.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Welk onderdeel heeft een plantencel niet
A
Bladgroenkorrels
B
Celwand
C
vacuole
D
Hij heeft ze allemaal wel

Slide 6 - Quizvraag

Wat heeft een plantencel wel
wat een dierlijke cel niet heeft?
A
celkern
B
celplasma
C
celmembraan
D
bladgroenkorrels

Slide 7 - Quizvraag

Hoe noem je bij een plantencel het blaasje met vocht?
A
celplasma
B
celkern
C
bladgroenkorrel
D
vacuole

Slide 8 - Quizvraag

Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven? Sleep het juiste onderdeel naar het juiste vakje. 
Celwand
Celkern
Bladgroenkorrel
Celplasma
Vacuole

Slide 9 - Sleepvraag

Welke vragen waren lastig?
Huiswerk af? (even controleren).

Vraag: 5, 6 en 7 (inzicht)

Heb je een andere vraag fout gemaakt en heb je daar hulp/uitleg bij nodig? Vraag me dan straks nog even om uitleg.

Slide 10 - Tekstslide

Nieuwe leerdoelen deze week: 
-Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.

Slide 11 - Tekstslide

-Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.
Alle cellen van planten en dieren hebben een celkern. De celkern regelt wat er in de cel gebeurt. 

In de celkern liggen chromosomen. Dit zijn lange, dunne draden. Mensen hebben in elke celkern 46 chromosomen.

Slide 12 - Tekstslide

-Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.
In elke menselijke celkern zitten 46 chromosomen.
23 kreeg je van je moeder. 
23 kreeg je van je vader.
De laatste 2 chromosomen (X en Y)
bepalen of je een jongen of een meisje bent

Slide 13 - Tekstslide

-Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.
Chromosomen zijn onder de microscoop zichtbaar tijdens de celdeling.

Slide 14 - Tekstslide

-Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.
Iedere celkern bevat chromosomen = langgerekte dunne Draden die bestaan uit DNA opgerold in eiwitten 

Slide 15 - Tekstslide

-Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.
Elke cel van je lichaam 
bevat de informatie voor 
al je erfelijke eigenschappen.

Slide 16 - Tekstslide

Wat is DNA?
Een 'streepjescode' voor alle erfelijke eigenschappen, bijv.
       - oogkleur
       - lengte
       - krullen
maar ook:
       - muzikaal
       - vrolijk

Slide 17 - Tekstslide

-Je kunt de kenmerken van 
chromosomen noemen.

En je hebt ongeveer 100.000 miljard cellen!
Je hebt 2 meter DNA in elke cel.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

timer
10:00
Leerdoelen:
-Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.
-Je kunt een "biologische" tekening maken.
Kun je bereiken door:
-Te bestuderen/lezen: De tekst van basisstof 4 
-Te maken: Basisstof 4 opdracht 1 t/m 9.
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.   
-Je kennis te toetsen met de flitskaarten en het maken van de test je zelf.

Morgen:
-Je tekenregels te gebruiken.
-Te tekenen opdracht 9 en 10.
Meer leren over DNA?  Ga dan naar 
https://maken.wikiwijs.nl/62458

Extra oefenen? Ga dan naar 
https://biologiepagina.nl
Eind van de les nog een paar (9) vragen via lessonup.
Eerst 10 minuten zelf in stilte,
daarna mag je overleggen. 

Slide 20 - Tekstslide

Afsluiting.
Hoe ver ben je gekomen? 
Ga je thuis nog wat doen om de doelen te bereiken? Zo ja, wat?

Leerdoelen al gehaald? Een paar vragen om dat te controleren.

Slide 21 - Tekstslide

Wat ga morgen bij het maken van de tekeningen op letten?

Slide 22 - Open vraag

Erfelijke eigenschappen heb je van je ouders gekregen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Wat staat in de juiste volgorde van groot naar klein
A
celkern, chromosoom, DNA
B
celkern, DNA, chromosoom
C
DNA, chromosoom, celkern

Slide 24 - Quizvraag

Elke gewone lichaamscel van de mens bevat
A
23 Chromosomen
B
34 Chromosomen
C
46 Chromosomen
D
92 Chromosomen

Slide 25 - Quizvraag

Waar bestaan chromosomen uit?
A
Celplasma
B
DNA

Slide 26 - Quizvraag

Welke uitspraak over chromosomen is FOUT?
A
Chromosomen bestaan uit DNA
B
Chromosomen liggen in het cytoplasma
C
Een mens heeft 46 chromosomen per cel
D
Niet ieder dier heeft evenveel chromosomen

Slide 27 - Quizvraag

In elke celkern liggen chromosomen.
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quizvraag

DNA bevat informatie voor erfelijke eigenschappen.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Laatste vraag: De erfelijke eigenschappen voor de oogkleur bevinden zich alleen in de ogen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Volgende les tekenen (voor een cijfer).
En als je daar tijd voor hebt verder weken aan de opdrachten.

Genoteerd wat je thuis gaat doen?  
Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.

Slide 32 - Tekstslide