Je bestudeert zelfstandig de orientatiekennis die aansluit bij de stof die behandeld wordt in de les.
Dit doe je door:
- de tekst van de betreffende kenmerkende aspecten in het boek te lezen
- eventueel de extra uitlegfilmpjes te kijken (paarse dia's= niet verplicht, wel verstandig als je niet zoveel meer weet van de onderbouw)
- de vragen te beantwoorden
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Orientatiekennis
Je bestudeert zelfstandig de orientatiekennis die aansluit bij de stof die behandeld wordt in de les.
Dit doe je door:
- de tekst van de betreffende kenmerkende aspecten in het boek te lezen
- eventueel de extra uitlegfilmpjes te kijken (paarse dia's= niet verplicht, wel verstandig als je niet zoveel meer weet van de onderbouw)
- de vragen te beantwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Lees eerst
Oriëntatiekennis op pagina 76 en 77:
Kenmerkende Aspecten 34 en 36.
En/of bekijk de video's.
Slide 2 - Tekstslide
Herhaling KA 30: Welk land werd in 1776 als eerste een democratie?
A
Frankrijk
B
Nederland
C
Verenigde Staten
D
Groot-Brittannië
Slide 3 - Quizvraag
Herhaling: wat was de houding van veel verlichte denkers zoals Voltaire tot religie?
A
Ze geloofden niet (atheïsme)
B
Ze waren katholiek
C
Ze geloofden in een onpersoonlijke god (deïsme)
D
Ze stelden niet te weten of god bestaat (agnostiek)
Slide 4 - Quizvraag
Herhaling: na de investituurstrijd...
A
kwam er een scheiding tussen kerk en staat
B
kreeg de paus het verbod zich met politiek bezig te houden
C
kwam er onderscheid tussen geestelijke en wereldlijke macht
D
hielden vorsten zich niet meer bezig met het geloof
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Video
In welke periode ontstonden de eerste confessionele partijen?
A
Voor 1848
B
Tussen 1848 en 1900
C
Tussen 1917 en 1945
D
Na 1945
Slide 7 - Quizvraag
Welke van onderstaande voorbeelden is een confessionele partij?
A
CDA
B
PvdA
C
VVD
D
Forum voor Democratie
Slide 8 - Quizvraag
Vanaf wanneer was er algemeen kiesrecht in Nederland?
A
1815
B
1848
C
1917
D
1919
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een belangrijk verschil tussen confessionelen en conservatieven in de negentiende eeuw?
A
Confessionelen willen iets doen voor de armen
B
Confessionelen steunen het koningshuis niet
C
Confessionelen zijn voor de idealen van de Franse Revolutie
D
Confessionelen zijn democraten
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Video
Wat hebben confessionelen en feministen gemeen?
A
Het zijn emancipatiebewegingen
B
Ze willen allebei algemeen stemrecht
C
Ze zijn allebei tegen het socialisme
D
Ze vinden het gezin de belangrijkste samenlevingsvorm
Slide 12 - Quizvraag
Wat was een belangrijk speerpunt voor de feministen van de negentiende eeuw?
A
Strijd om gelijke betaling tussen man en vrouw
B
Meer vrouwen in de top van bedrijven
C
Het recht op abortus
D
Stemrecht voor vrouwen
Slide 13 - Quizvraag
Waarom was de pacificatie van 1917 een overwinning voor de confessionelen en een teleurstelling voor de feministen?
Slide 14 - Open vraag
Waarom was de invoering van het algemeen kiesrecht in 1919 voor confessionelen een verlies, maar uiteindelijk toch ook een overwinning?
Slide 15 - Open vraag
Lees eerst
Oriëntatiekennis blz 86:
Kenmerkend Aspect 48.
En/of bekijk de volgende video's.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Wat betekent secularisering?
A
Sympathie voor het communisme
B
Een groeiende generatiekloof
C
Afname van de invloed van godsdienst op de maatschappij
D
De opkomst van jongerenculturen
Slide 18 - Quizvraag
Jongeren in de jaren '60 zetten zich af tegen de ontwikkelingen uit de negentiende eeuw, maar omarmden sommige idealen juist ook. Leg dit uit aan de hand van twee voorbeelden uit de negentiende eeuw.
Slide 19 - Open vraag
Type hier de alinea die je gemaakt hebt over vrouwenemancipatie in de jaren '60