4e kw Dc4.4.8 Les 3

Datacummunicatie 4
  • Domeinnaam.
  • Hosting.
  • DNS settings.
  • DHCP
  • NAT
  • FTP en Telnet
  • Quiz
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICT MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Datacummunicatie 4
  • Domeinnaam.
  • Hosting.
  • DNS settings.
  • DHCP
  • NAT
  • FTP en Telnet
  • Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Internet
  • In 1974 wordt het transmissie control protocol / internet protocol (TCP/IP) ontwikkeld
  • TCP/IP omschrijft hoe computers met elkaar moeten communiceren. Maakt niet uit welk merk of type je hebt

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TCP en UDP
De meeste datacommunicatie verloopt via het Transmission Control Protocol (TCP) of het User Datagram Protocol (UDP) .


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TCP
De verzender en ontvanger houden elkaar op de hoogte of alle pakketjes aankomen. Indien dat niet het geval is kan een pakketje opnieuw worden verzonden.

Belangrijk in gevallen dat data correct moet worden ontvangen.
UDP
De verzender stuurt een bericht naar de ontvanger, maar de ontvanger stuurt geen bevestiging naar de ontvanger. Communicatie gaat hierdoor wel sneller.

Handig voor bijvoorbeeld videoconferencing of VOIP
TCP

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OSI-model en TCP/IP

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communicatie bij TCP/IP
Elke apparaat heeft binnen het netwerk een uniek nummer op basis waarvan hij in een geïdentificeerd kan worden. Dit is het IP-adres. Zo'n adres is nodig om de afzender en geadresseerde van een pakket te definiëren.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IP-adressen
IPv4 adressen: bv. 124.45.198.240 (4 getallen tussen 0 en 255)
  • 232 adressen (ruim 4 miljard)
  • Raken op! Opgelost met NAT (network adress translation

IPv6 adressen: bv. 2001:0db8:85a3:0000:1319:8a2e:0370:7344
  • 8 x 4 hexadecimale getallen (2128 bits lang ofwel 3,4 *1018 adressen!)
  • Wordt nieuwe standaard, maar overstap gaat traag.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IPv4
Een IPv4-adres bestaat uit vier getallen, die gescheiden worden door een punt. Elk groepje omvat 8-bits. Het IPv4-adres is dus 32-bits lang.

voorbeeld
Decimaal: 192.168.19.123
Binair: 11000000.10101000.00010011.01111011


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NAT
Meerdere apparaten toegang te geven tot internet via één openbaar adres. Een privé IP-adres wordt vertaald naar een openbaar IP-adres. Via Network Address Translation (NAT) worden een of meer lokale IP-adressen vertaald in een of meer Global IP-adressen en vice versa om internettoegang te bieden aan de lokale hosts.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt DHCP Dynamic Host Configuration Protocol
  • De computer stuurt een datapakket (met een aanvraag voor een IP adres) naar alle computers binnen het lokale netwerk.
  • Alle computers in het lokale netwerk ontvangen deze dus ook de DHCP server.
  • De DHCP server een datapakket terug met een aanbod voor een IP adres.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DNS Domain Name Server
Domain Name Servers (DNS) zijn het internet-equivalent van een telefoonboek. Ze houden een directory met domeinnamen bij en vertalen deze naar IP-adressen (Internet Protocol).
CDC.CW = 96.31.33.55

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DNS
Een DNS (Domain Name Server) zorgt ervoor dat een domeinnaam naar het juiste IP adres doorverwijst. 
De DHCP server geeft deze informatie door aan uw computer.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Update website met FTP
FTP staat voor File Transfer Protocol en is een protocol voor het versturen en ontvangen van bestanden.
Dit kan handig zijn als je bijv. bestanden van je website wilt wijzigen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Telnet
1. Telnet biedt een clientgebruiker op afstand toegang tot de bronnen van een server.
2. Het Telnet-protocol gebruikt poortnummer 23 voor de verbinding.
3. Telnet maakt geen gebruik van beveiligingsmaatregelen en is daarom onzeker.
4. In Telnet moet de gebruiker eerst inloggen op de externe machine, waarna alle bewerkingen kunnen worden uitgevoerd.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poorten in gebruik
POP poort 110
SMTP poort 25
HTTP poort 80
FTP poort 21
Telnet poort 23

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk - 20 april
  1. Extra informatie doorlezen over TCP/IP en FTP.
  2. Extra filmpjes bekijken
  3. Hoofdstuk 9 Architectuur van netwerken doorlezen voor de volgende les (Hoofdstuk 8 komt te vervallen)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat TCP/IP voor?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

We weten nu dat een IPv4 adres een lengte heeft van 32-bits Hoeveel IPv4 adressen zijn er in totaal?

Slide 21 - Open vraag

2^32 = 4.294.967.296
Een IP adres bestaat uit 4 getallen van 8-bits groot. Wat is dan in decimalen het grootste getal dat mogelijk is?
A
64
B
128
C
255
D
512

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk protocol is sneller?
A
TCP
B
UDP

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als het niet erg is dat er tijdens de datacommunicatie pakketten verloren gaan dan kies je voor dit protocol
A
TCP
B
UDP

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

IP is een connectie-georiënteerd protocol
A
De stelling is juist
B
De stelling is onjuist
C
Hier is geen uitspraak over te doen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

TCP gebruikt IP om zijn data te verzenden
A
De stelling is juist
B
De stelling is onjuist
C
Hier is geen uitspraak over te doen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

TCP is een connectie-georiënteerd protocol
A
De stelling is juist
B
De stelling is onjuist
C
Hier is geen uitspraak over te doen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De gelaagdheid van het TCP/IP protocol is vergelijkbaar met die van het OSI-model
A
De stelling is juist
B
De stelling is onjuist
C
Hier is geen uitspraak over te doen

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ICMP betekent:
A
. International Complementair Monitor Protocol
B
Internet Control Message Protocol
C
IP Control Message Protocol
D
InComplete Message Protocol

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een IP-adres kan of hard gegeven worden(statisch) of bij het opstarten via het net verkregen worden
A
De stelling is juist
B
De stelling is onjuist
C
Hier is geen uitspraak over te doen

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

DHCP kan dynamisch IP-adressen uitgeven
A
De stelling is juist
B
De stelling is onjuist
C
Hier is geen uitspraak over te doen

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies