Leerjaar 2 VOA Dienstverlening en zorg H3 les 3 Werken bij een schoonmaakbedrijf

Leerjaar 2 VOA Dienstverlening en zorg H3 les 3
Plannen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
VOAVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leerjaar 2 VOA Dienstverlening en zorg H3 les 3
Plannen

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
-Je hebt geleerd dat er op schoonmaakmiddelen gevarensymbolen kunnen staan
-Je hebt geleerd wat die betekenen en waarom je erop moet letten
Gevaar voor de gezondheid
milieugevaarlijk

Slide 2 - Tekstslide

Doel: Aan het eind van deze les:
-Weet ik wat slim schoonmaken is
-Weet ik iets over moppen en stofzuigen en de volgorde
-Weet ik wat een werkschema is
-Weet ik dat plannen belangrijk is en waarom

Slide 3 - Tekstslide

Slim schoonmaken
-Slim schoonmaken is van droog naar nat
-Slim schoonmaken is van hoog naar laag
-Dus eerst stofzuigen en dan dweilen/moppen

Slide 4 - Tekstslide

Moppen
-Gladde vloeren maak je schoon door te dweilen of te moppen b.v. zeil of tegels
-Moppen gaat gemakkelijk en vieze vlekken verdwijnen snel. 
-Je gebruikt een mop, een emmer met sop en een emmer met een pers of mandje om het water uit de mop te knijpen.

Slide 5 - Tekstslide

stofzuigen
-De stofzuiger staat niet op de materiaalwagen
-Je gebruikt hem voor vloeren met tapijt af andere vloerbedekking
-Het vuil komt in de stofzuigerzak, die moet je regelmatig verschonen
-Er zijn ook hulpstukken bij een stofzuiger
-Hier kun je b.v. mee in kleine hoekjes komen
-Trek altijd het hele snoer uit en stop de stekker voorzichtig in het stopcontact
-Pas daarna zet je de stofzuiger aan met de aan-uitknop

Slide 6 - Tekstslide

Plannen
-Als je in een vaste volgorde schoonmaakt, ben je eerder klaar
-Je moet je werk dus goed plannen
-Je gaat dus eerst rommel opruimen, afstoffen en stofzuigen
-Daarna ga je met een emmer schoon water of sop aan de slag
-Met een vochtig werkdoekje neem je spullen af, zoals tafels, deuren en kasten, tot slot dweil je de vloer.

Slide 7 - Tekstslide

Werkschema
-Je teamleider heeft altijd een werkschema
-Daar staan alle dagelijkse werkzaamheden in
-De teamleider gebruikt het schema om de taken te verdelen
-En om na het werk te controleren of iedereen netjes en snel heeft gewerkt.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld van een werkschema voor dagelijkse schoonmaak in een kantoorgebouw.

Slide 9 - Tekstslide

De entree
1. Losse rommel opruimen
2. Toegangsdeuren nat afnemen
3. Ruiten van de deur wissen
4. Brievenbussen en bellen afnemen
5. Vloer stofzuigen
6. Vloer moppen

Slide 10 - Tekstslide

De gang
1. Losse rommel opruimen
2. Deuren nat afnemen
3. Vloer stofzuigen
4. Vloer moppen

Slide 11 - Tekstslide

De kantoren
1. Losse rommel opruimen
2. Telefoons en computers afstoffen
3. Kasten en tafels afstoffen
4. Deurknoppen nat afnemen
5. Bureaus nat afnemen
6. Afvalbakken legen en afvalzak vervangen
7. Tapijtvloeren stofzuigen

Slide 12 - Tekstslide

De keuken
1. Losse rommel opruimen
2. Aanrecht en gootsteen reinigen
3. Deurtjes van keukenkastjes reinigen
4. Afvalbak legen en de buitenkant reinigen
5. Afvalzak vervangen
6. Keukenspullen reinigen
7. Vloer vegen
8. Vloer moppen

Slide 13 - Tekstslide

De toiletten
1. Losse rommel opruimen
2. Wc-papier aanvullen
3. Wc-brillen en wc-potten reinigen
4. Wastafels en spiegels reinigen
5. Vloer moppen

Slide 14 - Tekstslide

Let op! Top 3 veilig schoonmaken
1. Lees het symbool op de fles en volg de gebruiksaanwijzing
2. Doe altijd de dop op de fles. Ook tijdens het werk
3. Gebruik huishoudhandschoenen als je met gevaarlijke middelen werkt.

Slide 15 - Tekstslide

Duurzaam schoonmaken
-Niet alle schoonmaakmiddelen zijn gevaarlijk voor de gezondheid
-Maar je moet wel altijd op het milieu letten, dat heet: duurzaam schoonmaken
-Als je duurzaam schoonmaakt, ben je zuinig met water, gebruik je niet te veel schoonmaakmiddel en je gooit afval altijd in een afvalbak.

Slide 16 - Tekstslide

Als ik mijn werk goed plan dan: (1p)
A
ben ik eerder klaar
B
dan werk ik niet beter
C
dan ben ik later klaar
D
dan hoef ik niet zoveel te doen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van slim schoonmaken? (1p)
A
Van laag naar hoog
B
van nat naar droog
C
van vroeg tot laat
D
van hoog naar laag

Slide 18 - Quizvraag

Wat doe je het eerst als je een ruimte binnenkomt (1p)
A
stof afnemen
B
stofzuigen
C
losse rommel opruimen
D
dweilen

Slide 19 - Quizvraag

Wat doe ik eerst in de gang?
Stofzuigen of dweilen? (1p)

Slide 20 - Open vraag

Wat is dit? (1p)

Slide 21 - Open vraag

Wat staat er in een werkschema? (1p)
A
alle dagelijkse werkzaamheden
B
alle materialen die je nodig hebt
C
alle reinigingsmiddelen die je nodig hebt
D
hoe lang je over het schoonmaken mag doen

Slide 22 - Quizvraag

Wanneer gebruik je huishoudhandschoenen? (1p)
A
Als je de gang stofzuigt
B
Als je de computers afneemt
C
Als je met gevaarlijke middelen werkt
D
Als je de keukenkastjes afneemt

Slide 23 - Quizvraag

Zou jij handschoenen dragen als je een wc moet schoonmaken en waarom wel of niet? (1p)

Slide 24 - Open vraag

Noem 2 tips om duurzaam te werken. (2p)

Slide 25 - Open vraag