20240306 BU VIP423A niveau 4 leerjaar 2 les 1.3

VIP423A







Drs. David Lindenaar

Docent burgerschap en maatschappijleer & -kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie

david.lindenaar@vonknh.nl

https://www.linkedin.com/in/david-lindenaar-090aba11/


BURGERSCHAP
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

VIP423A







Drs. David Lindenaar

Docent burgerschap en maatschappijleer & -kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie

david.lindenaar@vonknh.nl

https://www.linkedin.com/in/david-lindenaar-090aba11/


BURGERSCHAP

Slide 1 - Tekstslide

Les 3. Grondrechten (09:45)

Slide 2 - Tekstslide

Afspraken 


  1. Kom op tijd

  2. Elke les maak jij je eigen huiswerk in het boek. Dit boek neem jij elke week mee.

  3. Sla geen vragen over in het boek en antwoord altijd met uitleg.

  4. Voor het huiswerk krijg je een cijfer. Dit cijfer telt mee voor het eindcijfer van het vak Burgerschap.

  5. Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis. Elke les wordt per e-mail nagestuurd.


  6. 6. Deze twee leerjaren maak jij alle lessen uit het boek. Het einddoel van dit vak is bereikt wanneer het hele boek af is en alle toetsen zijn gemaakt.





Slide 3 - Tekstslide

BURGERSCHAP: Kies 4

Boek kwijt? Bestel het via deze link:
https://www.bol.com/nl/nl/p/kies-4/9200000037405467/  
Thema 1 De multiculturele samenleving
Thema 2 Verkiezingen
Thema 3 Gedrag en veiligheid
Thema 4 Aan het werk
Thema 5 Media en consumeren
Thema 6 Wereldburgerschap




Slide 4 - Tekstslide

Planning VIP423A 
Thema 1 : De multiculturele samenleving
Woensdag 14-02-2024: 
Les 1. Cultuur en religie
Woensdag 28-02-2024: 
Les 2. Immigratie en integratie
Woensdag 06-03-2024: 
Les 3. Grondrechten
Woensdag 13-03-2024: 
Les 4. Discriminatie
Woensdag 27-03-2024: THEMA 1: zelfwerktijd

TOETS THEMA 1: 27-03-2024








Woensdag 03-04-2024: 
Les 1 . Democratie: zelfwerktijd


Slide 5 - Tekstslide

timer
20:00

Slide 6 - Tekstslide

Terugblik op 28-02: 

Les 2. Immigratie en integratie

Slide 7 - Tekstslide

Les 2: Immigratie en integratie



Emigratie betekent weggaan uit je eigen land.

Immigratie is juist dat je een land binnenkomt.


Slide 8 - Tekstslide

Les 2: Immigratie en integratie
Push-factoren (1v4)



Mensen verhuizen (push-factoren) om drie soorten redenen:

• politieke motieven;
• economische motieven;
• sociale motieven.


Slide 9 - Tekstslide

Les 2: Immigratie en integratie
Push-factoren (2v4)

Politieke motieven

Politieke motieven hebben te maken met oorlog en geweld.
  • Mensen vluchten omdat ze worden vervolgd in hun eigen land. Ze zijn bijvoorbeeld een tegenstander van de machthebber, of worden vervolgd vanwege hun godsdienst. We noemen hen politieke vluchtelingen
  • Ze vluchten voor geweld, zoals een burgeroorlog.


Slide 10 - Tekstslide

Les 2: Immigratie en integratie
Push-factoren (3v4)


Economische motieven

Economische motieven hebben te maken met werk en carrière- mogelijkheden.
  • Mensen gaan werken in landen waar een tekort aan arbeidskrachten is (arbeidsmigranten).
  • Mensen met een hoge opleiding gaan werken in landen waar ze behoefte aan zulke mensen hebben (kennismigranten). 
  • Mensen uit landen met veel armoede en werkloosheid zoeken een beter bestaan in andere landen (economische vluchtelingen).


Slide 11 - Tekstslide

Les 2: Immigratie en integratie
Push-factoren (4v4)
Sociale motieven

Sociale motieven hebben te maken met relaties tussen mensen.
  • Gezinsvorming: wanneer iemand trouwt met een partner uit het buitenland en ze samen in Nederland gaan wonen.
  • Gezinshereniging: wanneer iemand zijn of haar gezin laat overkomen uit het land dat hij of zij heeft verlaten.

Slide 12 - Tekstslide

Les 2: Immigratie en integratie (1v5)
Pull-factoren


We kunnen drie groepen immigranten van elkaar onderscheiden:

  1. Mensen uit de vroegere koloniën;
  2. Arbeidsmigranten;
  3. Asielzoekers.


Slide 13 - Tekstslide

Les 2: Immigratie en integratie (2v5)
Pull-factoren
Mensen uit de vroegere koloniën 


Koloniën zijn gebieden buiten het eigen land die werden gebruikt om winst te maken.
Nederland had vroeger ook koloniën:
  • Nederlands-Indië (nu Indonesië). Na de onafhankelijkheid in 1949 kwamen Indische Nederlanders en Molukkers naar Nederland.
  • Suriname
  • De (voormalige) Nederlandse Antillen.

Uit Suriname en de (voormalige) Nederlandse Antillen komen en kwamen mensen om te werken of te studeren. Na de militaire coup in 1980 kwamen er ook Surinaamse politieke vluchtelingen naar Nederland.


Slide 14 - Tekstslide

Les 2: Immigratie en integratie (3v5)
Pull-factoren
Arbeidsmigranten


In de jaren zestig van de vorige eeuw waren er personeelstekorten. Er werden daarom buitenlandse arbeidskrachten aangenomen.

Gastarbeiders: arbeidskrachten die tijdelijk in Nederland zouden blijven.
Ze kwamen vooral uit: Italië, Spanje, Griekenland, Turkije en Marokko.


Slide 15 - Tekstslide

Les 2: Immigratie en integratie (4v5)
Pull-factoren
Arbeidsmigranten


Er komen ook arbeidsmigranten uit lidstaten van de Europese Unie.
Zij mogen wonen en werken in heel Europa.
Ze komen bijvoorbeeld uit:
  • Polen
  • Bulgarije
  • Roemenië


Slide 16 - Tekstslide

Les 2: Immigratie en integratie (5v5)
Pull-factoren
Asielzoekers


Mensen die hun land verlaten voor geweld, kunnen asiel aanvragen.

Asiel: toestemming om in het land te verblijven.

Mensen die asiel krijgen zijn officieel erkend als vluchteling.
Ze komen bijvoorbeeld uit: 
Afghanistan, Eritrea, Iran, Somalië, Irak, Syrië, Armenië, Angola en Oekraïne.


Slide 17 - Tekstslide

Les 2: Immigratie en integratie
Het Nederlandse toelatingsbeleid (1v4)

Of een immigrant naar Nederland mag komen hangt af van internationale afspraken:
  • Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
  • Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
  • Vluchtelingenverdrag van Genève
  • Verdrag van Schengen

Volgens deze afspraken mag Nederland niet discrimineren en moet Nederland inwoners de gelegenheid geven tot gezinshereniging en gezinsvorming.

Slide 18 - Tekstslide

Les 2: Immigratie en integratie
Het Nederlandse toelatingsbeleid (2v4)

In heel Europa geldt een restrictief toelatingsbeleid voor mensen van buiten de Europese Unie. Met andere woorden: de EU is heel voorzichtig met het toelaten van buitenlanders.

Toch proberen veel mensen Europa te bereiken, om in een asielprocedure terecht te komen.

De asielprocedure wordt in Nederland gedaan door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND): deze dienst bepaalt wie wordt toegelaten en wie niet. 

Asielzoekers krijgen een verblijfsvergunning als de IND bepaalt dat ze mogen blijven

Slide 19 - Tekstslide

Les 2: Immigratie en integratie
Het Nederlandse toelatingsbeleid (3v4)

Slide 20 - Tekstslide

Les 2: Immigratie en integratie
Het Nederlandse toelatingsbeleid (4v4)

Niet iedere asielzoeker krijgt een verblijfsvergunning. Ze moeten dan terugkeren naar het land waar ze vandaan komen.

Mensen die toch blijven, en zonder vergunning in Nederland wonen, noemen we illegalen.

Nederland stimuleert de komst van expats: hoogopgeleide migranten van buiten de EU die in Nederland werken.

Slide 21 - Tekstslide

Les 2: Immigratie en integratie

Slide 22 - Tekstslide

06-03:

Les 3. Grondrechten

Slide 23 - Tekstslide

Lesdoel 06-03: 
Les 3. Grondrechten


  • Mensenrechten
  • Grondrechten (klassiek en sociaal)
  • Grondwet
DEZE LES MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:

Les 3. Grondrechten:
vraag 01-04 + kernopdracht

Slide 24 - Tekstslide

Zelfwerktijd 06-03: 

Les 3. Grondrechten

Pagina 32 - 36: 
Vragen 01 - 02.
timer
12:00
Ben je klaar? Werk verder.
Les 3: (pag. 32-41)

1
2
3
4

Kernopdracht



Slide 25 - Tekstslide

Les 3. Grondrechten (06:06)

Slide 26 - Tekstslide

De basis van alles - 
de Grondwet


De eerste 23 grondrechten >>>>>>>>>

https://www.denederlandsegrondwet.nl

https://www.denederlandsegrondwet.nl/
id/vjjdado5jqmb/grondwet_volledige_
tekst


Slide 27 - Tekstslide

Wat beschrijft de Grondwet?




De Grondwet is het belangrijkste staatsdocument en hoogste nationale wet van Nederland. Zij bevat de regels voor onze staatsinrichting en de grondrechten van de burgers. De Grondwet regelt de bevoegdheden van het parlement, de ministers en de Koning.

In de Grondwet staan hoe gemeenten en provincies moeten functioneren, hoe wetten worden gemaakt en hoe de rechtspraak in zijn werk gaat. Het belangrijkste in de Grondwet zijn de grondrechten en plichten van alle Nederlanders in de Grondwet staan opgenomen.



Slide 28 - Tekstslide

Zelfwerktijd 06-03: 

Les 3. Grondrechten

Pagina 37 - 41: 
Vragen 03 - 4 + kernopdracht.
timer
15:00
Ben je klaar? Werk verder.
Les 3: (pag. 32-41)

1
2
3
4

Kernopdracht



Slide 29 - Tekstslide

Grondrechten: 
klassiek en sociaal



Klassieke grondrechten bieden de burgers met name bescherming tegen de overheid, zoals het recht van vrije meningsuiting.
 
Sociale grondrechten leggen opdrachten voor de overheid vast om voorzieningen te treffen voor het maatschappelijk functioneren van de burger, zoals de zorg van de overheid voor de bescherming van het milieu.

Slide 30 - Tekstslide

Les 3. Grondrechten

Slide 31 - Tekstslide

Terugblik 06-03: 
Les 3. Grondrechten


  • Mensenrechten
  • Grondrechten (klassiek en sociaal)
  • Grondwet
DEZE LES MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:

Les 3. Grondrechten:
vraag 01-04 + kernopdracht

Slide 32 - Tekstslide