23-3 3TH

Wednesday


March twenty-third
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wednesday


March twenty-third

Slide 1 - Tekstslide

Today

  • Grammar
  • Phrases
  • Work by yourself
  • Recap 

Slide 2 - Tekstslide

Grammar

imperative, allowed to, irregular verbs

Slide 3 - Tekstslide

Imperative

Je gebruikt de gebiedende wijs (in het Engels dus imperative) wanneer je iemand vertelt wat diegene moet doen.
Dit kan een bevel, waarschuwing, advies of aanwijzing zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Imperative
Een zin in de gebiedende wijs begint altijd met het hele werkwoord!


Hurry up!                                                           Close the window!
Be Quiet!                                                            Stop fighting!

Slide 5 - Tekstslide

Imperative
Je gebruikt don't als iemand iets niet moet doen. Don't staat dan vooraan in de zin.

Sit down!
Open your books!
Be quiet!
Don't sit down!
Don't open your books!
Don't be quiet!

Slide 6 - Tekstslide

Wees op tijd!
A
Take your time.
B
Are on time.
C
Be on time.
D
Come in the right time.

Slide 7 - Quizvraag

Ga naar boven!
A
Turn up
B
Go upstairs
C
Go down
D
Up stairs

Slide 8 - Quizvraag


Je mag niet drinken hier!
A
Drink here!
B
Does not drink here.
C
Drink not here.
D
Don't drink here.

Slide 9 - Quizvraag

Schiet op!
A
Shoot up
B
Hurry up
C
Hurry on
D
No hurry

Slide 10 - Quizvraag

Vertaal: Lees jouw boek.
(to read)

Slide 11 - Open vraag

Vertaal: Poets je tanden.
(to brush)

Slide 12 - Open vraag

Vertaal: Niet praten!
(to talk)

Slide 13 - Open vraag

Allowed to
Be allowed to betekent ‘mag’. Het betekent hetzelfde als can (= mag) en may (= mag).

Je maakt een zin door allowed to / can / may + hele werkwoord.
Examples: He is allowed to go now. / He can go now. / He may go now.
Let op: Je mag may en can NIET gebruiken bij past simple, alleen allowed to. - He was allowed to go yesterday.
Staat in een opdracht NIET dat je can/may mag gebruiken dan gebruik je alleen allowed to.



Slide 14 - Tekstslide

Je mag hier niet parkeren.
A
You can't park here.
B
You couldn't park here.
C
You are not allowed to park here.

Slide 15 - Quizvraag

Mogen we deze film kijken vanavond?
A
Are we allowed to watch this film tonight?
B
Can' t we watch this film tonight?
C
Can we watch this film tonight?

Slide 16 - Quizvraag

Pay - ...... - paid
A
pay
B
payed
C
paid
D
pays

Slide 17 - Quizvraag

put - put - .......
A
put
B
puted
C
putted
D
puts

Slide 18 - Quizvraag

........ - swelled - swollen
A
swoll
B
swell
C
swollen
D
swall

Slide 19 - Quizvraag

take - took - ............

Slide 20 - Open vraag

grow - ......... - grown

Slide 21 - Open vraag

........ – ran – run

Slide 22 - Open vraag

Phrases


Unit 5, lesson 4

Slide 23 - Tekstslide

I react ......... to insect bites.
A
intensely
B
badly
C
greatly
D
some

Slide 24 - Quizvraag

That does look nasty, you ....... thing.
A
any
B
greatly
C
poor
D
make

Slide 25 - Quizvraag

In future, be ....... careful!
A
better
B
fully
C
intense
D
more

Slide 26 - Quizvraag

painkillers? - Do - sell - you

Slide 27 - Open vraag

you - Can - else? - recommend - something

Slide 28 - Open vraag

this - of - tree. - insects - There's - a - up - swarm

Slide 29 - Open vraag

Work by yourself
What:
  • Unit 5, lesson 4
  • Practise more grammar & ex. 37-38

How:
  • Till 15:00
  • Recap at the end

Slide 30 - Tekstslide

Recap

Slide 31 - Tekstslide

immediatly. - started - My - swelling - eye

Slide 32 - Open vraag

Vertaal: Lees jouw boek.
(to read)

Slide 33 - Open vraag

Grow - grew - .............

Slide 34 - Open vraag