Par 2 De Outback in Australië

Par 2 De Outback in Australie
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Par 2 De Outback in Australie

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
Blz 26 en 27, alle stukjes

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kent de begrippen bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding.
- Je weet intensieve en extensieve veeteelt is.
- Je kent de ligging van woestijn, steppe en savanne in Australië.
- Je kent de grote woestijnen wereldwijd.
- Je weet de kenmerken van savanne.
- Je weet de kenmerken van steppe.
- Je weet de kenmerken van een woestijn.
- Je kunt uitleggen hoe een woestijn ontstaat.
- Je kunt uitleggen wat de Outback is en waarom het zo genoemd wordt.

Slide 3 - Tekstslide

Quiz
Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen.. 

Slide 4 - Tekstslide

Sleep de onderdelen naar de juiste plek in de afbeelding.
Droog
Verdamping
Nat
Stijgingsregen
droge lucht

Slide 5 - Sleepvraag

Welke breedte is dit? 
Welke breedte is dit?
Welke breedte is dit?
Hoge breedte
Lage breedte

Slide 6 - Sleepvraag

Twee uitspraken:
1. Tropische regenwouden liggen rond de evenaar op hoge breedte
2. Tropische regenwouden zijn altijd warm & vochtig
A
1 en 2 zijn beide goed
B
1 en 2 zijn beide fout
C
1 is goed, 2 is fout
D
1 is fout, 2 is goed

Slide 7 - Quizvraag

Grote delen van het Amazonewoud zijn gekapt, welk begrip hoort daarbij?
A
Herbebossing
B
Ontbossing
C
Ontgroening
D
Broeikaseffect

Slide 8 - Quizvraag

Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf. 

Slide 9 - Tekstslide

Bevolkingsdichtheid
De bevolkingsdichtheid van het grote land Australië is laag: ruim 3 inwoners per km². 
 Kustgebied: dichtbevolkt.
9 van de 10 grootste steden van Australië in
  het oosten en het zuidoosten.
 85% van de Aussies woont minder dan 50 km uit de kust. Binnenland: leeg en bijna onbewoond ongelijke bevolkingsspreiding

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Outback
Reden ongelijke bevolkingsspreiding: de neerslag.
 Kustgebied: voldoende neerslag voor plantengroei, akkers, weilanden, bos.
 Intensieve veeteelt = veel vee per hectare.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Outback
Binnenland: hoe verder van zee, hoe droger.
Outback: geen akkers, alleen vee.
Weinig vee per hectare = extensieve veeteelt.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Droogte
Grote verschillen in neerslag in Australië.
8.000 mm per jaar in de omgeving van Cairns.
250 mm per jaar in het binnenland.

Slide 16 - Tekstslide

Savanne
Noorden van Australië: november t/m april: regentijd Rest jaar: droger, geen tropische bossen maar een savanne

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Steppe
Grootste deel Australië hoort bij de droge gebieden op aarde.
Minder dan 500 mm neerslag per jaar.
250-500mm per jaar: steppe 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Woestijn
< 250 mm per jaar: woestijn door dalende lucht:
1 lucht daalt en warmt op
2 wolken lossen op en de zon gaat schijnen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Dalende lucht
Dalende lucht, warmt op,  warme lucht kan meer waterdamp bevatten, de bewolking lost op: droog

Slide 24 - Tekstslide

Woestijnen
Veel woestijnen liggen net ten noorden en zuiden van de tropen door dalende lucht.

Slide 25 - Tekstslide

Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Slide 26 - Tekstslide

En nu?
Check of alle leerdoelen op je mindmap staan.
Maak de vragen van paragraaf 2.
Bekijk de filmpjes over dit onderwerp. 

Slide 27 - Tekstslide

Waar in Australië wonen de meeste mensen?
A
Het noorden
B
Het zuidoosten
C
Het binnenland
D
Langs de kust

Slide 28 - Quizvraag

Sleep de juiste kenmerken naar het juiste klimaat!
woestijn klimaat
tropisch klimaat
savanne klimaat
steppe klimaat
Het hele jaar bijna geen regen
Hier groeien bomen  en gras
bijna elke dag regen
Hier groeien geen bomen, maar wel gras

Slide 29 - Sleepvraag

Koeien grazen op uitgestrekte graslanden, hoort bij?
A
Intensieve veeteelt
B
Extensieve veeteelt

Slide 30 - Quizvraag

Welke neerslag ontstaat er rond de evenaar?
A
Stijgingsneerslag
B
Stuwingsneerslag

Slide 31 - Quizvraag

Waar vind je dalende lucht?
A
Rond de evenaar
B
Rond de 3O graden NB en ZB

Slide 32 - Quizvraag

Waar valt meer neerslag?
A
Steppe
B
Woestijn
C
Savanne

Slide 33 - Quizvraag

En nu?
Check of alle leerdoelen op je mindmap staan.
Maak de vragen van paragraaf 2.
Bekijk de filmpjes over dit onderwerp. 
Werk verder aan de praktische opdracht.

Slide 34 - Tekstslide