Voorbereiding CP: Leesvaardigheid: herhaling C1 en C2

Voorbereiding CP  C2 (en C1)
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voorbereiding CP  C2 (en C1)

Slide 1 - Tekstslide

Wat is er mis?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is er mis?

Slide 3 - Tekstslide

Mediawijsheid en
betrouwbaarheid
(C1 & C2)

Slide 4 - Woordweb

Mediawijsheid
  • Plagiaat
  • Informatiebubbel
  • Betrouwbaarheid

Slide 5 - Tekstslide

Betrouwbaarheid
  • Vindplaats
  • Belang van de auteur
  • Deskundigheid van de auteur
  • Actualiteit 

Slide 6 - Tekstslide

Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?
Nieuwsartikel van 
De Speld: 
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn aanwijzingen voor een betrouwbare tekst?
A
Voor- en tegenstanders komen allebei aan het woord.
B
De auteur of programmamaker neemt zelf een duidelijk standpunt in.
C
Feiten worden objectief beschreven en de bronnen worden vermeld.

Slide 8 - Quizvraag

Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?
1. Een verhaal over een bekend voetbalechtpaar in roddelblad Story.
Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 9 - Quizvraag

Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?
Nieuwsberichten op www.nu.nl.
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 10 - Quizvraag

Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?
7. een tekst over de inhoud van een boek op de achterflap
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 11 - Quizvraag

Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?
8. een tekst over een afslankmiddel in een folder van de drogist
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 12 - Quizvraag

Noem de 5 tekstdoelen en een voorbeeld. Bijvoorbeeld: diverteren- gedicht

Slide 13 - Open vraag

Hoe beoordeel je een tekst op zijn betrouwbaarheid?

Slide 14 - Open vraag

De actualiteit heeft invloed op de betrouwbaarheid. Kan je een tekst noemen die geen invloed heeft op de betrouwbaarheid?

Slide 15 - Open vraag

Wat is het belangrijkste kenmerk van een feit?

Slide 16 - Open vraag

Voorbereiding C1 en C2 
Je maakt en kijkt na de volgende opdrachten: 

C2: opdracht 1, 2, 3, 4, 6, 7, 5 of8

Slide 17 - Tekstslide