2.3 De groei van het christendom

Tijd van Grieken en Romeinen
2.3 De groei van het christendom
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Tijd van Grieken en Romeinen
2.3 De groei van het christendom

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
1. Leerdoelen terugkoppeling
2. Leerdoelen
3. Theorie
4. Beeldmateriaal
5. Aan de slag
6. Leerdoelen nabespreken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen terugkoppeling
1. Je kunt uitleggen wat de oorzaken en gevolgen waren van romanisering.

2. Je kunt uitleggen waardoor zich in het West-Romeinse Rijk groepen Germanen vestigden en wat daarvan de gevolgen waren.  

3. Je kunt drie verschillen noemen tussen het Oost-Romeinse en West-Romeinse Rijk.

Kenmerkend aspect:

7. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen

1. Je kunt aangeven waarin het jodendom en het christendom zich onderscheidden van de meeste andere religies in de Oudheid.

2. Je kunt uitleggen wanneer en waardoor het christendom uit het jodendom ontstond.

3. Je kunt de groei van het christendom beschrijven en verklaren.
Kenmerkende aspecten:

7. De confrontatie tussen de Griekse-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa.

8. De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheistische godsdiensten. 

Slide 4 - Tekstslide

Theorie

Religie was belangrijk voor de Romeinen. Priesters inspecteerden natuur- en dierengedrag om beslissingen te nemen(?). Goden van overwonnen volken werden getoleerd. Goden waren tevens inwisselbaar. 

Opschrijven: 
Het jodendom was anders, monotheistisch. Joden geloven in één god. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Theorie

Joden leefden in diaspora: verdeeld over vele landen. Maar ze bleven herkenbaar als groep omdat ze vasthielden aan eigen gewoonten en rituelen. 

Opschrijven: 
De Joden geloven in een messias: een door God gezonden persoon die de Joden zou bevrijden van vreemde overheersing. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Theorie

Opschrijven:
Het christendom trok vooral armen en slaven aan omdat rijkdom er niet toe deed om in de hemel te komen. 

In de tweede eeuw ook steeds meer rijken waardoor er geld vrijkwam voor liefdadigheid: steeds meer mensen bekeren zich. 

Slide 10 - Tekstslide

Theorie

Romeinse keizers gingen - net als met Joden - op wisselende manier om met christenen. Joden en Christenen offerden niet aan de Romeinse goden.  Vaak lieten keizers christenen vervolgen en kregen zij de schuld voor branden en misoogsten. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Theorie

Opschrijven:
- Constantijn de Grote wordt de eerste christelijke keizer. 
- In 312 wint hij een veldslag en draagt deze op aan christelijke god.
- Zelf christelijk? Nee, eerder een manier om verdeeldheid in het Romeinse Rijk tegen te gaan.
- In 391 werd het christendom de staatsgodsdienst onder keizer Theodosius. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Beeldmateriaal

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Aan de slag

Maken opdrachten 4, 5, 6 en 9 van het handboek.

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen nabespreken

1. Je kunt aangeven waarin het jodendom en het christendom zich onderscheidden van de meeste andere religies in de Oudheid.

2. Je kunt uitleggen wanneer en waardoor het christendom uit het jodendom ontstond.

3. Je kunt de groei van het christendom beschrijven en verklaren.
Kenmerkende aspecten:

8. De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheistische godsdiensten. 

Slide 18 - Tekstslide