Duits - B 4.1

1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welke spelling is juist?
A
Der name ist ...
B
Der Name ist ...

Slide 4 - Quizvraag

Welke spelling is juist?
A
Das Tier ist hier.
B
Das tier ist hier.

Slide 5 - Quizvraag

Welke spelling is juist?
A
Mein Hund ist groß.
B
Mein Hund ist Groß.

Slide 6 - Quizvraag

Welke spelling is juist?
A
Die Pause Ist kurz.
B
Die Pause ist kurz.

Slide 7 - Quizvraag

Welke spelling is juist?
A
Das ist meine Mutter.
B
Das ist Meine Mutter.

Slide 8 - Quizvraag

Begrijp je wanneer je een hoofdletter moet schrijven?
JA
BIJNA
EIGENLIJK NOG NIET
NEE

Slide 9 - Poll

Slide 10 - Tekstslide

Weet je het nog van de vorige les?

Typ dit getal in cijfers:

dreizehn

Slide 11 - Open vraag

Weet je het nog van de vorige les?

Typ dit getal in cijfers:

eins

Slide 12 - Open vraag

Weet je het nog van de vorige les?

Typ dit getal in cijfers:

zehn

Slide 13 - Open vraag

Weet je het nog van de vorige les?

Typ dit getal in cijfers:

fünfzehn

Slide 14 - Open vraag

Weet je het nog van de vorige les?

Typ dit getal in cijfers:

einhundert

Slide 15 - Open vraag

Weet je het nog van de vorige les?

Typ dit getal in cijfers:

sechs

Slide 16 - Open vraag

Weet je het nog van de vorige les?

Typ dit getal in cijfers:

siebzehn

Slide 17 - Open vraag

Weet je het nog van de vorige les?

Typ dit getal in cijfers:

dreißig

Slide 18 - Open vraag

Weet je het nog van de vorige les?

Typ dit getal in cijfers:

neun

Slide 19 - Open vraag

Weet je het nog van de vorige les?

Typ dit getal in cijfers:

neunzig

Slide 20 - Open vraag

Weet je het nog van de vorige les?

Typ dit getal in cijfers:

neunzehn

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Wat is het geslacht van dit woord?

Mutter
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het geslacht van dit woord?

Mütter
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het geslacht van dit woord?

Hausaufgaben
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die

Slide 26 - Quizvraag

Wat is het geslacht van dit woord?

Adresse
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die

Slide 27 - Quizvraag

Wat is het geslacht van dit woord?

Name
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het geslacht van dit woord?

Handy
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die

Slide 29 - Quizvraag

Wat is het geslacht van dit woord?

Straße
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die

Slide 30 - Quizvraag

Wat is het geslacht van dit woord?

Mädchen
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die

Slide 31 - Quizvraag

Wat is het geslacht van dit woord?

Tier
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die

Slide 32 - Quizvraag

Wat is het geslacht van dit woord?

Telefonnummer
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die

Slide 33 - Quizvraag

Wat is het geslacht van dit woord?

Telefonnummern
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die

Slide 34 - Quizvraag

Wat is het geslacht van dit woord?

Affe
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die

Slide 35 - Quizvraag

Wat is het geslacht van dit woord?

Mäuse
A
mannelijk - der
B
vrouwelijk - die
C
onzijdig - das
D
meervoud - die

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Wat is juist?

A
mein Straße
B
meine Straße

Slide 39 - Quizvraag

Wat is juist?

A
mein Name
B
meine Name

Slide 40 - Quizvraag

Wat is juist?

A
mein Oma
B
meine Oma

Slide 41 - Quizvraag

Wat is juist?

A
mein Kind
B
meine Kind

Slide 42 - Quizvraag

Wat is juist?

A
mein Eltern
B
meine Eltern

Slide 43 - Quizvraag

Wat is juist?

A
mein Buch
B
meine Buch

Slide 44 - Quizvraag

Wat is juist?

A
mein Bücher
B
meine Bücher

Slide 45 - Quizvraag

Slide 46 - Tekstslide

We schrijven deze woordjes nu niet over in je schrift, want je hoeft ze niet te kunnen schrijven.
Maar nu staat niet alles wat je moet leren in je schrift...
Zou je liever deze woordjes ook op het bord zien staan?
Ja beter in de powerpoint
Nee, ik vind het wel in het boek.

Slide 47 - Poll

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide

Hoe ging jouw les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 52 - Poll

Bij welk hoofdstuk ben jij in Duolingo?
1
2
3
4
5
6
7
8
9
>9

Slide 53 - Poll