De bekendste trekvogels zijn de gans, de spreeuw en de ooievaar. Maar niet alle vogels trekken weg. De havik trekt bijvoorbeeld niet weg. En de ekster, de merel en de zwarte kraai ook niet. Zij blijven thuis. Daarom noemt men dat standvogels. Sommige vogels komen van ver naar ons in de winter. Ze komen uit het koude noorden. Onze winter vinden ze warm genoeg. En zo krijgen wij eens andere vogels te zien.