Hoofdstuk 6 - 6.3 Bloedvaten en 6.4 Hart- en vaatziekten

Welkom!
In deze les ga je zelfstandig aan basisstof 3 - Bloedvaten en basisstof 4 - Hart- en vaatziekten werken.
Als je klaar bent en je hebt geen vragen, dan kun je beginnen aan de opdrachten op de site. 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
In deze les ga je zelfstandig aan basisstof 3 - Bloedvaten en basisstof 4 - Hart- en vaatziekten werken.
Als je klaar bent en je hebt geen vragen, dan kun je beginnen aan de opdrachten op de site. 

Slide 1 - Tekstslide

Lees bovenstaande leerdoelen. Hieraan kun jij herkennen wat jij moet kennen of kunnen voor een bepaalde paragraaf.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij over bloedvaten?

Slide 3 - Woordweb

Er zijn drie verschillende soorten bloedvaten.

Slide 4 - Tekstslide

Welke van de drie typen bloedvaten voeren bloed naar een orgaan toe?

Slide 5 - Open vraag

Kijk eens naar de verschillen. Welke bloedvaten hebben een spierwand? En welke bloedvaten hebben kleppen?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Welke bloedvaten hebben een spierwand en kunnen zo het bloed verder duwen?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten

Slide 8 - Quizvraag

Waarom hebben aders kleppen?

Slide 9 - Open vraag

Hoe noem je een bloedvat dat van de nieren naar het hart voert?
A
nierader
B
nierslagader
C
bijnierader
D
bijnierslagader

Slide 10 - Quizvraag

Gebruik de afbeelding of gebruik je boek. In welke volgorde passeert een rode bloedcel de onderdelen van het hart?
A
Linkerkamer - linkerboezem - rechterkamer - rechterboezem
B
Rechterkamer - rechterboezem - linkerkamer - linkerboezem
C
Rechterboezem - inkerboezem - rechterkamer - linkerkamer
D
Rechterboezem - rechterkamer - linkerboezem - linkerkamer

Slide 11 - Quizvraag

Afbeelding route bloedvaten bepalen
Op de volgende dia vul je het antwoord op vraag 2 in.

Slide 12 - Tekstslide

Door welke bloedvaten stroomt het bloed als het van je hoofd naar je been gaat? Sleep de bloedvaten in de juiste volgorde naar de vakken 1 t/m 6. 
beenslagader
bovenste holle ader
hoofdader
aorta
longslagader
longader

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Tekstslide

Hierboven zie je verschillende waardes van de bloeddruk.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de bloeddruk?

Slide 16 - Open vraag

Wat kan een gevolg zijn van een te hoge bloeddruk?
A
Flauwvallen en duizeligheid
B
Veel plassen
C
Schade aan organen
D
Schade aan bloedvaten

Slide 17 - Quizvraag

2

Slide 18 - Video

00:00
Hartritmestoornissen
Als er sprake is van langdurige verstoringen van het normale hartritme kan gesproken worden van hartritmestoornissen.

Oorzaak: storingen die ontstaan bij het verspreiden van impulsen die het samentrekken van het hartspierweefsel veroorzaken. Dit kan komen door stress (teveel adrenaline).

Slide 19 - Tekstslide

00:00
Wat kan het gevolg zijn van hartritmestoornissen?
A
verminderde hartwerking
B
verbeterde hartwerking
C
hartstilstand
D
minder adrenaline

Slide 20 - Quizvraag

Wat kan een gevolg zijn van een te lage bloeddruk?
A
Flauwvallen en duizeligheid
B
Veel plassen
C
Schade aan organen
D
Schade aan bloedvaten

Slide 21 - Quizvraag

2

Slide 22 - Video

00:00
Welke vettige stof is vaak de oorzaak van slagaderverkalking?

Slide 23 - Open vraag

00:00
Wat is slagaderverkalking?
A
vernauwing van het hart
B
vernauwing van de haarvaten
C
vernauwing van de slagaders
D
vernauwing van de aders

Slide 24 - Quizvraag

Hartinfarct
Door slagaderverkalking kunnen bloedvaten verstoppen en kunnen er bloedstolsels ontstaan. Als deze bloedstolsels in andere bloedvaten terechtkomen, kunnen ze die bloedvaten verstoppen. Een verstopping van een kransslagader kan leiden tot een hartinfarct. De hartspier krijgt dan tijdelijk geen zuurstof meer. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Zoek op wat je kunt doen om de kans op hart- en vaatziekten te verkleinen.

Slide 27 - Woordweb

Spelen alleen factoren zoals je leefstijl een rol in het krijgen van hart- en vaatziekten? Of spelen erfelijke factoren ook een rol?
A
Alleen leefstijl
B
Leefstijl en erfelijke factoren
C
Alleen erfelijke factoren
D
Geen van deze factoren

Slide 28 - Quizvraag

Klaar!
Als het goed is, heb je veel geleerd over de verschillende bloedvaten in ons lichaam en de namen van die bloedvaten. Verder weet je wat bijvoorbeeld een hartinfarct is, wat een hoge of lage bloeddruk veroorzaakt en hoe je deze hart- en vaatziekten kunt voorkomen. Ook ken je het begrip 'slagaderverkalking', dat met een moeilijk woord ook wel 'atherosclerose' betekent.
--> Je kunt nu bezig met de opdrachten van 6.3 en 6.4!

Slide 29 - Tekstslide