Spaans d1a 16092020

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy?
1. Leerdoelen
2. La pronunciación
3. ¡A trabajar!
4. Pausa (12:40)
5. Los artículos
6. Los deberes

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen tarea 1 
  • Ik kan begroeten en afscheid nemen
  • Ik kan mijn naam zeggen en iemands naam vragen 
  • Ik kan tot 10 tellen 
  • Ik ken Spaanse woorden die ik kan afleiden uit het NL of EN

Slide 3 - Tekstslide

La pronunciación

  1. Open je Spaans lesboek (el libro de alumno).
  2. Ga naar bladzijde 10.
  3. We luisteren samen naar de uitspraak.

de uitspraak

Slide 4 - Tekstslide

El alfabeto 

Slide 5 - Tekstslide

La pronunciacion 

  • Welke letter wordt niet uitgesproken?
  • Welke klanken kent het Nederlands niet?
  • Welke letters kunnen op verschillende manieren uitgesproken worden?

Slide 6 - Tekstslide

De uitspraakregels
Probeer nu zelfstandig de uitspraakregels van pagina 19 in je leefboek in te vullen.

Als hulpsteun kan je het filmpje op pagina 18 van je module gebruiken 



Slide 7 - Tekstslide

¡A trabajar! 
  1.  Open je libro de alumno (lesboek) op pagina 12
  2.  Bekijk opdracht 3 
  3.  Vul de woordenlijst 'en la clase' aan 
samen bespreken

Slide 8 - Tekstslide

¡A trabajar! 
  1.  Open je libro de alumno (lesboek) op pagina 12
  2.  Bekijk opdracht 3 
  3.  Vul de woordenlijst 'en la clase' aan 
samen bespreken

Slide 9 - Tekstslide

Los artículos 

In het Spaans zijn lidwoorden (de/het/een) altijd met nummer en geslacht gelijk aan het zelfstandig naamwoord. 

Geslacht = is het een mannelijk of een vrouwelijk woord? 
Nummer = is het woord enkelvoud of meervoud?
De lidwoorden
(de/het/een)

Slide 10 - Tekstslide

Los artículos
De lidwoorden
mannelijk
enkelvoud
vrouwelijk 
enkelvoud
mannelijk
meervoud
vrouwelijk 
meervoud
Bepaald lidwoord
de / het 
el
la
los
las
Onbepaald lidwoord
een / een paar 
un
una
unos
unas

Slide 11 - Tekstslide

Hoe weet ik of een woord 
mannelijk of vrouwelijk is?
  • Een zelfstandig naamwoord is alles waar de/het/een voor kan.

  • Eindigt het zelfstandig naamwoord op -O dan is het mannelijk. 

  • Eindigt het op -a, -dad, -ción dan is het een vrouwelijk woord. 

  • Veel zelfstandige naamwoorden eindigen op een -e of op een medeklinker. Hieraan kun je dus niet zien of ze mannelijk of vrouwelijk zijn. Het is dus slim om bij het leren van de woordjes meteen het lidwoord erbij te leren. Zo kan je je niet vergissen.


¡Let op er zijn uitzonderingen!
(zie reader p.24)

Slide 12 - Tekstslide

Los deberes 
woensdag 23 september - 5e lesuur 
Maken (tekstboek)
  • pagina 10 opdracht 2 en 3 
  • pagina 18 opdracht 1, 2 en 3

Leren: woordjes 'en la clase' 
let op: volgende week is de laatste les voor het SO! Leer thuis goed zodat je in de les nog vragen kan stellen!

Slide 13 - Tekstslide

¡A trabajar! 
1. Open je lesboek op pagina 18 
2. Maak opdracht 1, 2 en 3. 

Slide 14 - Tekstslide

Controlar los deberes
Ejercicio 2                   Ejercicio 3
1.  A                                        1.  J
2. A                                        2. N
3. B                                        3. G
4. B                                        4. V
5. A                                        5. L
6. B 
7. B 
8. A

Slide 15 - Tekstslide