2ha afronding Formuleren H2 (donderdag 10 nov)

WELKOM
  • Neem plaats volgens de plattegrond.
  • Pak alvast je boek
    (blz. 64-65) en schrift, zodat ik het huiswerk kan zien.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WELKOM
  • Neem plaats volgens de plattegrond.
  • Pak alvast je boek
    (blz. 64-65) en schrift, zodat ik het huiswerk kan zien.

Slide 1 - Tekstslide

1. Het huiswerk bespreken
(opdracht 1 t/m 3).
2. De uitleg van Formuleren H2 herhalen.
3. Aan de slag met
opdracht 4 en 5, zodat Formuleren H2 is afgerond.
Wat gaan we vandaag doen?

Slide 2 - Tekstslide

  • Je kunt teksten aantrekkelijker maken door te variëren in woordgebruik.
  • Je weet welke volgordes van zinsopbouw in het Nederlands bestaan.
  • Je kunt een tekst aantrekkelijk maken door te variëren in zinsopbouw.
Lesdoelen

Slide 3 - Tekstslide

We hebben gisteren de brug Formuleren gemaakt ter voorbereiding op
Formuleren hoofdstuk 1, 2 en 3

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 1
1 APO   
2 APO 
3 APO 
4 OPA
5 POA
6 PA
Formuleren H1
Opdracht 1 en 2 (blz 64)

Slide 5 - Tekstslide

Verwijswoorden en synoniemen
Om te voorkomen dat je in een tekst een zelfstandig naamwoord steeds herhaalt, gebruik je verwijswoorden en synoniemen.

  • Omdat de stoep veel ongelukken veroorzaakt, de deze stoep gerestaureerd.
  • Omdat de stoep veel ongelukken veroorzaakt, wordt die gerestaureerd.
  • Omdat de stoep veel ongelukken veroorzaakt, wordt het trottoir gerestaureerd.
Formuleren H1: Variëren in woordgebruik

Slide 6 - Tekstslide

Formuleren H2
Zinsopbouw gaat over de volgorde van de zinsdelen. De meeste zinnen beginnen met het onderwerp (O), dan de persoonsvorm (P) en daarna de andere zinsdelen (A). 

Onderwerp = O
Persoonsvorm = P
Andere zinsdeelen = A

Variatie in zinsopbouw, blz 64-65

Slide 7 - Tekstslide

Persoonsvorm en onderwerp
De persoonsvorm vind je door de zin vragend te maken of de zin van tijd veranderen.

In de zomervakantie worden veel festivals georganiseerd.
  • Worden in de zomervakantie veel festivals georganiseerd?
  • In de zomervakantie werden veel festivals georganiseerd (tt->vt).

Hoe vind je die ook alweer? 

Slide 8 - Tekstslide

Persoonsvorm en onderwerp
Het onderwerp vind je door de vraag te stellen: Wie (of wat) + alle werkwoorden in de zin.

In de zomervakantie worden veel festivals georganiseerd.
  • Worden in de zomervakantie veel festivals georganiseerd?
  • Wie (of wat) worden georganiseerd? 
Veel festivals

Hoe vind je die ook alweer? 

Slide 9 - Tekstslide

Formuleren H2
Zo varieer je in zinsopbouw. 
  • Kies in plaats van de volgorde OPA ook eens voor een andere zinsvolgorde (APO bijvoorbeeld). 
  • Maak zo nu en dan een vraagzin.
  • Gebruik in teksten als advertenties en instructies af en toe de gebiedende wijs.

Onderwerp = O
Persoonsvorm = P
Andere zinsdeelen = A

Variatie in zinsopbouw, blz 64-65

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Formuleren H2
Opdracht 4  en 5 (blz 64)
timer
10:00
Stap 1: Schrijf een tekst van ongeveer 100 woorden over je favoriete seizoen. Varieer hierbij in woordgebruik en zinsopbouw
Stap 2: Wissel je tekst uit met een klasgenoot. Geef bij de zinnen aan of de volgorde OPA, APO, POA of PA is. 
Markeer synoniemen, verwijswoorden en spelfouten.
Stap 3: Herschrijf je eigen tekst aan de hand van de feedback.

Slide 12 - Tekstslide

  • Oefenen met zinsopbouw
  • Zinsopbouw herkennen en toepassen in teksten.

Huiswerk
Voor maandag 14 november
Opdracht 4 en 5 (blz 65)
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

  • Je kunt teksten aantrekkelijker maken door te variëren in woordgebruik.
  • Je weet welke volgordes van zinsopbouw in het Nederlands bestaan.
  • Je kunt een tekst aantrekkelijk maken door te variëren in zinsopbouw.
Lesdoelen

Slide 14 - Tekstslide

Welke zinsopbouw heeft deze zin?

De wedstrijd van komende zondag begint om half drie 's middags.
A
OPA
B
APO
C
PAO
D
POA

Slide 15 - Quizvraag

Waarom is het belangrijk om te kunnen variëren in woordgebruik?

Slide 16 - Open vraag

Op welke twee manieren kun je variëren in woordgebruik?

Slide 17 - Open vraag

Welke zinsopbouw heeft deze zin?

Begint de wedstrijd van komende zondag om half drie 's middags?
A
OPA
B
APO
C
PAO
D
POA

Slide 18 - Quizvraag

Welke zinsopbouw heeft deze zin?

Om drie uur 's middags begint de wedstrijd van komende zondag.
A
OPA
B
APO
C
PAO
D
POA

Slide 19 - Quizvraag

Waarom is het belangrijk om te kunnen variëren in zinsopbouw?

Slide 20 - Open vraag