w51
1 / 23
Lesduur is: 80 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
El año pasado ____________ a San Sebastián de vacaciones. Está en el norte de España, en la costa. Fui con mi familia. ____________ en tren. Lo ____________ fenomenal. ____________ el sol en la playa y ____________ al voleibol también. ____________ fotos y ____________ mensajes a mis amigos. Fue genial. También fui de excusión. Primero ____________ monumentos y luego fuimos a una discoteca. ____________ mucho. ____________ guay.
fuimos
bailé
saqué
fue
tomé
fui
jugué
pasé
visité
mandé
Slide 3 - Sleepvraag
Wanner gebruik je deze tijden?
INDEFINIDO
IMPERFECTO
PERFECTO
je gebruikt deze tijd voor gebeurtenissen op een concreet moment in het verleden die je als afgesloten beschouwt.
je gebruikt deze tijd voor handelingen in het verleden die nog steeds in verbinding staan met het heden.
Je gebruikt deze tijd voor gebeurtenissen die aan de gang waren in het verleden; voor gewoonten in het verleden; voor oorzaken en voor beschrijvingen.
Slide 4 - Sleepvraag
Presente perfecto (he comido/ he amado)
Pretérito indefinido (yo comí/ amé)
Pretérito imperfecto (yo comía/ yo amaba)
hoy
Nunca
Anoche
ESTA mañana/ tarde /noche
Alguna vez
la semana pasada
Hace tres meses
En 2016
Antes
Siempre
Normalmente
Cuando era pequeño/a
Slide 5 - Sleepvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Imperfecto
Hij praatte = ...
Hij praatte = ...
A
habló
B
hablaba
C
hablo
D
habla
Slide 13 - Quizvraag
Imperfecto:
hij ging
hij ging
A
voy
B
iban
C
iba
D
ir
Slide 14 - Quizvraag
Imperfecto
Ik liep = ...
Ik liep = ...
A
camino
B
caminé
C
caminaba
D
he caminado
Slide 15 - Quizvraag
Imperfecto
Era = ...
Era = ...
A
ik/jij was
B
ik/jij ging
C
ik/hij,zij,u ging
D
ik/hij,zij,u was
Slide 16 - Quizvraag
¿Qué 3 verbos en español son irregulares en el Imperfecto?
Slide 17 - Open vraag
¿Cuál es el Imperfecto van 'hay'?
