SCHRIJVEN & FORMULEREN 3 / schrijven van een zakelijke brief

Klantcontact gevorderd
Zakelijke correspondentie 2
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Klantcontact gevorderd
Zakelijke correspondentie 2

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik / vooruitblik
Vorige Lessonup:
  • schrijven van een zakelijke e-mail

In deze Lessonup leer je:
  • schrijven van een zakelijke brief
  • wat zijn de verschillen?

Slide 2 - Tekstslide

Verschil met zakelijke e-mail
Verschil met zakelijke e-mail
Indeling is precies hetzelfde
Zakelijke e-mail versus zakelijke brief

Slide 3 - Tekstslide

Sleep de eerste 5 onderdelen van een zakelijke brief naar de juiste plek.
Plek 3
Plek 2
Plek 1
Plek 4
Plek 5
Geadresseerde
Plaats, datum
Afzender
Onderwerp
Aanhef

Slide 4 - Sleepvraag

Tips voordat je gaat schrijven....
Ga eens rustig zitten en denk goed na over hetgeen je wil bereiken met je brief.


  • Wat wil je zeggen/vragen?
  • Aan wie richt je je brief?
  • Wat wil je bereiken met je brief?
  • Wat verwacht je als reactie op je brief?

Slide 5 - Tekstslide

Opbouw: het begin
Afzender (degene die de brief schrijft)
Plaats/datum
Geadresseerde (aan wie schrijf je de brief?)
onderwerp

Slide 6 - Tekstslide

Opbouw: de brief zelf
Aanhef
Inleiding
Middenstuk
Slot

Slide 7 - Tekstslide

Opbouw: afsluiting
Afsluiting
Ondertekening
Bijlage(n)

Slide 8 - Tekstslide

Zakelijke brief: nog even alle aandachtspunten op een rijtje!

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het eerste onderdeel van een zakelijke brief?
A
Betreft (onderwerp)
B
Slot
C
Afzender
D
Aanhef

Slide 10 - Quizvraag

Moet je een zakelijke brief ondertekenen?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Controle voor jezelf:

  • Je weet nu het verschil tussen een zakelijke e-mail en een zakelijke brief?
  • Je weet nu hoe een zakelijke brief ingedeeld is?

Slide 12 - Tekstslide

Als je NU Nederlands 2e editie gebruikt:

De opdrachten:

  • Als je alles hebt begrepen ga je zelfstandig aan de slag met de opdrachten in NU Nederlands:

Onderdeel SCHR3 , paragraaf 3.3
Examenopdracht maken




Slide 13 - Tekstslide

Als je NU Nederlands 3e editie gebruikt:

De opdrachten:

  • Als je alles hebt begrepen ga je zelfstandig aan de slag met de opdrachten in NU Nederlands:

Schrijven / paragraaf 2.5:
Opdracht 7.

Techniek (studie & beroep):
Opdracht 6 (bewonersbrief).





Slide 14 - Tekstslide