In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Ein Gruppe
Grammatik B, Kapitel 6
Pak je Spick-o-thek vast bij de hand
Slide 1 - Tekstslide
Voorzetsel?
Staat er een voorzetsel in de zin? Dan weet je naar welke kolom je moet kijken
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Geen voorzetsel?
Dan ga je ontleden
1e naamval = onderwerp
3e naavmal = meewerkend voorwerp
4e naamval = lijdend voorwerp
Slide 4 - Tekstslide
Is het der/die/das
Je weet nu in welke van de 3 rijen je moet kijken.
Is het woord wat er achter staat een der, die of das woord?
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Dan weet je de oplossing
Kijk in de ongemarkeerde rij in het juiste vakje. In de ongemarkeerde want dit hadden we eerder al uitgevonden dat dat woord zo vervoegd moet worden als ein.
Let op: Kijk altijd naar het eerste woord. Het woord klein doet er niet toe en mag je doen alsof dat er niet staat!
Slide 7 - Tekstslide
Genoeg uitleg
Jetzt wird geübt!
Slide 8 - Tekstslide
Hast du gegen ....... (onze) Mannschaft (v) gespielt?
A
unseren
B
unser
C
unsere
Slide 9 - Quizvraag
Ich mache jeden Tag mit .... (mijn) iPad (o) die Hausaufgaben
A
meinem
B
meinen
C
meiner
Slide 10 - Quizvraag
Für ..... (zijn) Musik (v) interessiere ich mich.
A
seinen
B
seine
C
sein
Slide 11 - Quizvraag
Ohne ..... (jullie) Männer (mv) kann unsere Mannschaft nicht gewinnen.
A
eure
B
euren
C
euer
D
euere
Slide 12 - Quizvraag
Let op:
euer wordt niet euere, maar eure als het vervoegd moet worden. Staat er in het vakje ein, dan is het euer.
Slide 13 - Tekstslide
Nu zonder voorzetsels
Ontleed dus de zin
Slide 14 - Tekstslide
......(haar) Musik (v) finde ich toll
A
ihr
B
ihre
Slide 15 - Quizvraag
Ich gebe .... (jouw) Oma (v) ein Geschenk.
A
deinem
B
deiner
C
deinen
Slide 16 - Quizvraag
Ich habe .... (mijn) Hausaufgaben nicht gemacht
A
meine
B
meinen
C
mein
Slide 17 - Quizvraag
Einde van de Lesson up. Graag hoor ik of je het hebt begrepen of nog wensen hebt voor de volgende.
Slide 18 - Open vraag
De ein Gruppe
Zijn de woorden die een bezittelijk voornaamwoord zijn. Deze woorden worden op de zelfde manier vervoegd als ein/eine.
Dit zijn de niet-gemarkeerde woorden in de spick-o-thek