Blok 2 Mijn familie

Programma.
  • Nakijken 14, 17, 18, 23
  • Leerdoelen Blok 2 mijn familie
  • Bronnen
  • Tijdvakken/ Tijdlijn.
  • Werken aan je opdrachten.
  • Klokhuis aflevering
  • Leerdoelen herhalen.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programma.
  • Nakijken 14, 17, 18, 23
  • Leerdoelen Blok 2 mijn familie
  • Bronnen
  • Tijdvakken/ Tijdlijn.
  • Werken aan je opdrachten.
  • Klokhuis aflevering
  • Leerdoelen herhalen.

Slide 1 - Tekstslide

Thema 1 Wie ben ik?
Blok 2 Mijn familie


Slide 2 - Tekstslide

Welke vier dingen heb je nodig om kaart te lezen?

Slide 3 - Open vraag

Voeg thematische kaart of een overzichtskaart toe

Slide 4 - Open vraag

Leerdoelen...
Aan het einde van de les kan jij als leerling;
  1. Herkennen en uitleggen wat een bron is.
  2. Kan je uitleggen wat een tijdvak betekent.
  3. Kan je uitleggen waarom er telkens een nieuw tijdvak begint.



Slide 5 - Tekstslide

Waar haal jij je informatie vandaan?

Slide 6 - Open vraag

Informatie opzoeken
  • Om informatie te zoeken gebruik je bronnen.

  • Een bron is iets wat informatie geeft;
- Leraar die wat vertelt.
- Filmpje die wat laat zien (je kunt er informatie uit halen).
- De krant

  • Een bron is iets wat informatie geeft en die informatie kun jij gebruiken.

Slide 7 - Tekstslide

Betrouwbaarheid..
  • Bronnen moet je controleren op betrouwbaarheid.

  • Betrouwbaarheid:
Klopt het wel wat er staat? 
Hoe kun je dat weten? (meerdere bronnen met hetzelfde)



Slide 8 - Tekstslide

Tijd

  • Tijd kan je op meerdere manieren indelen:
- Via tijdvakken (symbolen) ------->    ------->
Is een nieuwe periode in de geschiedenis.
- Doormiddel van een tijdlijn.



Slide 9 - Tekstslide

Tijdvakken
  • Is een nieuwe periode in de geschiedenis.
  • Een tijdvak heeft een begin en een eindjaartal.

  • Een nieuwe tijdvak begint meestal met een grote verandering.
- Uitvinding van de stoommachine.
- Wereldoorlog.

Hoe lang duurt een eeuw?

Slide 10 - Tekstslide

Over welk onderwerp zal dit tijdvak gaan?
A
Pruiken en Revoluties
B
De Wereldoorlogen
C
Regenten en Vorsten
D
De Grieken en Romeinen

Slide 11 - Quizvraag

Over welke periode zal dit tijdvak gaan?
A
1600-1700
B
1800-1900
C
1900-1950
D
1950-nu

Slide 12 - Quizvraag

1500 
v. Chr.
1000 
v. Chr.
500 
v. Chr.
1
500
1000
1500
2000
2050
Sleep de iconen naar de juiste plek in de tijdlijn.

Slide 13 - Sleepvraag

Zelfstandig werken
  • Je mag alleen werken of zacht overleggen met je groepsgenoten.
  • Blok1: blz. 8 t/m 11 van je werkboek.
  • Deze week: Opdracht 2, 3, 5, 6, 7,, 10, 11, 13acd, 14, 17, 18, 23. Klaar?
  • Maak in twee- of drietallen de atlasopdrachten op een stencil. Je krijgt het stencil van mij 
  • Landenregister: blz. 266.
  • Register topografische namen: blz. 267
  • Trefwoordenregister: blz. 300 (Waaronder thema kaarten)

 


Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten.
Lezen blz. 16 en 17 van je lesboek
Maken blok 2 mijn familie: Opdracht 1, 2, 3, 7, 8, 9, 10, 12, 13
Niet maken: Opdracht 4,5,6 
Oordopjes mag met ipad muziek luisteren
Kom je er niet uit? vraag eerst degene die naast je zit.
Kom dan met je werkboek bij de docent.
Klaar? kies een klokhuis aflevering binnen tijdvak wat jij leuk vindt.
Via schooltv --> klokhuis en kies een onderwerp




Slide 15 - Tekstslide

Voor wat gebruik je een bron?
A
Om informatie op te zoeken
B
Om over een onderwerp meer te weten te komen
C
Zowel antwoord A als B zijn GOED

Slide 16 - Quizvraag

Een bron kan zijn...
A
Een krant
B
Dagboek
C
Docent
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 17 - Quizvraag

Stelling: Een tijdvak is een periode uit de geschiedenis.

A
De stelling is juist
B
De stelling is onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Een nieuwe tijdvak begint meestal met een...
A
Leuke gebeurtenis
B
Grote verandering
C
Slechte gebeurtenis
D
Alle antwoorden zijn ONJUIST

Slide 19 - Quizvraag

Leerdoelen...
Aan het einde van de les kan jij als leerling;
  • Herkennen en uitleggen wat een bron is.
Een brons is iets wat informatie geeft.

  • Kan je uitleggen wat een tijdvak betekent.
Een tijdvak is een periode uit de geschiedenis.

  • Kan je uitleggen waarom er telkens een nieuw tijdvak begint.
Een nieuwe tijdvak begint meestal met een grote verandering.

Slide 20 - Tekstslide

Tijd in stukken 
  • Tijd is ook een manier om aan te geven wanneer iets gebeurt en hoelang het duurt. 
  • De geschiedenis van de moderne mens is zo’n lange periode dat we die in stukken hakken.
  • Die stukken noemen we tijdvakken.
  • Een tijdvak of periode begint met een grote verandering, zoals de uitvinding van de stoommachine. 


Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Sleep de tijdvakicoontjes naar de juiste plek en zet de naam van de tijdvakken op de juiste plek.
Tekst

Slide 23 - Sleepvraag

Zelf aan de slag
  • Maak een tijdlijn van je eigen leven
  • Wat ga je doen?:
  • Lees de instructie op het werkblad. En pak een leeg blaadje.
  • Pak een pen/potlood en eventueel een liniaal/geodriehoek. 
  • Hoe: Je maakt de opdracht individueel (rustig overleggen met degene naast je.
  • Tijd: 15 minuten
  • Klaar: Bespreken met je buurman of buurvrouw.
  • Iedereen klaar. Kort klassikaal enkele voorbeelden bespreken.
  • Bewaar je tijdlijn in je werkboek.






timer
20:00

Slide 24 - Tekstslide

Voorbeeld tijdlijn

Slide 25 - Tekstslide

De tien tijdvakken

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht
  • Maak via PowerPoint een tijdlijn van de tien tijdvakken
  • Wat moet er in  komen te staan: Titel, afbeelding en jaartallen.
  • Begin met elke afbeelding van het tijdvak. Vervolgens kies je per tijdvak kies je drie afbeeldingen die passen bij dat tijdvak (Geef een korte uitleg wat je ziet.
  • Een aantal personen, voorwerpen, gebouwen, dieren, een gebeurtenis, uitvinding, of wat je zelf vindt passen bij die tijd.
  • Klaar? Opslaan en stuur naar lvijfhuizen@vechtdalcollege.nl 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Over welk onderwerp zal dit tijdvak gaan?
A
Pruiken en Revoluties
B
De Wereldoorlogen
C
Regenten en Vorsten
D
De Grieken en Romeinen

Slide 29 - Quizvraag

Over welke periode zal dit tijdvak gaan?
A
1600-1700
B
1800-1900
C
1900-1950
D
1950-nu

Slide 30 - Quizvraag

1500 
v. Chr.
1000 
v. Chr.
500 
v. Chr.
1
500
1000
1500
2000
2050
Sleep de iconen naar de juiste plek in de tijdlijn.

Slide 31 - Sleepvraag