P4 Spaans les 3

Leerdoelen les 3
We oefenen met schrijven voor de toets
Moverse por Madrid
  • Je kan naar de weg vragen en de weg wijzen 
  • Je kan het volgorde aangeven
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen les 3
We oefenen met schrijven voor de toets
Moverse por Madrid
  • Je kan naar de weg vragen en de weg wijzen 
  • Je kan het volgorde aangeven

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reader p. 19


examenopdracht 1

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP WB p. 56
9 Preposiciones
Kies de juiste voorzetsel

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Santiago, ciudad de ferias
Tekstboek blz 58
8a. Buenas perspectivas para Santiago de Chile.
Lee el texto y subraya por qué Santiago es una ciudad atractiva para los negocios. ¿Qué productos son importantes para la economia del pais?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

9a En la feria de Santiago.

- Neem mij niet kwalijk.
- Luister. 
Neem mij niet kwalijk.
- Luister u. 
Neemt u mij niet kwalijk

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

9b.  En la feria de Santiago (blz. 58).
47
48
49
50

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

9c En la feria de Santiago.
Na de luisteractiviteit:
Wat betekenen de plaatsbepalingen in het Nederlands?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Preposiciones de lugar blz. 114

Slide 8 - Tekstslide

preposiciones de lugar = plaatsbepalingen 
PREPOSICIONES
al lado de ...
enfrente de ...
lejos de ...
cerca de ...
delante de ...
detrás de  ...
entre ... y ... 
a la derecha de / a la izquierda de
VOORZETSELS
naast ...
tegenover ...
ver van ...
dichtbij ...
vóór ...
achter ...
tussen ... en ... 
rechts / links 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP TB p. 59
9d Compara estas frases con el plano de la feria. ¿Cuáles son verdaderas?
9e Zet twee van de volgende begrippen op de beursplattegrond. Je medestudent probeert te bepalen wat er wel en niet is op de beurs, en waar. Antwoord alleen met o no.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP TB p. 59
10 Explicar el camino
a Lee la descripción del camino desde el hotel y marca la ruta en el plano
b In tweetalen. Bekijk de plattegrond en kies een bestemming. Leg uit hoe je er vanaf het hotel komt.

Slide 12 - Tekstslide

tot hier 18/4
10a. Explicar el camino. (blz 59). Voorafgaand aan de spreekactiviteit: Welke plaatsen kennen jullie in een stad? --> 
  • het bedrijf
  • het kantoor
  • de bar
  • het restaurant
  • de markt
  • de kerk
  • het museum
  • het theater
  • de galerie
  • het strand
  • het park
  • de wijk
  • het stadion
  • de beurs
  • het station
  • het vliegveld


Lugares en una ciudad
  • la empresa
  • la oficina
  • el bar
  • el restaurante
  • el mercado
  • la iglesia
  • el museo
  • el teatro
  • la galería
  • la playa
  • el parque
  • el barrio
  • el estadio
  • la feria
  • la estación
  • el aeropuerto

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

10a. Explicar el camino. (blz 59). Voorafgaand aan de spreekactiviteit: Welke plaatsen kennen jullie in een stad? --> 
  • het bedrijf
  • het kantoor
  • de bar
  • het restaurant
  • de markt
  • de kerk
  • het museum
  • het theater
  • de galerie
  • het strand
  • het park
  • de wijk
  • het stadion
  • de beurs
  • het station
  • het vliegveld

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

10a. Explicar el camino. (blz 59). Voorafgaand aan de spreekactiviteit: -->  expresiones de lugar
  • door de stad /in  de stad
  • in het centrum 
  • vanaf ...
  • tot ...
  • in de richting van ....
  • daar
  • hier in de buurt
  • dicht bij
  • ver (van
  • voor
  • achter
  • links (van)
  • rechts (van)
  • naast
  • tegenover
  • in, op, over
  • tussen .... en  ,,,,,,



  • por la ciudad 
  • en el centro
  • desde .........
  • hasta ......
  • en dirección de ...
  • allí
  • por aquí 
  • cerca (de)
  • lejos (de)
  • delante (de)
  • detrás (de)
  • a la izquierda (de)
  • a la derecha (de)
  • al lado (de)
  • enfrente (de)
  • en 
  • entre .... y .....

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

10a. Explicar el camino. (blz 59). Voorafgaand aan de spreekactiviteit: -->  expresiones de lugar
  • door de stad /in  de stad
  • in het centrum 
  • vanaf ...
  • tot ...
  • in de richting van ....
  • daar
  • hier in de buurt
  • dicht bij
  • ver (van
  • voor
  • achter
  • links (van)
  • rechts (van)
  • naast
  • tegenover
  • in, op, over
  • tussen .... en  ,,,,,,

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

10a. Explicar el camino. (blz 59).
Voorafgaand aan de spreekactiviteit:
Welke instructies kennen jullie om de weg de wijzen? --> werkwoorden
  • gaan  (naar) (je gaat naar / hij/zij u gaat naar)
  • je gaat tot.........
  •  u gaat tot
  • om naar ..... te gaan
  • aankomen               (jij komt aan/ hij/zij / u komt aan)
  • nemen                      (jij neemt / hij/zij/u neemt)
  • overstappen           (jij stapt over/ hij/zij/u stapt over)
  • moeten
  • je moet nemen ...
  • hij/zij u moet nemen ...
  • je moet overstappen naar ....
  • u moet overstppen naar ....
  • uitstappen                (jij stapt uit / hij/zij/ u stapt uit)


  
verbos
  • ir (a) ...             (vas (a) ... / va (a) ...)
  • vas hasta (=je gaat tot)
  • va hasta
  • para ir a ...
  • llegar             (llegas / llega)
  • tomar            (tomas/toma)
  • cambiar        (cambias/cambia)
  • tener que + hele werkwoord  tienes que tomar/cruzar
  • tienes que tomar 
  • tiene que tomar 
  • tienes que cambiar a ....
  • tiene que cambiar a  ....
  • bajar                 ( bajas / baja) 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de weg wijzen
primero
segundo
tomar
seguir (i) 
cruzar
girar
Seguir (i) 
sigo
sigues
sigue
seguimos
seguís
siguen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MP TB p. 60
11 Una visita
Een Spaanse vriend of collega komt je bezoeken. Schrijf hem een e-mail  en leg daarin uit hoe hij vanaf het dichtsbijzijnde vliegveld bij jouw school komt.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 
MP WB p. 56, oef. 9
p. 57, opdracht 11
p. 58 opdrachten 13, 14, 15
p. 59 opdr. 16, 17

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies