a Welke twee wiskundige diagrammen zie je op de plaatjes?
b In 2013 waren er meer bedrijven met wijndruiven in Nederland dan in 2012.
Hoeveel procent meer?
Tip voor opdracht b en c: Kijk goed, want je moet beide tabellen gebruiken!
c Hoeveel bedrijven met wijndruiven waren er in 2014 in Overijssel?
d Had Noord-Brabant in 2017 meer of minder bedrijven met wijndruiven dan in 2015? Hoeveel procent is het verschil?