Bewegingsonderwijs: Quiz 4
1 / 29
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 1:
Welk spel kan je spelen met 3 is teveel?
Welk spel kan je spelen met 3 is teveel?
A
Trefbal
B
Iemand is 'm niemand is 'm
C
Tikspel
D
Chaosbal
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 2:
Hoe heet het spel met 4 matjes aan de ene kant van de zaal, en 4 aan de andere kant?
Hoe heet het spel met 4 matjes aan de ene kant van de zaal, en 4 aan de andere kant?
A
Muurbal
B
Trefbal
C
Chaosdoelenspel
D
Winkel van Sinkel
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 3:
Welke ballen gebruiken we voor trefbal?
Welke ballen gebruiken we voor trefbal?
A
Stuiterballen
B
Handballen
C
Basketballen
D
Foamballen
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 4:
Welke kleur lintjes hebben we in de gymzaal?
Welke kleur lintjes hebben we in de gymzaal?
A
zwart, blauw, geel, groen
B
blauw, rood, paars, groen
C
blauw, groen, geel, rood
D
geel, oranje, blauw, groen
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 5:
Welke kleur is vloer van de gymzaal?
Welke kleur is vloer van de gymzaal?
A
Groen
B
Blauw
C
Grijs
D
Lila
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 6:
Op welke dagen hadden jullie BO?
Op welke dagen hadden jullie BO?
A
Maandag en woensdag
B
Dinsdag en woensdag
C
Woensdag en donderdag
D
Maandag en dinsdag
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 7:
Wat doet deze sporter?
Wat doet deze sporter?
A
Kogelstoten
B
Kogelslingeren
C
Discuswerpen
D
Frisbeeën
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 8:
Welke beroemde sporter is dit?
Welke beroemde sporter is dit?
A
Tiger Woods
B
Usain Bolt
C
Churandy Martina
D
Mike Tyson
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 9:
Van welke club is dit logo?
Van welke club is dit logo?
A
Feyenoord
B
Willem II
C
VVV
D
Vitesse
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 10:
Hoeveel voetbal clubs spelen er in de Eredivisie?
Hoeveel voetbal clubs spelen er in de Eredivisie?
A
16
B
17
C
18
D
20
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 11:
Bij welke sport spring je van een duikplank?
Bij welke sport spring je van een duikplank?
A
Hoogspringen
B
Schoonspringen
C
Duiken
D
Figuurduiken
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 12:
En hoe het als je het precies tegelijk doet?
En hoe het als je het precies tegelijk doet?
A
duospringen
B
samensprong
C
synchroonspringen
D
symboolspringen
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 13:
Welk onderdeel turnen vrouwen wel, maar mannen niet?
Welk onderdeel turnen vrouwen wel, maar mannen niet?
A
Ringen
B
Balk
C
Gelijke brug
D
Rekstok
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 14:
Hoe heet deze beweging?
Hoe heet deze beweging?
A
Flip
B
360
C
180
D
Salto
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 15:
Wat is de Nederlandse norm gezond bewegen bij jongeren jonger dan 18 jaar?
Wat is de Nederlandse norm gezond bewegen bij jongeren jonger dan 18 jaar?
A
Iedere dag 1 uur matig intensief bewegen
B
Iedere dag 30 minuten matig intensief bewegen
C
3 keer in de week matig intensief bewegen
D
5 keer in de week matig intensief bewegen.
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 16:
Bewegen vermindert stress
Bewegen vermindert stress
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 17:
Bewegen zorgt voor:
Bewegen zorgt voor:
A
Gezondheid, Energie, Concentratie, Goede slaap
B
Alleen maar een hele goede slaap
C
Alleen maar een hele goede concentratie
D
Voor een heel erg fit lichaam
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 18:
Waarom is bewegen ook goed voor je hersenen?
Waarom is bewegen ook goed voor je hersenen?
A
Je hersenen krijgen dan andere signalen binnen
B
Je hersenen schudden dan een beetje in de schedel, dat is goed
C
Je hersenen raken beter doorbloed, en krijgen zo meer zuurstof
D
Je hersenen hoeven dan niet zo hard na te denken
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 19:
Wat is een voordeel van spierpijn?
Wat is een voordeel van spierpijn?
A
Dan weet je dat je teveel hebt gedaan
B
Door supercompensatie wordt je sterker
C
Je wordt er lekker moe van
D
Je kunt er goed van slapen
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 20:
Waar liggen de allerkleinste spieren in je lichaam?
Waar liggen de allerkleinste spieren in je lichaam?
A
Ogen
B
Handen
C
Tenen
D
Oren
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 21:
Bij inspanning worden er door de spieren om extra zuurstof gevraagd
Bij inspanning worden er door de spieren om extra zuurstof gevraagd
A
waar
B
niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 22:
Welke stelling is waar?
Welke stelling is waar?
A
Door te bewegen heb je minder kans op hart- en vaatziekten.
B
Bewegen helpt je botten en spieren sterker te maken.
C
Van beweging word je gelukkiger en fitter.
D
Bewegen zorgt voor een hogere bloeddruk en dat is gezond
Slide 25 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 23:
Als je sport dan verlies je vocht. Wat is de functie van vocht verliezen?
Als je sport dan verlies je vocht. Wat is de functie van vocht verliezen?
A
Betere prestatie leveren
B
Afkoelen
C
Warm blijven
D
Afvallen
Slide 26 - Quizvraag
Door zweten
Vraag 24:
Hoeveel liter vocht wordt aanbevolen om dagelijks te drinken?
Hoeveel liter vocht wordt aanbevolen om dagelijks te drinken?
A
0,5-1 L
B
1-1,5L
C
1,5-2L
D
2-2,5L
Slide 27 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Vraag 25:
Hardloopschoenen kun je het beste ...
Hardloopschoenen kun je het beste ...
A
Een maatje te klein kopen
B
Een maatje te groot kopen
C
Precies op maat kopen
D
Zo mooi mogelijk kopen
Slide 28 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 29 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
