Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Economie les
Economie les
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
80 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Economie les
Slide 1 - Tekstslide
§1.1 Wat wil je kopen?
Slide 2 - Tekstslide
Wat denken jullie over kopen?
Winkelcentrum
Met wie?
Geef je wel eens meer uit dan je van plan was?
Hoe komt dit?
Hoe weet jij of de kwaliteit van jouw aankoop goed is?
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen 1.1
In deze paragraaf leer je…
Wat het verschil is tussen basisbehoeften en overige behoeften.
Je weet dat je met goederen en diensten in je behoeften kunt voorzien.
Je kent het verschil tussen consumeren en zelfvoorziening.
Je kunt een geldbedrag op de juiste manier noteren.
Je kunt een gemiddelde berekenen.
Slide 4 - Tekstslide
Behoeften
Iets wat je nodig hebt of graag wilt hebben noemen we
behoeften
.
Er zijn
basisbehoeften
en
overige behoeften
.
basisbehoeften
overige behoeften
Wat voor hulp is voor hen het meest dringend? Kun je twee voorbeelden noemen? Zijn dit basis- of overige behoeften?
Slide 5 - Tekstslide
1.1 Je moet keuzes maken
Primaire behoeften
Secundaire behoeften
Behoeften
Secundaire behoeften:
Alle overige behoeften die je hebt om je leven aangenamer te maken. (luxe goederen en diensten)
Slide 6 - Tekstslide
Verbruiksgoederen
Gaan korte tijd mee, daarna op
Gebruiksgoederen
Gaan lang mee, vaker gebruik
Slide 7 - Tekstslide
Diensten
Niet-tastbare producten.
Ook de kapper levert een dienst.
Ook de fietsenmaker levert een dienst.
Slide 8 - Tekstslide
Goederen en diensten
Goederen kun je vastpakken, diensten
niet.
Goederen en diensten voorzien in je behoeften.
Slide 9 - Tekstslide
Zelfvoorziening & consumeren
Zelfvoorziening
Wanneer je zelf in je eigen behoeften voorziet
Consumeren
Wanneer je
goederen of diensten
koopt om in je behoeften te voorzien
Ben je wel of niet aan het consumeren?
* Op internet bestel je een paar sneakers.
* In je gebit heb je een gaatje. De tandarts brengt een vulling aan.
* Je koopt op internet sieraden om die later op een markt te verkopen.
Slide 10 - Tekstslide
Bereken het gemiddelde
Het totaal van de getallen
= gemiddelde
Het aantal getallen
Slide 11 - Tekstslide
Gemiddelde =
9,2+8,6+8+8,6 = 34,4 : 4 = 8,6
Slide 12 - Tekstslide
1.2 - Wie bepaalt wat je koopt?
Slide 13 - Tekstslide
Leerdoelen 1.2
Slide 14 - Tekstslide
Wat betekent commerciële invloed?
A
Invloed die fabrikanten en winkeliers hebben
B
Invloed die een docent heeft
C
Invloed die vrienden en kennissen hebben
D
Invloed die reclame op sociale media heeft
Slide 15 - Quizvraag
Wie/wat bepaalt wat jij koopt?
Slide 16 - Open vraag
Verschil in behoeften
smaak
geslacht
leeftijd
budget
(= geld dat je kan uitgeven)
Slide 17 - Tekstslide
Invloed op je koopgedrag
Sociale invloed
;
familie, vrienden
Commerciële invloed
;
bedrijven, winkeliers, fabrikanten (door middel van reclames)
Slide 18 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van sociale invloed?
A
Reclame van het nieuwe FIFA spel
B
Je vrienden zeggen dat het nieuwe FIFA spel geweldig is
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Video
Klanten lokken
Reclame
:
winkels trekken aandacht voor een bepaald product
- Ook de Romeinen maakten al reclame
Reclame willen graag dat je:
- Een nieuw product leert kennen
- Met korting een product wel wilt kopen
Slide 21 - Tekstslide
Voorbeeld:
Op een fiets van 350 euro krijg je 15% korting.
Hoe bereken je hoe veel geld je korting krijgt?
Maak van het percentage een decimaal getal. Dit doe je door het getal door 100 te delen. Dus: 15 / 100 = 0,15
Vermenigvuldig het decimale getal met het totaal.
Dus: 0,15 x 350 =
52,50 euro korting
.
Slide 22 - Tekstslide
Procenten/percentage berekenen
Voorbeeld: Op een fiets van 350 euro krijg je 15% korting.
Hoe bereken je hoe veel geld je korting krijgt?
Je rekent eerst de korting om in een decimaal getal (0,15)
Daarna kan je gemakkelijk de korting berekenen
Slide 23 - Tekstslide
1.2 - Wie bepaalt wat je koopt?
Slide 24 - Tekstslide
Wat is het gemiddelde?
A
5
B
2
C
3
D
4
Slide 25 - Quizvraag
Een broek kost 40 euro. Je krijgt 35% korting. Hoeveel euro korting krijg je?
Schrijf je berekening op.
Slide 26 - Open vraag
Een fles shampoo kost 2,10 euro. Je krijgt 40% korting. Hoeveel euro korting krijg je?
Schrijf je berekening op.
Slide 27 - Open vraag
Een mobiele telefoon kost € 180. Je krijgt 30% korting. Wat kost de telefoon?
Slide 28 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
1.1 & 1.2 herhaling
Mei 2023
- Les met
16 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
1.1 & 1.2 herhaling
Januari 2025
- Les met
16 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Par 1.1: Wat wil je kopen?
Oktober 2022
- Les met
13 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Economie intro
Augustus 2022
- Les met
17 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Les 1.1
September 2023
- Les met
13 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
1.1 Wat wil je kopen (basis)
September 2022
- Les met
26 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
M2 1.1 Wat wil je kopen?
September 2022
- Les met
14 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
1.1 Wat wil je kopen ?
Februari 2024
- Les met
47 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1