Hoofdstuk 6.1 HAVO 3C

Welkom 3 Havo C
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom 3 Havo C

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 6.1: De grens over
Lesplanning:
- Instructie over import, export en het rekenen van een quote
- Werken aan de opdrachten
- Instructie over de Europese Unie en protectiemaatregelen
- Werken aan het huiswerk


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 
- Je kunt import en export onderscheiden
- Je kunt a.d.h.v. de exportquote en de importquote beredeneren in welke mate een open economie heeft.
- Je kunt de kenmerken van de EU beschrijven aan de hand van de begrippen interne markt en schaalvergroting.

Slide 3 - Tekstslide

Import

Import = Inkoop van goederen en diensten in het buitenland 

Waarom importeert Nederland?
- Nederland kan een product niet produceren
- Eigen productie is veel te duur
- Bij het importeren de kwaliteit beter is

Slide 4 - Tekstslide

Geef een voorbeeld wat Nederland zou kunnen importeren uit het buitenland?
timer
1:00

Slide 5 - Open vraag

Export

Export = Verkoop van goederen en diensten in het buitenland 
34% van het bbp in Nederland bestaat uit export
Wat zijn de voordelen van exporteren?
- Het levert werkgelegenheid op
- Het zorgt voor inkomen in Nederland
- Het exporteren naar niet-eurolanden levert buitenlands geld (valuta) op

Slide 6 - Tekstslide

Een Japanner slaapt in een hotel in Amsterdam.
Dit is voor Nederland ...
A
Import
B
Export

Slide 7 - Quizvraag

EXPORT
IMPORT

Slide 8 - Tekstslide

Een Japanner slaapt in een Hotel in Amsterdam.
Dit is voor Nederland export

Er is sprake van ...
A
Nederland ontvangt buitenlandse valuta (geld)
B
Nederland betaald buitenlandse valuta (geld)

Slide 9 - Quizvraag

Een Nederlander gaat naar een theatervoorstelling in Parijs
Dit is voor Nederland ...
A
Import
B
Export

Slide 10 - Quizvraag

Open economie 
Open economie = Een economie die veel handel met het buitenland heeft.

Gesloten economie -> Cuba en Noord-Korea.




Wanneer is er sprake van een open economie?
Als een land in % van het nationaal inkomen veel importeert en exporteert en daardoor afhankelijk is van de handel met het buitenland.

Slide 11 - Tekstslide

De Jumbo laat zijn huismerk pasta in Italië produceren.
Dit is voor Nederland ...
A
Import
B
Export

Slide 12 - Quizvraag

Berekenen exportquote en importquote
Bbp = nationaal inkomen = De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten in een land (per jaar).
Bruto binnenlands product

Slide 13 - Tekstslide

Wat bereken je met de exportquote en importquote?
timer
1:00

Slide 14 - Open vraag

Welke conclusie kan je trekken met de exportquote en importquote?
Hoe hoger de exportquote en importquote 

Hoe meer open de economie van het land


Als de wereldhandel groeit...

Dan groeit de economie van een land met een open economie ook

Slide 15 - Tekstslide

Vraag: Wat zijn de voordelen 
van een open economie?


Stap 1: Denk zelf 90 seconde in stilte na over een antwoord.

Stap 2: Overleg daarna 90 seconde met je buurvrouw/buurman in fluisterstem over jullie antwoorden.

Stap 3: We bespreken daarna klassikaal de antwoorden.
timer
1:30

Slide 16 - Tekstslide

Wie geeft antwoord? 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag met de opdrachten!

Huiswerk voor de volgende les: Opdracht 1 tot en met 9


timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Europese Unie
Binnen de EU zijn er verschillende afspraken gemaakt:
1. Vrij verkeer van goederen en diensten 
-> Geen                                     op importproducten vanuit EU landen
-> Geen                             op exportproducten binnen de EU landen

2. Vrij verkeer van arbeid en kapitaal
3. Vrij verkeer van personen

invoerrechten
Belasting om de producten duurder te maken
subsidie
een geldbijdrage om een product goedkoper te maken

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de interne markt?
Landen uit de Europese Unie vormen een interne markt waar vrij gehandeld kan worden. 

Interne markt = De plek zonder binnengrenzen waarbij er sprake is van; vrij verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal in de Europese Unie . 

Voordelen interne markt voor bedrijven:
1. Geen belemmeringen aan de grens
2. Grotere afzetmarkt


Bedrijven worden groter en zijn er 
schaalvoordelen
Economische voordelen als gevolg van een grote productie zoals minder kosten per product. 

Slide 21 - Tekstslide

Handel met landen buiten de EU
Protectiemaatregelen: 
- Exportsubsidies -> prijs van je exportproducten (naar landen buiten de EU) verlagen 
- Invoerrechten -> prijs van je importproducten (naar landen buiten de EU) verhogen 


Wat is het doel van invoerrechten?
- De import van producten uit landen buiten de EU te beperken.
- Het bevorderen van export buiten de EU.
- Het beschermen van de eigen economie en werkgelegenheid. 

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag met het huiswerk!
Huiswerk voor de volgende les: Opdracht 9 tot en met 13


Slide 23 - Tekstslide

Wat hebben jullie geleerd? 
- Je kunt import en export onderscheiden

- Je kunt met de exportquote en de importquote bereken in welke mate een land een open economie heeft.

- Je kunt de kenmerken van de EU beschrijven aan de hand van de begrippen interne markt en schaalvergroting.

Slide 24 - Tekstslide

Wat vonden leuk aan de werkvorm?
Zelf nadenken over de vraag, daarna overleggen en daarna bespreken doormiddel van het rad.

Slide 25 - Open vraag

Wat zouden jullie de volgende keer anders willen zien?

Slide 26 - Open vraag

Wat vonden jullie van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll