Paragraaf 4 De productie van behang

programma
Herhaling diagrammen
huiswerk paragraaf 3 en rekentrainer paragraaf 3
uitleg en maken paragraaf 4
timer
5:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

programma
Herhaling diagrammen
huiswerk paragraaf 3 en rekentrainer paragraaf 3
uitleg en maken paragraaf 4
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Staafdiagram

Slide 2 - Tekstslide

Cirkeldiagram

Slide 3 - Tekstslide

De kantine van een voetbalclub
In de kantine van de voetbalclub
hebben 167 personen meegedaan 
aan een enquête. De vraag was: 
‘Welke snack neem jij het liefst?’ 

De uitkomsten staan in het cirkeldiagram.
Hoeveel mensen namen er een kroket?
Hoeveel broodjes werden er gekocht?

Slide 4 - Tekstslide

huiswerk 
paragraaf 3 opgave 6 en 12 niet
en rekentrainer paragraaf 3
klassikaal  opgave 7 en 8 bespreken


Slide 5 - Tekstslide

leerdoelen
Ik kan benoemen wat er nodig is voor betaalde productie

(Bij onbetaalde productie hebben we nodig; natuur, hulpmiddelen en arbeid)


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Productiefactoren 
  • Voorbeelden?

Slide 8 - Tekstslide

Productiefactoren
Om een stoel te kunnen maken, heb je een aantal "dingen" nodig. Deze dingen noemen we ook wel productiefactoren. We onderscheiden vier verschillende productiefactoren, namelijk:

  1. Natuur
  2. Arbeid
  3. Kapitaal
  4. (Ondernemerschap)

Slide 9 - Tekstslide

Productiefactoren
Natuur:
Om een stoel te kunnen maken heb je materialen nodig, zoals hout. Met natuur bedoelen we dan ook alles wat de natuur levert, zoals grondstoffen, fosiele brandstoffen zoals olie en gas, de grond zelf, lucht, zonlicht en water.


Slide 10 - Tekstslide

Productiefactoren
Arbeid:
Als je al het materiaal verzameld hebt voor je stoel, moet je deze nog in elkaar zetten. We hebben dus arbeid nodig om de stoel daadwerkelijk te kunnen maken. Met arbeid bedoelen we zowel de lichamelijk als geestelijke inspanning die mensen leveren bij het produceren.


Slide 11 - Tekstslide

Productiefactoren
Kapitaal:
Het hout moet gezaagd worden, het ijzer moet gesmeed worden, de onderdelen moeten vastgeschroeft worden. We hebben dus materialen/machines nodig om de stoel te maken. Met kapitaal bedoelen we dan ook gereedschappen, gebouwen, machines en voertuigen.


Slide 12 - Tekstslide

Investeren
  • = het kopen van nieuwe kapitaalgoederen, met als doel meer productie of andere productie. 
  • Bijv. een nieuwe trekker of een nieuwe bedrijfshal

Slide 13 - Tekstslide

huiswerk
maken paragraaf 4 vraag 11 en 12 niet


Slide 14 - Tekstslide

leerdoelen
Ik kan benoemen wat er nodig is voor betaalde productie

Slide 15 - Tekstslide

Produceren en consumeren
Productiefactoren
Om te produceren zijn altijd drie productiefactoren nodig:
  • arbeid (lichamelijk en geestelijk werk)
  • kapitaalgoederen (gebouw, voorraad en machines)
  • natuur (grondstoffen en ruimte)

Slide 16 - Tekstslide

Wat heb je nodig van de productiefactoren?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video