Fictie - personages en perspectief

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
In stilte
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Lesdoel: je weet welke personages er zijn en je weet welke perspectieven er zijn.

- Terugblik
- Opdracht afmaken
- Uitleg theorie
- Verhaal lezen
- Opdrachten maken

Slide 3 - Tekstslide

Hoe kan de schrijver met tijd spelen?

Slide 4 - Woordweb

Wat is de historische tijd?

Slide 5 - Open vraag

Chronologische volgorde houdt in dat het verhaal veel flashbacks heeft.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Opdracht afmaken
- Blz. 7
- Verhaal uitlezen (5 min)
-  Daarna tweetallen opdrachten maken (blz. 7)
- Citeren: "Ik wil ... boeken lezen."
- Daarna klassikaal bespreken
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg theorie: personages en perspectief
De personages in een verhaal zijn onder te verdelen in:
• Hoofdpersonen: het verhaal draait om hen. Je weet wat ze denken en voelen.
• Bijfiguren: deze vervullen slechts een rol ten op opzichte van de hoofdpersoon (tegenstander/helper, enz.). Ze worden eenvoudig beschreven en hebben vaak maar één eigenschap.
Een verhaal gaat uiteindelijk altijd over personages en hun relaties.


Slide 8 - Tekstslide

Uitleg theorie: personages en perspectief
Van belang is daarbij het perspectief. Dit is het gezichtspunt van waaruit een verhaal verteld wordt:
  • ik-perspectief
  • personaal perspectief (hij/zij)
  • alwetend perspectief
  • meervoudig perspectief

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Verhaal lezen
- Blz. 18
- Klassikaal 

Slide 11 - Tekstslide

Opdrachten maken
- Blz. 18
- In groepjes
- Ik deel ze in
- 10 min
- Daarna klassikaal bespreken

Slide 12 - Tekstslide

Wie is de hoofdpersoon van dit verhaal? Leg je antwoord uit.

Slide 13 - Open vraag

Wie zijn de bijfiguren?

Slide 14 - Open vraag

Van welk perspectief is hier sprake? Leg je antwoord uit.

Slide 15 - Open vraag

Het verhaal wordt als één grote flashback verteld. Aan welke zin zie je dat?

Slide 16 - Open vraag

Het verhaal is vrij subjectief. Citeer een zin waaruit dat blijkt.

Slide 17 - Open vraag

Waarom zwijgt het jongetje over Dolly, als de oude vrouw langskomt?

Slide 18 - Open vraag