Openingsbalans stap voor stap

Bart Kats en zijn planten
Open optie 2 en onderstreep of highlight wat volgens jou op de debetzijde van de balans komt.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bart Kats en zijn planten
Open optie 2 en onderstreep of highlight wat volgens jou op de debetzijde van de balans komt.

Slide 1 - Tekstslide

Optie 2
Bert Kats begint een bloemen en plantenwinkel. 

Bert Kats huurt een winkelpand van € 2.000,- per maand. Voordat hij open kan gaan, voert hij eerst een kleine verbouwing uit. Bert Kats verbouwt het pand voor € 10.000,-. Deze verbouwingskosten kan hij in overleg met de belastingdienst in twee jaar in twee gelijke termijnen afschrijven. Aan de verhuurder moet hij de eerste zes maanden huur vooruit betalen. Dit geldt als een soort van borg en krijgt hij pas na het opzeggen van zijn huurcontract van de verhuurder terug. Bert moet de huur in de eerste week van de maand betalen. In de openingsbalans wil hij dit laatste verwerken onder de post borg huur. De verbouwingskosten wil hij op de balans opnemen onder de post vooruitbetaalde verbouwingskosten.

Slide 2 - Tekstslide

Investeringsbegroting
Vaste Activa
Vlottende Activa
Liquide Middelen
Aanloopkosten

Slide 3 - Tekstslide

Hoe pak je het aan? Stap 1
Bert Kats huurt een winkelpand van € 2.000,- per maand. Bert moet de huur in de eerste week van de maand betalen. Voordat hij open kan gaan, voert hij eerst een kleine verbouwing uit. Bert Kats verbouwt het pand voor € 10.000,-. Deze verbouwingskosten kan hij in overleg met de belastingdienst in twee jaar in twee gelijke termijnen afschrijven. Aan de verhuurder moet hij de eerste zes maanden huur vooruit betalen. Dit geldt als een soort van borg en krijgt hij pas na het opzeggen van zijn huurcontract van de verhuurder terug. In de openingsbalans wil hij dit laatste verwerken onder de post borg huur. De verbouwingskosten wil hij op de balans opnemen onder de post vooruitbetaalde verbouwingskosten.



Slide 4 - Tekstslide

Onder welk kopje valt huurkosten?
A
Vaste Activa
B
Vlottende Activa
C
Vlottende activa: Liquide middelen
D
Vlottende activa: Aanloopkosten

Slide 5 - Quizvraag

Vaste Activa
Vlottende Activa
Liquide middelen
Aanloopkosten
Reservering huur 1 maand
€ 2.000

Slide 6 - Tekstslide

2:
Bert Kats huurt een winkelpand van € 2.000,- per maand. Bert moet de huur in de eerste week van de maand betalen. Voordat hij open kan gaan, voert hij eerst een kleine verbouwing uit. Bert Kats verbouwt het pand voor € 10.000,-. Deze verbouwingskosten kan hij in overleg met de belastingdienst in twee jaar in twee gelijke termijnen afschrijven. Aan de verhuurder moet hij de eerste zes maanden huur vooruit betalen. Dit geldt als een soort van borg en krijgt hij pas na het opzeggen van zijn huurcontract van de verhuurder terug. In de openingsbalans wil hij dit laatste verwerken onder de post borg huur. De verbouwingskosten wil hij op de balans opnemen onder de post vooruitbetaalde verbouwingskosten.



Slide 7 - Tekstslide

Onder welk kopje valt borg huur?
A
Vaste Activa
B
Vlottende Activa
C
Vlottende activa: Liquide middelen
D
Vlottende activa: Aanloopkosten

Slide 8 - Quizvraag

Vaste Activa
Borg huur?
Vlottende Activa
Borg huur?
Liquide middelen
Aanloopkosten
Reservering huur 1 maand
€ 2.000
Borg huur?
€ 12.000

Slide 9 - Tekstslide

3:
Bert Kats huurt een winkelpand van € 2.000,- per maand. Bert moet de huur in de eerste week van de maand betalen. Voordat hij open kan gaan, voert hij eerst een kleine verbouwing uit. Bert Kats verbouwt het pand voor € 10.000,-. Deze verbouwingskosten kan hij in overleg met de belastingdienst in twee jaar in twee gelijke termijnen afschrijven. Aan de verhuurder moet hij de eerste zes maanden huur vooruit betalen. Dit geldt als een soort van borg en krijgt hij pas na het opzeggen van zijn huurcontract van de verhuurder terug. In de openingsbalans wil hij dit laatste verwerken onder de post borg huur. De verbouwingskosten wil hij op de balans opnemen onder de post vooruitbetaalde verbouwingskosten.



Slide 10 - Tekstslide

Onder welk kopje valt vooruitbetaalde verbouwingskosten?
A
Vaste Activa
B
Vlottende Activa
C
Vlottende activa: Liquide middelen
D
Vlottende activa: Aanloopkosten

Slide 11 - Quizvraag

Investeringsbegroting
Bedrag
Vaste Activa
Vooruitbetaalde verbouwingskosten
€ 10.000
Vlottende Activa
Liquide middelen
Aanloopkosten
Reservering huur 1 maand
€ 2.000
Borg huur
€ 12.000

Slide 12 - Tekstslide

4:
De planten, die hij bij de start wil hebben, hebben een waarde van € 2.500,-. Van deze eind december ingekochte planten moet hij direct in december€ 1.500,-betalen; het resterende deel mag hij een maand later (in januari) betalen. Hij haalt zijn planten op bij de veiling. Daarvoor schaft hij een busje aan van € 5.250,-. Verder heeft hij een kassa en andere winkelinrichting nodig. Deze hebben samen een waarde van € 1.250,-. Deze spullen brengt hij zelf vanuit zijn privébezit in. In kas wil hij€ 250,- hebben. Voor de financiering geldt dat hij aan spaargeld € 2.500,­inbrengt. Het financieringsgat dat mogelijk bij aanvang ontstaat, financiert hij met een 5%-lening bij de bank. Deze lost hij in vijf jaar in gelijke termijnen af.



Slide 13 - Tekstslide

Onder welk kopje valt de aankoop van planten?
A
Inventaris
B
Vlottende Activa
C
Voorraad
D
Aanloopkosten

Slide 14 - Quizvraag

Investeringsbegroting
Bedrag
Vaste Activa
Vooruitbetaalde verbouwingskosten
€ 10.000
Vlottende Activa
Voorraad
€ 2.500
Liquide middelen
Aanloopkosten
Reservering huur 1 maand
€ 2.000
Borg huur
€ 12.000

Slide 15 - Tekstslide

5:
De planten, die hij bij de start wil hebben, hebben een waarde van € 2.500,-. Van deze eind december ingekochte planten moet hij direct in december€ 1.500,-betalen; het resterende deel mag hij een maand later (in januari) betalen. Hij haalt zijn planten op bij de veiling. Daarvoor schaft hij een busje aan van € 5.250,-. Verder heeft hij een kassa en andere winkelinrichting nodig. Deze hebben samen een waarde van € 1.250,-. Deze spullen brengt hij zelf vanuit zijn privébezit in. In kas wil hij€ 250,- hebben. Voor de financiering geldt dat hij aan spaargeld € 2.500,­inbrengt. Het financieringsgat dat mogelijk bij aanvang ontstaat, financiert hij met een 5%-lening bij de bank. Deze lost hij in vijf jaar in gelijke termijnen af.



Slide 16 - Tekstslide

Onder welk kopje valt de aankoop van het busje?
A
Vaste Activa
B
Vlottende Activa
C
Vlottende activa: Liquide middelen
D
Vlottende activa: Aanloopkosten

Slide 17 - Quizvraag

Investeringsbegroting
Bedrag
Vaste Activa
Vooruitbetaalde verbouwingskosten
€ 10.000
Wagenpark
€ 5.250
Vlottende Activa
Voorraad
€ 2.500
Liquide middelen
Aanloopkosten
Reservering huur 1 maand
€ 2.000
Borg huur
€ 12.000

Slide 18 - Tekstslide

6:
De planten, die hij bij de start wil hebben, hebben een waarde van € 2.500,-. Van deze eind december ingekochte planten moet hij direct in december€ 1.500,-betalen; het resterende deel mag hij een maand later (in januari) betalen. Hij haalt zijn planten op bij de veiling. Daarvoor schaft hij een busje aan van € 5.250,-. Verder heeft hij een kassa en andere winkelinrichting nodig. Deze hebben samen een waarde van € 1.250,-. Deze spullen brengt hij zelf vanuit zijn privébezit in. In kas wil hij€ 250,- hebben. Voor de financiering geldt dat hij aan spaargeld € 2.500,­inbrengt. Het financieringsgat dat mogelijk bij aanvang ontstaat, financiert hij met een 5%-lening bij de bank. Deze lost hij in vijf jaar in gelijke termijnen af.



Slide 19 - Tekstslide

Onder welk kopje valt de kassa en winkelinrichting?
A
Inventaris
B
Vlottende Activa
C
Voorraad
D
Aanloopkosten

Slide 20 - Quizvraag

Investeringsbegroting
Bedrag
Vaste Activa
Vooruitbetaalde verbouwingskosten
€ 10.000
Inventaris
€ 1.250
Wagenpark
€ 5.250
Vlottende Activa
Voorraad
€ 2.500
Liquide middelen
Aanloopkosten
Reservering huur 1 maand
€ 2.000
Borg huur
€ 12.000

Slide 21 - Tekstslide

7:
De planten, die hij bij de start wil hebben, hebben een waarde van € 2.500,-. Van deze eind december ingekochte planten moet hij direct in december € 1.500,-betalen; het resterende deel mag hij een maand later (in januari) betalen. Hij haalt zijn planten op bij de veiling. Daarvoor schaft hij een busje aan van € 5.250,-. Verder heeft hij een kassa en andere winkelinrichting nodig. Deze hebben samen een waarde van € 1.250,-. Deze spullen brengt hij zelf vanuit zijn privébezit in. In kas wil hij € 250,- hebben. Voor de financiering geldt dat hij aan spaargeld € 2.500, ­inbrengt. Het financieringsgat dat mogelijk bij aanvang ontstaat, financiert hij met een 5%-lening bij de bank. Deze lost hij in vijf jaar in gelijke termijnen af.



Slide 22 - Tekstslide

Onder welk kopje valt de kas?
A
Debiteuren
B
Vlottende Activa: Liquide Middelen
C
Eigen Vermogen
D
Aanloopkosten

Slide 23 - Quizvraag

Investeringsbegroting
Bedrag
Vaste Activa
Vooruitbetaalde verbouwingskosten
€ 10.000
Inventaris
€ 1.250
Wagenpark
€ 5.250
Vlottende Activa
Voorraad
€ 2.500
Liquide middelen
Kas
€ 250
Aanloopkosten
Reservering huur 1 maand
€ 2.000
Borg huur
€ 12.000

Slide 24 - Tekstslide

Maak een financieringsplan
Deel het Financieringsplan op in de categorieën

- Eigen Vermogen
- Vreemd Vermogen Lang
- Vreemd Vermogen Kort

Highlight een deel van de tekst die omschrijft hoe de ondernemer voor een bezitting betaalt. 

Slide 25 - Tekstslide