Present Perfect

Zelfstandig
10 min Quizlet chapter 4
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Zelfstandig
10 min Quizlet chapter 4

Slide 1 - Tekstslide

Present Perfect
recap B2
  Present Perfect

Slide 2 - Tekstslide

Doel:
Aan het eind van de les heb ik kennis gemaakt met de present perfect  

Slide 3 - Tekstslide

Present Perfect (verleden tijd)
  1. Het is in het verleden begonnen en het is nogsteeds bezig
  2. In het verleden gebeurd en nu nog belangrijk (ervaringen)

Hoe? ->  Have/Has + volt.deelwoord (-ed / 3e rijtje)

Slide 4 - Tekstslide

Present perfect

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

'has' wordt gebruikt bij
A
he, she, it
B
I, you, we, they

Slide 7 - Quizvraag

I lived in Italy
I have lived in Italy
Present Perfect
Past Simple

Slide 8 - Sleepvraag

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
She goes home at 8 o'clock.
B
He fell off his bike.
C
She has eaten 3 sandwiches so far.
D
They worked all day yesterday.

Slide 9 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

___ you ever ___ (live) in China before?
A
Have lived
B
Has lived

Slide 10 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

My boyfriend ___ ___ (buy) me some
wonderful roses.
A
have bought
B
has bought
C
have buyed
D
has buyed

Slide 11 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

The dogs ___ ___ (not - eat) anything for three days.
A
haven't ate
B
hasn't ate
C
haven't eaten
D
hasn't eaten

Slide 12 - Quizvraag

Maak de present perfect:
He listens

Slide 13 - Open vraag

Maak present perfect:
John lives

Slide 14 - Open vraag

Present perfect:
The parents go home

Slide 15 - Open vraag

Present perfect:
I am hungry

Slide 16 - Open vraag

PRESENT PERFECT:
in welke zin wordt de present perfect gebruikt?
A
I have lived in Utrecht for 13 years.
B
I was living in Utrecht.
C
I lived in Utrecht in 2010
D
I am living in Utrecht.

Slide 17 - Quizvraag

Present perfect:
A
I have lived in The Hague for 10 years
B
I walk to school everyday

Slide 18 - Quizvraag

Wat is hier de present perfect
A
I live in Steenwijk
B
I have lived in Steenwijk
C
I lived in Steenwijk
D
I am living in Steenwijk

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de present perfect?
A
walked
B
have walked

Slide 20 - Quizvraag

PRESENT PERFECT:
In welke zin wordt de present perfect gebruikt?
A
She had been working at the kiosk since summer.
B
She have been working at the kiosk since summer.
C
She has worked at the kiosk since summer.
D
She has been working at the kiosk since summer.

Slide 21 - Quizvraag

Herhaling
Herhaling present perfect

Slide 22 - Tekstslide

I ...... sick
We ....... happy!
....... you late?
She ....... late. She was on time!
Peter & Susie ...... at the concert. They were at home.
was
wasn't
were
were
weren't

Slide 23 - Sleepvraag

I _______ in New York last week.
A
was
B
were
C
had

Slide 24 - Quizvraag

Yesterday I ________ an headache.
A
was
B
were
C
had

Slide 25 - Quizvraag

Steve and Mary _______ here at six o’clock
A
was
B
were
C
had

Slide 26 - Quizvraag

Our first house _______ in the centre of the town.
A
was
B
were
C
had

Slide 27 - Quizvraag

We _______ a red car when I was 6 years old.
A
was
B
were
C
had

Slide 28 - Quizvraag

The students ________ late this morning.
A
was
B
were
C
had

Slide 29 - Quizvraag

Ann and Louis ___ a black cat a long time ago.
A
was
B
were
C
had

Slide 30 - Quizvraag

Present perfect:

Hoe maak je de present perfect?
A
hele werkwoord + -ed. (worked)
B
shit rule= hele ww+ -s
C
am/are/is + hele werkwoord + -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (helped, found)

Slide 31 - Quizvraag

Present Perfect

Wat is de present perfect?
A
toekomstige tijd
B
verleden tijd
C
onvoltooid tegenwoordige tijd
D
voltooid tegenwoordige tijd

Slide 32 - Quizvraag

PRESENT PERFECT:
in welke zin wordt de present perfect gebruikt?
A
She was working until late.
B
She worked until late.
C
She has worked until late.
D
She has been working until late.

Slide 33 - Quizvraag

Present perfect:
I ...... (see)
A
I saw
B
I have seen

Slide 34 - Quizvraag

Present perfect:
She .... (be)
A
She was
B
She has been

Slide 35 - Quizvraag

Maak present perfect:
I -----------an apple.
A
have eaten
B
eat
C
ate

Slide 36 - Quizvraag

Maak present perfect:
Peter -------------a joke.
A
have told
B
has tell
C
has told

Slide 37 - Quizvraag

Which one is the present perfect?
A
I have decided
B
I had decided
C
He had decided
D
I did decide

Slide 38 - Quizvraag

Vul de present perfect in:

We ________( learn) the present perfect

Slide 39 - Open vraag

Maak present perfect:
I confirm

Slide 40 - Open vraag

Maak de present perfect:
John (see)

Slide 41 - Open vraag

Make present perfect:
we - visit

Slide 42 - Open vraag

Maak de present perfect:
He (listen)

Slide 43 - Open vraag

Zelfstandig werken
- Ga naar je google drive
- Maak opdracht 1 t/m 4 



timer
7:00

Slide 44 - Tekstslide

Doel:
Aan het eind van de les heb ik kennis gemaakt met de present perfect

Slide 45 - Tekstslide

Aan het eind van de les heb ik kennis gemaakt met de present perfect
Ik snap het heel goed
Ik snap het een beetje
Ik snap het helemaal niet

Slide 46 - Poll