rechtsstaat en democratie 2.1

Paragraaf 2.1 
In de tijd van burgers en stoommachines 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 2.1 
In de tijd van burgers en stoommachines 

Slide 1 - Tekstslide

Welke kenmerken horen er bij een rechtsstaat?

Slide 2 - Woordweb

Liberalen 
  • Oorsprong zit in de Verlichting  
  • Kerk en koning minder macht 
  • Volk meer macht 
  • Vrijheid moet in de grondwet

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Economische vrijheid 

  • Geen wetten die economie beperken 
  • Voor een vrije markt 
  • Economische ongelijkheid 

Slide 5 - Tekstslide

Liberalisme in Nederland 
Thorbecke 
Koning heeft alle macht 
- Benoemt en ontslaat leden Eerste Kamer 
- Benoemt en ontslaat ministers 

Slide 6 - Tekstslide

Grondwet van 1848 
- Ministeriële verantwoordelijkheid 
- Koning is onschendbaar 
- Tweede Kamer wordt direct gekozen 
- Eerste Kamer wordt indirect gekozen 
- Provinciale Staten direct gekozen 
- Nieuwe grondrechten (onderwijs, mening en drukpers)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Zelfstandig werken 
1. Schema van de politieke stromingen verder invullen 
2. Antwoord geven op de kennen en kunnen:
Hoe kreeg Nederland een parlementair stelsel
3. Overzicht maken van de verschillen tussen de grondwet van 1815 en 1848

Slide 9 - Tekstslide

Tussen 1815 en 1848 was er een constitutionele monarchie. Welke macht had de koning?

Slide 10 - Open vraag

Leg uit wat de invloed van burgers was na 1848.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video