In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
6.5 Ongeslachtelijke voortplanting
Slide 1 - Tekstslide
Hoe heet deel 1?
A
stempel
B
stamper
C
vruchtbeginsel
D
stijl
Slide 2 - Quizvraag
Het zaadbeginsel zit...
A
...op de stempel van de bloem
B
...in het vruchtbeginsel van de bloem
C
...in de stijl van de bloem
D
... bij de kelkbladeren van de bloem
Slide 3 - Quizvraag
Hoe heet het mannelijke gedeelte van de bloem?
A
Stempel
B
Stamper
C
Meeldraad
D
Helmhokje
Slide 4 - Quizvraag
Zaad of vrucht?
1. Een doperwt is een voorbeeld van een zaad 2. Een sperzieboon is een voorbeeld van een vrucht
A
1 = waar
2 = waar
B
1 = waar
2 = niet waar
C
1 = niet waar
2 = waar
D
1 = niet waar
2 = niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde van ontwikkeling bij de groei van een plant?
A
vrucht-zaad-groei-bloei-ontkiemen
B
zaad-groei-ontkiemen-bloei-vrucht
C
zaad-ontkiemen-groei-bloei-vrucht
D
ontkiemen-zaad-groei-vrucht-bloei
Slide 6 - Quizvraag
Zwarte populieren hebben óf alleen mannelijke óf alleen vrouwelijke bloemen. In de afbeelding zie je deze twee typen bloemen. In welk type bloem ontstaan de zaden? Noteer de letter en leg je antwoord uit.
Slide 7 - Open vraag
Het suikerdiefje is een klein Zuid-Amerikaans vogeltje dat nectar uit bloemen haalt. Bijvoorbeeld bij de hibiscus door een gaatje in de kroonbladeren te maken. Dit doet hij dan zonder de bloem te bestuiven. Noem een reden waarom het voor de plant nadelig is als een suikerdiefje nectar uit de bloem haalt.
Slide 8 - Open vraag
De bloem hiernaast heeft alleen onrijpe meeldraden (geslachtsorganen). Welk antwoord past bij deze bloem?
A
Tweeslachtig (mannelijk en vrouwelijk)
B
Ongeslachtelijk
C
Eenslachtig mannelijk
D
Eenslachtig vrouwelijk
Slide 9 - Quizvraag
Leerdoelen
Je kunt uitleggen dat nakomelingen bij ongeslachtelijk voortplanten dezelfde erfelijke eigenschappen hebben als de ouder.
Je kunt voorbeelden geven van ongeslachtelijke voortplanting.
Slide 10 - Tekstslide
De cel
Slide 11 - Tekstslide
De celkern
Bevat DNA
Erfelijke informatie
Bepaald uiterlijk, wat er in je lichaam gebeurt etc.
Slide 12 - Tekstslide
Geslachtelijk versus ongeslachtelijk voortplanten
Geslachtelijke voortplanting: voortplanting waarbij een mannelijke en vrouwelijke geslachtscel nodig is --> Met stuifmeel en eicel (wel bloemen) --> de nakomelingen hebben verschillend DNA
Ongeslachtelijke voortplanting: voortplanting waarbij een nieuw organisme ontstaat uit een deel van het ouder organisme --> De nakomelingen hebben hetzelfde DNA (kopie van ouders) --> zonder stuifmeel en eicel (geen bloemen)
Slide 13 - Tekstslide
Ongeslachtelijke voortplanting
Slide 14 - Tekstslide
Verschillende manieren in de natuur
Bollen: bestaat uit wortels en rokken en vormt nieuwe bollen door ongeslachtelijke voortplanting -->Rokken: verdikte bladeren met reservevoedsel
Knollen: verdikte stengel met reservevoedsel en knoppen
Uitlopers: bovengrondse stengel waaraan op bepaalde plaatsen jonge planten ontstaan
Wortelstokken: ondergrondse stengel waaraan op bepaalde plaatsen jonge planten ontstaan
Slide 15 - Tekstslide
ongeslachtelijke voortplanting door knollen:
van 1 naar meerdere aardappelen
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
BOLLEN
Slide 18 - Tekstslide
Een knol is een :
A
korte stengel
B
verdikte wortel
C
verdikte knop
D
zaadje
Slide 19 - Quizvraag
Een bol is een :
A
korte stengel met rokken
B
verdikte wortel met rokken
C
verdikte knop
D
een zaadje
Slide 20 - Quizvraag
Wat is knoflook?
A
Een vrucht
B
Een bol
C
Een bloem
D
Een knol
Slide 21 - Quizvraag
Ongeslachtelijk voortplanten door de mens
vermeerderen - stekken: uit een stengel van een plant een nieuwe plant laten groeien - weefselkweek: groeipunten worden afgesneden en in een speciale voedingsbodem geplaatst
Slide 22 - Tekstslide
STEKKEN
Slide 23 - Tekstslide
Weefselkweek
Slide 24 - Tekstslide
0
Slide 25 - Video
Bij het stekken van planten heeft de stek 50% DNA van de moeder- en 50% DNA van de vader-plant
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quizvraag
wat
Aan de slag met Thema 6, Basisstof 5
maken: 1 t/m 9 (vwo)
Hoe
lees de tekst van basisstof 6.5 door
Hulp
1) boek 2) klasgenoot 3) docent
Tijd
tot 5 minuten voor het einde van de les.
Klaar
Als je klaar bent met de opdrachten maak dan de test jezelf van BS 6.5
Extra oefenen voor de toets? -> biologiepagina.nl
Slide 27 - Tekstslide
wat
Aan de slag met Thema 6, Basisstof 5
maken: 1 t/m 7
Hoe
lees de tekst van basisstof 6.5 door
Hulp
1) boek 2) klasgenoot 3) docent
Tijd
tot 5 minuten voor het einde van de les.
Klaar
Als je klaar bent met de opdrachten maak dan de test jezelf van BS 6.5